Twintigers vragen vrijspraak voor verkrachting van jonge vrouw die zich in Ieper op sporen had gelegd

Redactie KW

“Er was wederzijdse toestemming”, zeiden beide beklaagden, die de vrijspraak vragen. Ze hadden even tevoren het vermeende slachtoffer van de sporen gehaald, waar ze een wanhoopsdaad wilde plegen.

Op 17 juni vorig jaar had een vrouw op de terugweg van een vriendin zich in Ieper op de sporen gelegd. Ze was neerslachtig en had gedronken. Twee twintigers van Afghaanse afkomst vonden haar daar en brachten haar naar haar huis. Toen ze naar haar slaapkamer ging, werd ze naar eigen zeggen door het duo aangerand en verkracht.

Aanvankelijk ontkenden de beklaagden dat ze seksuele handelingen stelden. Nadat er DNA werd aangetroffen op een handdoek, wijzigden ze hun verklaringen. “Ze ging inderdaad naar haar kamer, maar is teruggekomen in nachtkledij en heeft hen gewenkt“, verklaarde de verdediging. De mannen geven toe dat er seksuele handelingen waren, maar zeggen dat er wederzijdse toestemming was. Bovendien was er geen penetratie. De eerste beklaagde kwam naar eigen zeggen klaar op de buik van het meisje en veegde het af met een handdoek. “Er is enkel op de handdoek DNA gevonden”, benadrukte zijn advocaat.

Traumatische ervaring

De burgerlijke partij zegt dat het voor het slachtoffer een traumatische ervaring was, temeer zij lesbisch is. Ze werd na de feiten enkele dagen opgenomen in een psychiatrische instelling. Volgens het openbaar ministerie zijn de feiten voldoende bewezen. “Door het gebrek aan schuldinzicht bij beklaagden, dringt een effectieve celstraf zich op“, zei de procureur.

Vonnis op 16 maart.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier