‘Trage’ rechter Vanmaele gaat vrijuit in zaak die kunstenaar Sweetlove tegen hem aanspande

Redactie KW

De voormalige Veurnse onderzoeksrechter Yves Vanmaele, die beschuldigd werd van het oplichten van een kunstenaar door hem drie beelden af te troggelen, is vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Dat heeft de eerste kamer van het hof van beroep in Gent donderdagmiddag beslist.

Rechter Vanmaele bij een werk van William Sweetlove. (Foto a-JPT)

Het Gentse hof van beroep behandelde de zaak omdat Vanmaele als toenmalige onderzoeksrechter het voorrecht van rechtsmacht geniet. Het ging om drie feiten ten nadele van kunstenaar William Sweetlove. Die had problemen met een buur die plagiaat pleegde, en stapte in 2009 naar de onderzoeksrechter in Veurne om zich burgerlijke partij te stellen.

Een varken met laarzen en een hondje met een rugzak

Vanmaele toonde bijzondere interesse voor de werken van Sweetlove, en die gaf hem een beeld van een varken met laarzen. Vanmaele vroeg later nog een beeldje voor zijn dochter, een hondje met rugzak van 1.450 euro. Sweetlove ging ervan uit dat Vanmaele daarvoor ging betalen, maar dat gebeurde niet.

Volgens het openbaar ministerie besloot Vanmaele een tijdje nadien dat hij toch liever een krokodil had. “Sweetlove laat na lang nadenken de krokodil plaatsen, ter waarde van 3.000 euro, maar het hondje komt niet terug. Er wordt niets betaald en daarna verneemt hij niets meer. Vanmaele zegt dat hij altijd vragende partij was voor een betaling, maar na het krijgen van de beelden valt alle contact en interesse van Vanmaele weg. Dat zijn de listige kunstgrepen die de oplichting uitmaken”, stelde het openbaar ministerie.

Nooit beloftes gedaan

Het hof van beroep oordeelt echter dat er van bedrieglijke kunstgrepen geen sprake was en dat Vanmaele nooit een belofte had gedaan aan Sweetlove. “Ook wanneer het totaal ongepast overkomt dat een magistraat geschenken ontvangt van een persoon van wie hij een zaak in behandeling heeft niet onverwijld terugstuurt, (..) blijkt uit geen van de verklaringen van de beweerde benadeelde dat beklaagde in ruil voor de beelden iets in het vooruitzicht had gesteld of iets anders dan de verkoopprijs zou mogen verwachten”, oordeelde het hof van beroep.

(Belga)