Torhoutse ereburgemeester Norbert De Cuyper viert zijn 75ste verjaardag

Norbert De Cuyper bij zijn nostalgische hoekje thuis: met zijn burgemeesterssjerp, een foto van zijn ontmoeting met koningin Fabiola, een maquette van het oud-stadhuis en een aantal tastbare herinneringen. © Foto JS
Johan Sabbe

Vanaf 1983 als schepen van Feestelijkheden en van 1991 tot halfweg 2016 als burgemeester heeft Norbert De Cuyper om en bij de tweeduizend huwelijksjubilea bijgewoond. Een jaar geleden, op 1 april, waren hij en zijn vrouw Monique De Zaeyer zelf vijftig jaar getrouwd. En nu, op zaterdag 14 april, mag de ereburgemeester alweer feestvieren: zijn 75ste verjaardag.

Of hij van plan is om er zaterdag een groot verjaardagsfeest van te maken? “We houden het bescheiden. Misschien zullen we met wat vrienden aan tafel gaan. En op een voor iedereen passende datum met de naaste familie. Maar meer ben ik niet van plan.”

Kleinzoon is een zegen

Norbert woont met zijn vrouw Monique (75) in de Kloosterstraat in Wijnendale. In het oud-klooster, vlak naast de parochiezaal waaraan hij destijds samen met negentig lokale families heeft verbouwd. De hele omgeving ademt de familie De Cuyper. Ook de achterliggende vrije basisschool, want daarvan is zoon Geert (dit jaar 50) de directeur. Norbert en Monique hebben voorts een dochter Greet (48) en – hun grote zegen – een kleinzoon Flor (11), de enige zoon van Geert en diens vrouw Greta Naert. “Je kunt maar écht voelen wat het betekent om een kleinkind te hebben als het zover is”, aldus Norbert.

“Na twee jaar mis ik het burgemeesterschap nog elke dag”

“Ik ben gek op Flor. Ik ben trouwens zijn peter. Je gaat anders met kleinkinderen om dan met je eigen kinderen. Ik ben ouder en milder geworden. Ik zeg altijd: ouders zijn er om streng op hun kinderen te zijn en grootouders om hen te verwennen. In Flor herken ik nu al het sociale dat onze familie kenmerkt. Net als ik gaat hij graag met anderen om. Tussen de mensen staan, is mijn grote hobby, nu en vroeger, zowel in als buiten de politiek. Ik heb heel veel energie uit die contacten gehaald. En dat is nog altijd zo. De mensen houden me jong, ze zijn mijn zuurstof.”

“Dat ik een dik jaar geleden met Monique ons gouden huwelijksjubileum kon vieren, heeft me veel deugd gedaan. Ik was toen nog niet volledig hersteld van mijn bekkenbreuk, maar geraakte net op tijd voldoende op de been om erbij te zijn. Monique en ik hebben in meer dan een halve eeuw heel wat wel en wee meegemaakt. Recent nog brak zij een heup en ik een elleboog, maar die accidentjes vergaan in het niets in vergelijking met wat sommige mensen doormaken. Als burgemeester ben ik in tal van families getuige geweest van dramatische situaties. Zware ziekten en jonge overlijdens. Ik heb geprobeerd om ook in de moeilijkste momenten aan ieders zijde te staan. Als ik merkte dat ik iets voor iemand kon betekenen, gaf mij dat een goed gevoel. Iemand kunnen helpen, doet veel meer deugd dan geholpen moeten worden.”

“Of ik meer dan vroeger aan de dood denk? Dat kan ik niet ontkennen. Als ik de rouwberichten in de krant zie, kijk ik altijd even naar de geboortedatum van de overledene. Ik ben me goed bewust van de eindigheid van ons bestaan. Al probeer ik die gedachte te verdringen. Toch betrap ik me erop dat ik meer met het verleden bezig ben en voor een deel zelfs in herinneringen leef.”

“Aan mijn lange politieke carrière hou ik alvast een pak heel mooie momenten over. Al zijn er natuurlijk ook harde en minder aangename situaties geweest – dat is nu eenmaal eigen aan de politiek. Ik zou sowieso dezelfde weg opgaan, mocht ik het mogen overdoen. Ik wil daar niet om liegen: na twee jaar mis ik het burgemeesterschap nog elke dag. Maar ik heb vanaf de overdracht, straks dus twee jaar geleden, mezelf direct opgelegd om mijn opvolgers niet voor de voeten te lopen. En om geen commentaar te geven op beslissingen door het nieuwe College van Burgemeester en Schepenen. Ik ben nog voorzitter van de gemeenteraad, maar eind dit jaar zit mijn politieke carrière er helemaal op. Het zal raar doen na al die jaren. Al zou ik het hoge tempo van toen wellicht niet meer aankunnen. Monique heeft dikwijls gezegd: had je evenveel inzet voor onze drukkerij vertoond als voor de politiek, dan werkten we nu zeker met twintig man.” (lacht)

Theater ‘t Fonteintje

“Mijn grote hobby blijft het volkstoneel. Met Theater ‘t Fonteintje, dat ik in 1978 heb opgericht, heb ik in veertig jaar precies 486 voorstellingen gespeeld. We zijn momenteel diverse stukken aan het lezen om in het najaar weer een mooie productie te kunnen brengen. Soms vraag ik me af: wat als ik er niet meer ben voor ‘t Fonteintje? Ik hoop dat we jongeren vinden om de fakkel over te nemen. Meer dan zestig mensen zijn elk jaar intensief met ‘t Fonteintje bezig. De opvoeringen gebeuren in de parochiezaal, die we in 1986 met tientallen vrijwilligers gratis hebben verbouwd. Toen het ooit stormde, keek ik eerst of de zaal ongeschonden was en merkte niet dat de wind een gat in het dak van ons huis had geslagen.” (schatert)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier