Toemaatje probeert stijgende armoede in Menen op te vangen

Leerlinge Emma Verleyen van het kinderparlement (in het groen),verspreidde via de kinderradio in het SPWe de boodschap om eten in te zamelen voor het Toemaatje. © MM
Redactie KW

Het aantal gezinnen dat voedselpakketten krijgen in het bedelingspunt Het Toemaatje in Menen is in drie jaar tijd met ruim 50 procent toegenomen. Voor een voedselpakket betalen de mensen 2 euro, een bedrag dat sommige gezinnen zelfs niet kunnen neertellen.

Het Toemaatje bestaat 19 jaar en noemt zichzelf een sociale kruidenier. Gezinnen die voedselhulp nodig hebben, kunnen in het Toemaatje hun eigen voedselpakket samenstellen, maar hebben daarvoor een kaart nodig van het OCMW die bewijst dat ze recht hebben op zo’n pakket. “We hebben de controle hierop verscherpt. Om de zes maanden bekijken we of een gezin recht heeft op voedselhulp van het Toemaatje. Nu is het voor iedereen gelijk”, verklaart Trui Traen, de verantwoordelijke van de sociale kruidenier.

“Er zijn mensen die 2 euro zelfs niet kunnen neertellen”

Fanny Feys staat in het systeem ingeschreven als nummer 76. Dat wil zeggen dat ze een van de eersten was die naar het Toemaatje ging voor voedselhulp. “Ik kom hier al meer dan 15 jaar”, zegt Fanny. “Ik heb zeven kinderen. Eén woont alleen en drie wonen bij hun vader. Ik moet voedsel voorzien voor vier personen, mezelf inbegrepen. Dat staat gelijk aan acht bonnen. Vroeger kreeg ik twaalf bonnen voor een gezin van acht.”

Bonnensysteem

De voedselverdeling in het Toemaatje werkt met een bonnensysteem. Het aantal bonnen dat iemand krijgt, hangt af van de grootte van het gezin. Voor sommige brikken, blikken, koekjes of groenten heb je een bon nodig, andere producten kunnen zonder bon meegenomen worden. Er is aangegeven hoeveel stuks per bon gegeven worden, bijvoorbeeld twee potten confituur of drie blikjes vis. Per soort kan maar één bon gebruikt worden, behalve wanneer een gezin vijf personen of meer telt: die kunnen twee bonnen per soort gebruiken.

Klein bedrag

Trui vindt niet dat het voedsel gratis mag bedeeld worden. Elke week moet een persoon die een voedselpakket mee naar huis wil nemen een kleine toeslag van 2 euro betalen. Deze toeslag hangt niet af van de grootte van het gezin. “‘Wie iets gratis krijgt, moet dankbaar zijn’ wordt wel eens gezegd. Voor mij neigt dat te veel naar liefdadigheid”, meent Trui. “Wij hebben door dat kleine bedrag alleen betalende klanten. Bovendien wordt ‘gratis’ niet altijd gewaardeerd. Toch zijn er mensen die zelfs dat kleine bedrag niet wekelijks kunnen neertellen.” Fanny geeft toe het niet altijd gemakkelijk te hebben en soms moeite te hebben om de 2 euro te betalen. “Ik werkte eerst bij een woonzorgcentrum, maar door een ongeval was ik verplicht te wachten tot mijn uitkering van de ziekenfonds in orde kwam. Toen was het eventjes spannend.”

Zelfs illegalen

In maart deelde het Toemaatje voedsel uit aan 540 gezinnen. Dat zijn 187 unieke gezinnen, want een gezin kan tot vier maal in de maand naar het Toemaatje gaan om een voedselpakket. In 2014 ging dat nog om 357 gezinnen. “De meesten komen elke donderdag. Vroeger kwamen veel illegalen, maar die zijn bijna allemaal het land uitgezet. Ik heb horen zeggen dat het zo erg was dat de politie een regel invoerde dat verbood om op de donderdag illegalen in onze straat op te pakken. Zelfs indien illegalen nergens anders recht op zouden hebben, hebben ze wel recht op een voedselpakket.” De reden, volgens Trui, dat zoveel mensen nu nood hebben aan voedselhulp, is door de groeiende armoede in de Meense gezinnen.

Arbeidszorgcentrum

Het Toemaatje zelf is een arbeidszorgcentrum en heeft daarnaast een beperkt aantal vrijwilligers. “We stellen mensen te werk die fysieke problemen of gezondheidsproblemen hebben of zich in een moeilijke sociale situatie bevinden. De bedoeling is dat die mensen doorstromen naar een goede werkplaats”, legt Emilie Vandenheede, maatschappelijk werkster van OCMW Menen, uit. “Sociaal economiebedrijf Veerkracht 4 begeleidt die personen. Deze mensen worden tot 15 uur per week ingezet en staan in voor het uitdelen van producten, producten verpakken en de winkel onderhouden.”

Renaat Vandenbulcke, voorzitter van OCMW Menen, vindt dat meer rekening moet gehouden worden met mensen die in de armoede zitten. “Voedselhulp werkt alleen maar op korte termijn. We moeten ook op lange termijn naar oplossingen zoeken. Het aantal leefloners is gestegen, dat zien we ook in allerlei andere gebieden naast voedselhulp.”

(MM)

Waar haalt Toemaatje zijn voedsel vandaan?

“De voedselbank van Kuurne levert ons producten. Via het vervoer van de stad Menen mogen we daar wekelijks groenten en één keer per maand droge voeding ophalen. De voedselbank heeft vorig jaar met steun van provincie West-Vlaanderen een diepvrieskoelwagen aangekocht. Die levert nu maandelijks diepvriesproducten aan verschillende verdeelpunten”, zegt Trui. Het Fonds voor Europese Hulp (FEAD) is de grootste leverancier van voedselhulp. “Die producten moeten een jaar op voorhand besteld worden. Vooral bij de klantenstijging die wij nu ondervinden, is dat een probleem: we kunnen niet bijbestellen.”

Gelukkig springen enkele reddende engelen uit de streek in de bres. “‘t Veer levert wekelijks koekjes, lokale bakkerij Teirlynck schenkt ons wekelijks brood en de firma McBride heel wat schoonmaakproducten. Ook andere initiatieven, zoals de leerlingen van de basisschool van het SPWe die voedsel inzamelden, helpen en daarnaast ontvingen we enkele financiële giften. Ons tekort aan voedselbronnen wordt door deze mensen opgevangen. We zijn hen daar ontzettend dankbaar voor!”

Trui Traen van de sociale kruidenier staat in haar geliefde Toemaatje.
Trui Traen van de sociale kruidenier staat in haar geliefde Toemaatje.© MM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier