Thuis in Heule Watermolen: “Het rad van de watermolen is helaas verdwenen”

Kaat Verhenne werd vorig jaar verkozen tot 53ste Tineke van de Watermolen. Dit weekend wordt haar opvolgster verkozen. © Kurt De Schuytener
Redactie KW

Kortrijk is in volle verandering. Elke wijk blijft zijn eigen identiteit behouden. Annelies Nollet trekt deze zomer samen met fotograaf Kurt De Schuytener op ontdekkingstocht door die buurten. Ze ontmoeten er de mensen die de wijk karakter geven.

In het Noorden van Kortrijk, amper twee kilometer van het centrum, ligt de wijk Heule Watermolen. De buurt telt amper drie met klinkers geplaveide straten en ademt rust uit. Wie erdoor wandelt, komt eerst langs het pittoreske Sint-Godelievekerkje, sla je af naar links dan kom je voorbij aan het enigszins aftandse chirolokaal. Daar vind je bij mooi weer steevast een paar jongeren op een terras. Op die warme dagen zorgt de aanwezigheid van de Heulebeek voor verkoeling. Daarnaast vind je er ook een bakker, een slager, een kerkje en een eigen feestzaal, ‘t Brugske. Er wonen zo’n 200 gezinnen, of zo’n 5.000 mensen.

Heule Watermolen

Inwoners

In Heule Watermolen wonen ongeveer 200 gezinnen, goed voor een 5.000-tal mensen.

Evenementen

De twee belangrijkste evenementen in de wijk zijn Watermolenkermis in juli en de Kerstmarkt in december. De kermis wordt dit jaar voor de 74ste keer georganiseerd, de kerstmarkt vond vorig jaar voor het eerst plaats. Je kon er op de koppen lopen, een vervolg komt er dus zeker, aldus het kermiscomité.

Geschiedenis

In de 15de eeuw was de kleine wijk de eerste stopplaats voor wie van Kortrijk naar Brugge trok. Reizigers lieten er zich over de Heulebeek zetten. Later kwam er in opdracht van de Heren van Brugge een brug. In de 17de eeuw werd aan de overkant van de beek een watermolen gebouwd om graan te malen. Het waterrad van die molen is verdwenen, maar het gebouw staat er nog steeds en wordt sinds 2004 zelfs beschermd.

Wie op dinsdagnamiddag een feestje wil geven in Heule Watermolen is eraan voor de moeite. Dan wordt ‘t Brugske bezet door Bridgeclub Groeninge. Zij komen helemaal uit Kortrijk om er te kaarten.

Op zo’n namiddag kan je eigenaar Jean-Pierre Gheysens vinden aan de toog, glas in de hand. Hij woont in Lendelede maar heeft zijn hart verloren aan de kleine wijk op de grens van de Brugsepoortwijk en deelgemeente Heule. “Ik ben nu met pensioen en zie dit een beetje als een hobby”, vertelt hij. “Mijn vrouw en ik houden ‘t Brugske al 25 jaar open, er zit een gedateerde steen in de gevel om dat te bewijzen!”

Lokale jeugd steunen

Jean-Pierre was indertijd nog leraar in het lokale schooltje VBS De Watermolen. “Zelf heb ik geen kinderen, dus ik heb heel veel tijd gestoken in de lokale jeugd hier. In ’72 heb ik de jongenschiro heropgestart, die bestaat nu nog altijd. Mijn vrouw en ik gaan ook nog elk jaar mee met de bosklassen om te koken en zo.”

Zijn uitspraak wordt benadrukt als er een jong koppel met kindjes voorbij komt dat vriendelijk gedag zegt. “Dat meisje heeft nog bij mij in de klas gezeten”, vertelt Jean-Pierre trots.

Zijn passie voor de wijk steekt de gepensioneerde niet onder stoelen of banken. “In Kortrijk centrum organiseert de stad altijd van alles. Hier moeten we het zelf doen. En we doen dat goed.”

Jean-Pierre Gheysens, eigenaar van 't Brugske.
Jean-Pierre Gheysens, eigenaar van ‘t Brugske.© Kurt De Schuytener

Jean-Pierre zorgt niet alleen voor feestjes in ‘t Brugske, hij is ook voorzitter van het in de wijk welbekende kermiscomité. Zij organiseren in juli de jaarlijkse Watermolenkermis. Daarbij hoort ook de verkiezing van het Tineke van de Watermolen. “En nee, dat is niet hetzelfde als het Tineke van Heule”, benadrukt Jean-Pierre. “Toen ze meer dan 50 jaar geleden begonnen met die verkiezing in Heule, werd er in elke wijk een voorverkiezing gehouden. Dat heeft nergens lang geduurd, behalve bij ons. Wij verkiezen dit weekend al het 54ste Tineke van de Watermolen.”

Vorig jaar ging die eer naar Kaat Verhenne. Kaat is 18 en wil in september starten met haar studies geneeskunde in Kortrijk. “Maar ik ga niet op kot”, vertelt ze. “Daarvoor woon ik hier veel te graag. Bovendien heb ik een brommer gewonnen toen ik Tineke werd. Die kan ik dus mooi gebruiken om heen en weer te rijden.”

Veel tijd voor een babbel heeft Kaat niet. “Als Tineke moest ik zorgen voor een speech tijdens de kermis. Mijn examens van de middelbare school zijn net voorbij en nu ben ik aan het leren voor mijn toegangsexamen geneeskunde. Als Tineke van de Watermolen moet je ook op alle evenementen aanwezig zijn. Dag van de Klant, het verjaardagsfeest van Maria die 100 wordt en ga zo maar verder. Maar ik doe het graag. Dit jaar doe ik zelfs mee aan de verkiezing Tineke van Heule.”

“Ik hoop hier mijn eigen kindjes groot te kunnen brengen” – Kaat Verhenne, 53ste Tineke van de Watermolen

Toch zou Kaat nooit ergens anders willen wonen. “Ik hoop hier mijn eigen kindjes groot te kunnen brengen. Zelf ben ik hier altijd naar de lagere school geweest en dat was bère sjiek. Hierachter liggen wat weilanden met vijvers. Daar gingen we na school dan altijd kikkers vangen. En hier vooraan speelden we altijd tennis op straat. Als er iemand aankwam moest je dan heel luid roepen. Maar dat was meestal een fietser, veel auto’s komen er hier niet. Dat wil ik mijn kinderen ook geven.”

Thuis in Heule Watermolen:
© Kurt De Schuytener

Veel nadelen aan de buurt ziet Kaat niet. “Alleen als we willen uitgaan is het soms wel moeilijk. Daarvoor gaan we meestal naar Gullegem en dat is een eindje fietsen. Maar dan zitten we te lachen, zingen en dom te doen op onze fiets en gaat die tijd ook snel voorbij.”

Rustiger en groener

Een halve straat verderop houden Linda Dewitte en Frank Lefevre al 31 jaar hun goed draaiende beenhouwerij open. “Zelf kom ik uit Kortrijk centrum. En daar wil ik voor geen geld van de wereld naar terug. Alles is hier veel rustiger en groener. De buurt ademt een volkse sfeer uit”, vertelt Linda. Haar man is er niet bij. Hij kroop al vroeg in zijn bed. “Beenhouwers moeten vroeg op hé, willen of niet”, lacht Linda.

Frank en zijn vrouw namen de beenhouwerij over van Franks’ vader. “We hebben een hele tijd boven de winkel gewoond. Maar dat werd ik op de duur beu omdat we geen tuin hadden. Nu wonen we in de wijk hierachter”, vertelt Linda. “Verder van de Watermolen wilden we niet gaan. Niemand die hier woont wil hier weg. Mijn dochter bijvoorbeeld is verpleegster. Ze verhuisde een aantal jaar geleden naar Kuurne maar komt binnenkort terug naar de Watermolen. Ze gaat in het huis van haar grootouders wonen.”

Linda Dewitte en Frank Lefevre van Slagerij Frank:
Linda Dewitte en Frank Lefevre van Slagerij Frank: “Niemand die hier woont, wil hier weg.”© Kurt De Schuytener

Hun winkel is een vaste waarde in de buurt, al kan Linda niet garanderen dat dat zo blijft. “We worden wel een dagje ouder, en onze dochter kan ons niet opvolgen. We hebben wel een kleinzoon. Maar die is nog maar zeven jaar. We zullen dus nog even geduld moeten hebben”, lacht ze.

“Een van de redenen dat wij hier zo graag wonen is de rust, al is dat vroeger wel anders geweest. We waren nog geen jaar open toen de kerk tegenover onze winkel volledig uitbrandde. De brandweer is toen dag en nacht in de weer geweest met blussen. Dat weet ik nog zo goed omdat ik hen al die tijd voorzag van een straffe kop koffie.” “We hebben hier toen ook heel veel ramptoeristen gehad”, zegt Jean-Pierre. “Inderdaad, die kwamen allemaal kijken naar die kerk. Dat was goed voor de zaken, maar geef ons toch maar de rust”, vult Linda aan.

Twee dingen missen de bewoners van het kleine wijkje nog. “Een bank om geld af te halen. Dat hadden we vroeger, maar door besparingen is die verdwenen”, legt Linda uit. “En onze watermolen”, vervolgt Jean-Pierre. De naam van de wijk komt immers niet uit de lucht gevallen. “Het gebouw zelf is er nog, alleen het rad is verdwenen.” Jean-Pierre wil het gebouw laten restaureren en met het waterrad elektriciteit opwekken voor de buurt.

“Ik zou daar ook graag een cafetaria zien. En als ik groot mag dromen zou ik een deel van de Heulebeek graag overdekken met glas. Zie je het al voor je? Een pintje drinken op de beek?” Jean-Pierre trok met zijn idee naar Stad Kortrijk en daar zien ze er wel wat in. “Het wordt hier binnenkort nog mooier dan het al is”, besluit hij.

(Door Annelies Nollet)