Taalgebruik bij hulpdiensten in grensstreek blijft probleem

Redactie KW

In de grensstreek blijft het taalgebruik bij de hulpdiensten een probleem. Dat stellen Dirk Devoldere en het Kortrijkse Guldensporencomité. “Hulpverleners uit Wallonië zijn regelmatig in Vlaanderen actief, maar begrijpen en spreken amper Nederlands. Terwijl Nederlandstaligen dan in eigen taal aangesproken moeten kunnen worden.”

In de streek Menen-Kortrijk komt het regelmatig voor dat iemand die met zijn gsm het noodnummer 112 belt bij de alarmcentrale van Bergen terechtkomt en niet bij die van Brugge. “Vooral in de zuidelijke deelgemeenten van Kortrijk, met name Kooigem, Bellegem, Aalbeke en Rollegem, is dat zo”, stelt Dirk Devoldere, die zelf in Kooigem woont. “Idem voor Menen en Rekkem. Dat heeft te maken met gsm-masten, maar ook met de snelst adequate hulp.”

Daarbij wordt er gekeken welke hulppost het dichtst gesitueerd is van de beller en van daaruit vertrekt er dan hulp. “In de grensstreek vertrekt die hulp regelmatig vanuit Moeskroen. Maar de ervaring leert dat de hulpverleners die uitrukken vaak amper Nederlands begrijpen of spreken. Terwijl hulpverleners die in het Nederlandstalige gebied in actie komen wel degelijk Nederlands moeten spreken. Bovendien is het zo dat Moeskroen een faciliteitengemeente is. Dat wil zeggen dat ook in die stad Nederlandstaligen in het Nederlands bediend moeten kunnen worden als het gaat om openbare en bestuurlijke aangelegenheden.”

Dirk zelf ijvert ervoor dat Waalse hulpverleners die in Vlaanderen actief worden op zijn minst een woordje Nederlands praten. “Daarom ben ik in actie geschoten, samen met het Guldensporencomité. We hebben bijvoorbeeld de kabinetten van minister van Telecom Alexander De Croo (Open VLD) en minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) aangeschreven. Van eerstgenoemd kabinet kregen we een nietszeggend antwoord, van het andere kabinet zelfs geen antwoord. We schreven ook een brief naar de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en de Geneeskundige Commissie voor Henegouwen.”

Taaltoezicht

“De Vlaamse Commissie voor Taaltoezicht geeft ons gelijk”, pikt Karel Pottie, voorzitter van het Guldensporencomité, in. “Ze geeft aan dat er patiënten van zowel de dienst 100 als de dienst 112 in hun eigen taal moeten kunnen worden aangesproken. De commisie stelt dat ‘de MUG en de urgentiedienst van bijvoorbeeld het Centre Hospitalier Moucron (Moeskroens ziekenhuis, red.) de dienst zodanig organiseren dat het personeel tussenbeide kan komen in beide talen’. Dat is dus duidelijk.”

Het CHM reageerde intussen via de Geneeskundige Commissie voor Henegouwen. Dirk: “In die reactie staat dat elke burger toegang dient te hebben tot kwaliteitszorg, maar wel zo snel mogelijk wanneer vitale functies bedreigd zijn en dit onafhankelijk van de aanhorigheid. Ik maak daaruit op dat taal niet belangrijk is als het om een oproep gaat. Terwijl taal net wel van belang is.”

“Het CHM stelt ook dat een aantal medewerkers van de MUG en urgentiedienst Nederlands spreken, maar dat er soms niemand van hen dienst heeft. Dan pleiten ik en het Guldensporencomité ervoor om ervoor te zorgen dat er wél telkens een tweetalige dienst heeft.”

Dat zou al een oplossing voor probleemsituaties ter plaatse zijn. Rest wel nog de oproep naar de 112-centrale die soms niet in Brugge, maar wel in Bergen terechtkomt. “Als je met een vast toestel belt naar nummer 112, heb je geen probleem. Anders is het met een gsm. Wat betreft Kooigem en Bellegem zou er binnenkort wel een oplossing uit de bus komen: op de hoek van de Doornikserijksweg en de Koninklijkestraat wordt in september een nieuwe gsm-mast gebouwd. Die zou ervoor moeten zorgen dat oproepen naar 112 altijd bij de alarmcentrale in Brugge terechtkomen.” (Axel Vandenheede)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier