Sonia Vanoverbeke uit Aarsele gaf al 175 keer bloed

Sonia Vanoverbeke is trots op haar getuigschrift. © Wouter Meeus
Redactie KW

Het begon allemaal om haar eigen broertje en zusje te redden, maar intussen is het voor Sonia een gewoonte om zich vier keer per jaar aan te melden om bloed te geven.

Sonia Vanoverbeke (71) begon als zeventienjarige met bloed geven. “Mijn moeder was bevallen van een tweeling, een jongen en een meisje, en die twee hadden dringend bloed nodig. Net als de tweeling heb ik de bloedgroep A-negatief, dus hebben ze mijn bloed gebruikt voor hen.”

De tweeling kwam erdoor, maar voor Sonia stopte het daar niet. “Ik ben toen bloed blijven geven, dat was behoorlijk uitzonderlijk als vrouw. Ik ben er even mee gestopt toen ik mijn man volgde naar Aarsele, omdat je toen in de gemeente geen bloed kon geven. Je moest naar Roeselare en dat zag ik niet zo goed zitten.”

Kaartjes

Maar van zodra Sonia bloed kon gaan geven in Aarsele, pikte ze de draad weer op. “Wist je trouwens dat je vroeger maar één keer per jaar bloed mocht geven? Daarna werd dat tweemaal en intussen is dat vier keer per jaar. Ik heb alle kaartjes bijgehouden die je bij een bloedgift krijgt, vroeger was dat met stempel en handtekening. Mijn eerste kaartje is van 1967. Op 9 februari 1971 gaf ik voor het eerst bloed in Aarsele.”

Opvolging

“Ik voel me heel goed bij dat bloed geven en heb nooit schrik gehad van de naald. Mijn man, die vier jaar geleden overleed, was ook bloedgever en ook hij heeft meer dan 100 keer bloed gegeven. Mijn zoon en dochter zijn gevolgd en hebben eveneens bloedgroep A-negatief. Er is zeker opvolging, want mijn kleinkind van 5 jaar heeft net als ik geen angst voor naalden. Hij gaat soms mee als ik bloed ga geven en zegt dan altijd dat hij het later ook zelf zal doen.”

Sonia is met haar dochter ook een paar jaar naar Roeselare gegaan, om er plasma te geven. “Ik heb 48 plasmagiften gedaan, maar toen we daarvoor niet meer terecht konden in het centrum van Roeselare hebben we het allebei stopgezet.”

Wie bloed gaat geven, weet dat daar ook de traditionele bonnetjes aan vasthangen. Bij elke bloedgift krijg je er zo eentje. “Bij een plasmagift waren dat er zelfs twee”, weet Sonia. “Ik spaar ze een hele tijd op en wissel ze dan in, meestal voor badschuim of iets anders nuttigs. Soms spaar ik ook voor cinematickets, maar die geef ik altijd weg.”

Tijdens het recente bloedgeversfeest werd ook Sonia met haar 175 bloedgiften gehuldigd. “Ik ben nu 71 jaar en vroeger moest je dan stoppen met bloed geven, maar intussen is dat weer aangepast. Nu mag je doorgaan zolang het kan. Dat ben ik ook van plan. De aders vinden gaat misschien wel al wat moeilijker, er is ook al zoveel keer in geprikt, maar ik weet de goede prikkers van het Rode Kruis intussen wel zitten. In al die jaren is het nog nooit mislukt om bloed te geven.”

Donoren

Sonia wil dan ook een warme oproep doen aan iedereen om haar te volgen. “Ik raad het echt iedereen aan, want er zijn veel donoren te kort. Mijn eigen broer is overleden aan leukemie en tijdens zijn ziekte heeft hij veel zakjes nodig gehad. Als je gezond bent, waarom zou je dan geen bloed geven? Ik zou het in elk geval zo opnieuw doen”, zegt ze overtuigd. (LDW)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier