Pol Vander Gucht was ooggetuige van inferno

Pol Vander Gucht © Rio
Redactie KW

Alle details kan hij zich niet meer voor de geest halen, maar een halve eeuw na de brand in de Innovation waarbij 323 dodelijke slachtoffers vielen herinnert Pol Vander Gucht zich nog levendig hoe die dramatische gebeurtenis zich afspeelde.

Vrijdag 22 mei 1967. Zoals Pol Vander Gucht (79) veertig jaar lang zou doen, stapt hij ook die ochtend om 6.05 uur in Oostende op de trein richting Brussel. Hij werkt er als programmeur voor Intercom – dat in 1990 fuseert met Ebes en Unerg tot Electrabel – en na een wandeling van het Noordstation doorheen enkele bekende winkelstraten komt hij stipt om 7.30 uur aan op zijn bureau in Elsene.

“Het was die dag heel mooi weer en niets liet vermoeden dat ik enkele uren later een ware catastrofe zou meemaken”, vertelt Pol, die al zijn hele leven op ‘t Hazegras woont.

Aperitiefjes

“Ik had in 1957 een computeropleiding gevolgd bij IBM en mijn werk op de dienst mechanografie bestond erin programma’s te schrijven of aan te passen. Dat was toen het stenen tijdperk op gebied van computers. Mijn werkdagen waren bijgevolg goed gevuld, maar wij hadden in die tijd wel nog ruim een uur middagpauze. Daar maakten we dankbaar gebruik van om in café L’Entracte aan de Mechelsestraat, een zijstraat van de Nieuwstraat en dus op een steenworp van de Innovation, enkele aperitiefjes te gaan nuttigen.”

Rook

Pol gooit er een vette knipoog tegenaan. “Ons voorbeeld werd gevolgd door meerdere mamzels die in de Inno werkten en het was er altijd een gezellige boel. Zo ook die bewuste 22 mei. Plots riep er één van die juffrouwtjes: ‘Kijk, er komt rook uit ons gebouw, we gaan niet meer moeten werken vandaag’. Maar het lachen zou hen snel vergaan. Iedereen liep naar buiten om te zien wat er gaande was en meteen hoorden we enkele luide knallen. Achteraf zou blijken dat dit gasflessen waren die ontploften. Sommige vrouwen renden in paniek naar het brandende winkelpand, anderen bleven als aan de grond genageld naar de enorme rookwolken kijken. Ik was samen met één van onze techniekers die zich bezighield met de hoogspanningsleidingen en via zijn walkie talkie werd hij opgeroepen om vanop het nabijgelegen Martini Center de situatie te schetsen. Hij repte zich daarheen en ik ging mee.”

Hallucinant

Een niet te overziene ravage
Een niet te overziene ravage© Belga

“Vanop de hoogste verdieping hadden we een goed zicht op de omvang van de ramp. Het warenhuis was eigenlijk een soort samengesteld gebouw, gevormd door verschillende panden, met een totale oppervlakte zo’n 10.000 vierkante meter. We zagen hoe het vuur zich razendsnel verspreidde en de brandweer een ongelijke strijd aanging met de hoogoplaaiende vlammen. Ik meende te zien dat er mensen zich probeerden te redden door naar beneden te springen en dat bleek jammer genoeg geen zinsbegoocheling te zijn geweest, want achteraf vernamen we dat meerdere personen de sprong naar beneden niet overleefden… Hallucinant!”

Pol wordt er even stil van. “Hoe aangrijpend die beelden ook, ik moest verder met de orde van de dag… Net terug op mijn bureau kreeg ik een telefoontje van Odette, mijn echtgenote. Of ik niks mankeerde? Zij had op de radio gehoord wat er aan de gang was in Brussel en aangezien ik beroepshalve vaak langs de plaats van het onheil voorbijkwam, was ze uiteraard bezorgd. Pas toen ik ‘s avonds thuiskwam, leek ze helemaal opgelucht.”

Ramptoerist

De volgende dag stapte Pol niet van de trein in het Noordstation, maar in Brussel Centraal. “Dat was dichter bij de Innovation. Ik wou zien hoe groot de impact van de brand nu wel was. Een echte ramptoerist kan je me evenwel niet noemen. Het was gewoon omdat ik het zo van nabij had meegemaakt. Ik kon mijn eigen ogen niet geloven. Een groot deel van het gebouw was ingestort, maar heel dichtbij kon je niet komen, want alles was hermetisch afgesloten. Natuurlijk was dit onder de collega’s het gespreksonderwerp nummer één, maar we hadden vooral te doen met de vele slachtoffers. We hoorden dat er meer dan driehonderd waren. Dat doet een mens toch wat”, zegt hij.

“De ramp flitste door mijn hoofd toen hier enkele jaren geleden in ons appartementsblok (residentie Melinda, red.) ook brand uitbrak. Wij wonen op de zevende verdieping en er is geen brandtrap. Ik heb dan een lijvige brochure gemaakt met aanbevelingen en die aan de verantwoordelijke personen gegeven, maar daar is helaas nooit iets mee gedaan. De vingers kruisen dus maar en hopen dat we van dergelijk onheil gespaard blijven. Naar beneden springen ga ik alleszins niet doen”, besluit Pol Vander Gucht.

(RL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier