Paster De Jaeger, aalmoezenier seiezoenarbeiders in Frankrijk, gehuldigd in Oostende
In het Woon- en Zorgcentrum St.-Elisabeth in Oostende vierde de 94-jarige priester Joris De Jaeger zijn 69-jarig priesterschap in gezelschap van familie en vrienden.
Paster De Jaeger was van 1953 tot 1987 aalmoezenier van de West-Vlaamse seizoenarbeiders in Frankrijk.
Na zijn succesvolle studies kan de priester meteen aan de slag als aalmoezenier van de seizoenarbeiders. “De cichoreimannen van Lichtervelde schreven een brief naar de kersverse bisschop De Smedt met de vraag of ze die stagiair ook als aalmoezenier kregen?” Zo werd De Jaeger, na pastertje Denys, de tweede en laatste West-Vlaamse pastoor van de Franschmans.
Ca. 40 jaar was Joris De Jaeger ‘paster’ van die Franschmans, trimards, bietenmannen of ‘Les godverdommes’. “Ik houd niet van het begrip Franschman, ook al staat het in Van Dale en kregen een museum en diverse monumenten die naam. Maar die mensen waren geen Fransen, net zoals het geen Duitsers waren. Op die manier werden ze twee keer vreemdeling: niet alleen in Frankrijk maar ook in eigen land.”
“Ik ging naar die mensen in den vreemde niet alleen om de mis op te dragen of sacramenten toe te dienen. Zij moesten vooral voelen dat je één van hen was. Je moest vooral ‘stoefen’ met hun gepresteerde werk, hun waardigheid terug geven, want niemand anders deed dat. ‘Schoon werk. Chance dat ze jullie hier hebben’, zei ik dan.”
(ML)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier