Oostende vraagt 106.000 euro schadevergoeding aan Vlaamse Visveiling

Redactie KW

Oostende vraagt een schadevergoeding van 106.000 euro aan de Vlaamse Visveiling omdat de contractueel overeengekomen 45% aanvoer in de voorbije vijf jaar niet werd gehaald.

In de overeenkomst tussen de stad Oostende, de Vlaamse Visveiling en European Food Centre is bepaald dat minstens 45% van het volledig jaarlijkse volume van verse vis, en week- en schaaldieren, die door de Belgische vloot naar de exploitatiezetels van de Vlaamse Visveiling in Oostende en Zeebrugge aangevoerd worden, moeten geveild worden in Oostende.

De stad Oostende heeft de nodige, officiële cijfergegevens van de Vlaamse Overheid ontvangen. Uit de cijfers blijkt dat over de referentieperiode 34,40% in Oostende werd geveild. Dit gemiddelde werd berekend over een periode van vijf jaar, van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015. Uiterlijk op 31 januari 2016 moet nagegaan worden of het gemiddelde minimum percentage van 45% in Oostende werd gehaald.

34,40% aanvoer in Oostende

“Op grond van de berekening die in de overeenkomst is voorzien, moeten de Vlaamse Visveiling en European Food Centre aan de stad een forfaitaire schadevergoeding van 106.000 euro betalen”, aldus burgemeester Johan Vande Lanotte. “Deze betaling moet uiterlijk tegen 28 februari voldaan zijn. Het college van burgemeester en schepenen keurde op 25 januari de brief goed waardoor dit bedrag opgeëist wordt.”

“De score van 34,40% is niet fantastisch, maar ook niet slecht. Historisch gezien is het zelfs een hoog percentage“, zegt Johan Vande Lanotte. “Het is ook de eerste keer in 20 jaar dat geïnvesteerd wordt in de vismijn, al zal de nieuwe vismijn pas kunnen worden gerealiseerd als de Vlaamse regering een nieuwe locatie heeft gevonden voor het VLIZ. Maar als stadsbestuur zijn wij gehouden aan onze contracten en moeten wij de boete opeisen.”

Geen 10,6 miljoen

Het contract en de te betalen boete kwam de voorbije jaren regelmatig in de media, onder meer door de jaarlijkse tussenkomsten van Groen over het onderwerp. Opvallend is dat daarbij altijd sprake was van 1 miljoen euro boete per niet gehaald procent, op voorwaarde dat de kaap van de 40% niet werd bereikt. In dat geval zou de Vlaamse Visveiling Oostende maar liefst 10,6 miljoen euro verschuldigd zijn. Het stadsbestuur sprak die berekeningswijze tot voor kort ook niet tegen. Nu blijkt – volgens bijlage 3B van de overeenkomst – in procenten te moeten worden gerekend en niet in absolute cijfers. Dus geen 10,6, maar 0,106.

“Het opleggen van de boete is meer dan terecht. Eigenlijk de normaalste zaak van de wereld”, reageert Wouter De Vriendt (Groen). “We vragen ons wel af of de stad nog streeft naar hogere percentages, zoals in het verleden, of niet? We twijfelen aan het argument dat een nieuwe vismijn tot meer aanvoer zal leiden. In de huidige vismijn is plaats genoeg om meer vis aan te voeren. We hadden liever gezien dat elk jaar 45% werd gehaald dat dat nu deze boete moet worden betaald.” (HH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier