Nico ‘Quicky’ Delecluyse over zijn populair café, zijn ziekte en zijn leven

Café Quicky dankt zijn naam aan Nico's bijnaam in het tafelvoetbalwereldje. "Ik was blijkbaar een snelle speler." © (Foto Frank)
Redactie KW

Noem één Emelgemnaar die letterlijk iedereen zal kennen en je komt onvermijdelijk bij Nico ‘Quicky’ Delecluyse uit. In 2003 opende hij café Quicky en ondertussen biedt hij al aan liefst elf verenigingen onderdak. “Ik zie mijn café graag als een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en zichzelf kunnen zijn”, zegt hij.

Zijn café, dat is zijn thuis. Aan het woord is Nico ‘Quicky’ Delecluyse. Dertien jaar geleden zwaaiden de deuren open van de populaire Emelgemse herberg en bloeide ook de man zelf helemaal open. “De beste beslissing van mijn leven”, zegt hij daarover.

Was het een jongensdroom om ooit je eigen café te runnen?

“Dat nu ook weer niet, maar ik had wel zin in een nieuwe uitdaging. Ik werkte toen al vijftien jaar bij Vandemoortele, maar was echt uitgekeken op die job. Eerlijk: respect voor de mensen die zo’n job hun hele carrière volhouden. Mij was het te saai geworden. Ik speelde toen met het idee om een café te starten en toen deze zaak, die toen nog de Sportkring heette, over te nemen stond, besloten mijn vrouw Damienne en ik een kijkje te komen nemen.”

En je was meteen verkocht.

“Klopt. Ik moest wel nog mijn echtgenote overtuigen, maar dat kostte me niet veel moeite. (glimlacht) We waren het snel eens dat onze toekomst hier lag. We verkochten onze eigen woning in de Wezestraat in Emelgem en sloegen aan het verbouwen. Ook het kleine huisje naast het café konden we kopen. We hebben zeker twee jaar op een bouwwerf geleefd.”

Herinner je je nog je eerste dag als cafébaas?

“Alsof het gisteren was. 3 augustus 2003 stond ik voor het eerst achter de toog. Zenuwachtig dat ik was! Ik had echt klamme handjes. Twee uur lang stond ik hier moederziel alleen. Ik begon al te panikeren. Had ik de foute beslissing genomen? Maar dan stroomde het volk toe. Die eerste dag was meteen een schot in de roos. Toen was Quicky nog lang niet zo groot als nu. Enkel de eerste ruimte, waar de golfbiljart staat, was toen in gebruik. De rest hebben de jaren nadien zelf bijgebouwd. Acht jaar geleden werd alles één geheel.”

Was je meteen verkocht?

“Zeker. Dit was mijn stiel. Ik wist het direct. Elke dag tussen de mensen zitten, daar droomde ik al jaren van.”

Waar haalde je de naam eigenlijk vandaan?

“Toen ik nog competitie speelde in het tafelvoetbal, was Quicky mijn bijnaam. Ik was toen blijkbaar nogal een snelle speler. Nu niet meer, hoor. (grijnst) Quicky was ons plan B, want we wilden het cafés eerst Biskops noemen, naar de familie die de Sportkring zoveel jaren had uitgebaat. Maar de familie Bisschop zag dat niet echt zitten. Die wens hebben we uiteraard gerespecteerd.”

Dertien jaar na je eerste getapte pint is café Quicky uitgegroeid tot een begrip in Emelgem en omstreken. Ben je daar trots op?

“Enorm! Dat betekent dat we hier toch iets hebben neergezet. Voor hetzelfde geld was ons liedje hier na enkele jaren al uitgezongen, maar we wisten van het café een sterk merk te maken. Dat doet deugd. Ik zie mijn café graag als een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en zichzelf kunnen zijn. Ik denk dat we in dat opzet geslaagd zijn. Wie hier binnenkomt, vindt altijd wel een bekende terug. Ik ken mijn vaste klanten ook door en door. Het zijn vrienden geworden.”

Je staat ook bekend om je vele verenigingen. Ken je ze allemaal uit het hoofd?

(onverstoorbaar) “De Quickytappers, de Quickykaarters, de Quickybakkers, de voetbalpronostiekclub, een golfbiljartclub die competitie speelt, een dartsclub, KVK Quicky – een fanclub van KV Kortrijk, de Whis-Quicky-tasters, cafévoetbalclub Racing Quicky, de Quickytrapsters en minivoetbalclub Quicky United. Ik hoop dat ik niemand vergeet.” (lacht)

Een serieuze mond vol.

“Ik leg mijn clubs graag in de watten. Het is wel niet makkelijk om clubs en leden te rekruteren en te houden. Tien jaar geleden was het voor veel mensen veel evidenter om ergens lid van te zijn. Ik steek er graag mijn tijd in. Bij vrijwel elke club heb ik een bestuursfunctie. Daar gaat mijn vrije tijd grotendeels naartoe.”

Na dertien jaar in het vak moet je perfect weten voor welke valkuilen je moet opletten…

“Meer nog: ik ben zelfs in eentje getrapt. Een viertal jaar geleden brak de affaire rond Creve Drinks los. Die drankenhandel uit Waarschoot leverde bij honderden cafés drank in het zwart, ook bij ons. Alleen hielden ze een zwarte boekhouding bij… Creve kocht de rechtzaak met enkele miljoenen euro’s af, maar wij werden wel vervolgd. De oorspronkelijke boete bedroeg 500.000 euro, twintig miljoen oude Belgische frank! Gelukkig konden we – met dank aan een goeie advocaat, boekhouder en een begripvolle fiscus – een flink stuk van de boete doen. Toch moeten we in totaal zeven jaar lang afbetalen, al is dat pakken beter dan die eerste som. Dat zou het einde van café Quicky betekend hebben. In één adem, alles weg wat we opgebouwd hadden. Ik mag er nog altijd niet aan denken.”

Heb je tips voor beginnende cafébazen?

“Je moet als koppel altijd aan hetzelfde zeel trekken. Dat is het belangrijkste. En je moet een luisterend oor kunnen bieden. Damienne en ikzelf voelen ons vaak halve psychologen. Van sommige vaste klanten weten we bijna alles, denk ik. Mocht ik van elke dag in mijn café een A4’tje hebben vol gepend, ik had al een prachtig boek kunnen samenstellen.”

Heb je vaak het gevoel dat je beroep onderschat wordt?

“Dat gebeurt wel eens. Iedereen ziet de mooie kant van de job: in het café tussen de mensen en het plezier. Maar er komt veel meer bij kijken. De papierberg, elke dag je café kuisen, de drank aanvullen… Wij kloppen vaak erg lange dagen. Tot 16, 17 uur lang. Dat kruipt wel eens in de kleren. Maar ik kan ook erg moeilijk de laatste klanten ‘buitensteken’. Dat is wel een klein gebrek.” (grijnst)

Een goeie cafébaas is iemand die zelf van de drank blijft. Klopt die stelling?

“Dat is inderdaad onontbeerlijk. Ik drink wel eens eentje mee, maar dat blijft altijd binnen de perken. Ik heb het grote geluk dat mijn vrouw ook in het café staat. Zo kan ik me ook eens tussen de klanten mengen. Op zondag zit ik vrijwel altijd aan de andere kant van de toog. Dan verzorg ik mijn public relations.”

Over je vrouw gesproken: sinds drie jaar staat zij aan het roer van café Quicky.

“Een bewuste keuze. Damienne zette haar – nochtans florerend – kapsalon stop om zich volledig op het café te kunnen focussen. Sindsdien ben ik meewerkend echtgenoot. De reden is eenvoudig: mijn ziekte speelt me te veel parten. Ik kreeg van de dokters letterlijk te horen dat ik minder fysieke arbeid moest doen, mocht ik nog willen rekenen op een normale oude dag.

“Plots hing er ons een boete van liefst 500.000 euro boven het hoofd”

“Ik heb al sinds mijn geboorte een inwendige bloedstollingsziekte en de gevolgen zijn navenant. Op mijn veertiende werd mijn linkerknie vastgezet en toen ik dertig was, is er een prothese in mijn linkerenkel geplaatst. Maar door jaren met zware bakken bier te sleuren, kreeg ik zo pijn aan mijn nek, heup en rug… Ik heb met spijt in het hart een stap terug moeten zetten, maar het was van moeten.”

Maar café Quicky helemaal zonder Quicky zelf is ondenkbaar.

“Ik kan het gewoon niet missen. Het café is mijn lang leven. Ik heb nu even met wondroos gesukkeld, maar ik kan hier echt niet wegblijven. Ik ben altijd aanwezig, al dan niet in werkende vorm. (knipoogt) Ik ben Damienne wel erg dankbaar dat ze zich zo flexibel heeft opgesteld en een deel van mijn taken heeft overgenomen.”

Zie je jezelf nog eens dertien jaar achter de toog van café Quicky staan?

(zucht) “Dat is andere koek! Binnen acht jaar zal ik een evaluatie maken. Dan zijn al onze leningen afgelost en zijn de zaak en het gebouw eindelijk helemaal van ons. Wat onze beslissing dan zal zijn, kan ik nu onmogelijk zeggen. Maar op vandaag ben ik hier met geen stokken buiten te krijgen. Een andere uitdaging zie ik evenwel niet zitten. Ofwel run ik een café, ofwel is het niks meer. Mijn stille droom is dat een van onze kinderen de fakkel overneemt, maar we zullen hen nooit pushen.”

Je bent ook de man van de vele tattoo’s. Hebben die allemaal een betekenis?

“Ik zie het gewoon ook graag. Maar sommige tattoo’s hebben inderdaad een achterliggende betekenis. De tekst ‘What doesn’t kill you, makes you stronger’ liet ik zetten na de zware tackle van Axel Witsel op de toenmalige Anderlechtspeler Marcin Wasilewski in augustus 2009. En ook de namen van mijn kinderen en vrouw zijn op mijn lichaam vereeuwigd.”

“Tattoo’s waren echter een verslaving, nu niet meer. Ik liet mijn eerste tatoeage op mijn negentiende zetten en daarna volgde elk jaar een nieuw exemplaar. Bij mijn laatste tatoeage had ik echter zoveel pijn dat ik het voor bekeken gehouden heb. Maar het kriebelt wel weer. Als ik iemand vind die bij mij thuis tattoo’s kan zetten, zou ik het misschien weer overwegen”

Heb je nog dromen?

“Dromen? Ik zou niet weten wat. Ik heb alles om me gelukkig te voelen. Ik zeg wel al jaren dat ik mijn oude dag ergens aan zee wil doorbrengen, maar dat zal er waarschijnlijk niet van komen. We hebben veel kinderen en zullen ons dus binnen enkele jaren mogen verwachten aan veel kleinkinderen.” (schatert)

Bio Nico Delecluyse

Prive

Nico Delecluyse (46) woont met zijn echtgenote Damienne Stragier in de Ingelmunstersestraat in Emelgem. Ze zijn de ouders van Mayté (17), Faith (16), Shiloh-Novel (9) en Nastja (11). Nico is de zoon van Marie-Thérèse ‘Tineke’ Houthaeve (68) en Daniel Delecluyse (70).

Loopbaan

Van 2003 tot 2013 zaakvoerder van Café Quicky. Nu is Nico meewerkend echtgenoot en runt Damienne de zaak.

Vrije tijd

“Het café en de vele verenigingen zijn mijn hobby’s.”

Afrikaans pleegkindje maakt familie compleet

De kleine Cameron.
De kleine Cameron.© (GF)

Het gezin Delecluyse telt sinds november 2015 een lid extra. “We zijn pleegouders geworden van Cameron (3) uit Auxerre in Frankrijk”, legt Nico uit. “Ikzelf was eerst niet voor het idee gewonnen. Het waren mijn vrouw en kinderen die met het plan op de proppen kwamen. Maar ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”

Cameron komt elke schoolvakantie naar Emelgem en tijdens de zomervakantie blijft hij een volle maand. “We kijken elke keer opnieuw uit naar zijn komst. Het is een schat van een ventje en maakt echt al deel uit van de familie. Ook in het café loopt Cameron gewoon rond. Onze vaste klanten kennen hem al goed. En één kindje extra vraagt echt geen grote inspanningen. Het is zoals mijn vrouw zegt: je kan altijd snel een bordje bijzetten.”

Dilemma’s

Waar ga je zelf graag iets drinken?

“In de Westhoek. Even weg van Izegem en volledig incognito. Als ik hier op café ga, kom ik altijd wel een bekende tegen en zit ik uren aan de toog te slijten. Op mijn vrije dag heb ik daar weinig behoefte aan.”

Een pintje of een glas wijn?

“Een pint. Maar ik hou nog meer van een frisse Duvel of een Westvleteren 12.”

Anderlecht of KV Kortrijk?

“Ik ben in hart en nieren Anderlecht-fan, maar ik heb ook een lichte sympathie voor KV Kortrijk. Ik ga ook regelmatig naar Kortrijk kijken, zeker wanneer ze tegen Anderlecht spelen. En dan supporter ik binnensmonds toch voor mijn grote liefde.”

Voor of achter de toog?

“Ik doe het allebei graag. Maar achter de toog bevind je je in een compleet andere wereld dan ervoor. Hier zet ik mijn joker in.”

Eerste Quicky Retro Tour

Zondag 3 juli vindt de allereerste Quicky Retro Tour plaats, een rit van de oldtimerclub Old Car Drivers. Ook Nico Delecluyse is gepassioneerd door oldtimers. “Ik heb er zelf twee”, zegt hij trots. “Een Citroën DS van 1967 en een Peugeot van 1963.”

De Quicky Retro Tour is 110 kilometer lang en kost 35 euro per persoon. Wie jonger is dan 12, betaalt 20 euro. De rit start om 9 uur aan café Quicky. Inbegrepen: koffie, boerenstuttenarrangement met twee consumpties, een bezoek aan de Summermeeting V8 Brothers en een afsluitende frituur en twee consumpties aan café Quicky. (PVH)

Info en inschrijven: www.oldcardrivers.com, 0472 938 442.

(Philippe Verhaest)