Na een turbulent horecaleven geniet Karel Hessels van zijn jonge gezin

Karel Hessels. © Davy Coghe
Redactie KW

Karel Hessels is een man die het leven ten volle leeft. Als horeca-ondernemer, in de liefde, in de zorg voor zijn nog jonge gezin en in het engagement voor zijn stad als voorzitter van Horeca Brugge: hij geeft zich honderd procent. Hessels heeft een eigen mening die hij graag vrank en vrij formuleert. Voor zijn naasten en in zijn gezin toont hij zich eerder zacht en zelfs diplomatisch. “Na een vaak uitbundig horeca- en uitgaansleven geniet ik nu ten volle van mijn gezin en het vaderschap.”

We ontmoeten Karel Hessels op de plek waar hij voor het eerst écht zijn eigen weg koos, waar hij met succes zijn zin doordreef en zijn zelfstandig horecaleven begon: Charlie Rockets in de Hoogstraat. Ondergetekende vertoefde als scholier, student en ook later nog in het volwassen beroepsleven vele uurtjes aan de ronde bar van de Charlie’s. Deze ronde bar was voor die tijd de plaats waar de ticketjes voor een filmvoorstelling in Cinema Memlinck werden verkocht. Tot de cinema failliet ging en de uit Zedelgem afkomstige Hubert Hessels, vader van, het pand in 1993 opkocht.

Je woont en werkt al vele jaren in Brugge, maar je roots liggen in Zedelgem. Welke jeugd beleefde je daar?

“Ik groeide op in de wijk De Leeuw, Mijn vader Hubert (87) werkte er als zelfstandig meubelverkoper. Mijn moeder Jeanine Dutoit was huisvrouw en zorgde voor de vier kinderen; naast mijn tweelingbroer Koen is er ook nog mijn zus Tine en oudere broer Luc. We beleefden er een hele mooie jeugd in het groen en op de landerijen. In mijn klas zaten veel boerenkinderen. Onze straat heette de Nijverheidsstraat maar de mensen zeiden allemaal Hessels-straat omdat de kinderen Hessels er altijd buiten speelden.”

Toen je twaalf jaar was, in 1977, verhuisde je van de Zedelgemse velden naar het drukke en grote Brugge. Een hele verandering…

“Inderdaad, ik kwam van een dorpsschooltje en plots kwam ik terecht in dat gigantische Sint-Lodewijkscollege. In mijn ogen was het precies een wolkenkrabber. En dan gingen we ook nog eens wonen in de Korte Vulderstraat, vlakbij de imposante Sint-Salvatorskathedraal. Het was vooral mijn moeder die in Brugge wilde komen wonen. Zij kwam uit een stad, Kortrijk namelijk, en heeft nooit goed kunnen aarden in het landelijke Zedelgem.”

“Mijn vader was hard, maar leerde me wel mijn plan trekken. Die waarden wil ik ook doorgeven aan mijn zonen”

“Mijn vader zocht vooral een woning met de ruimte om de meubels hij verkocht te kunnen etaleren voor de klanten. De meubelsector zat toen wel wat in een dipje en in de Korte Vulderstraat stond dus een pand leeg, en te koop, naast het hotel Libeer. Mijn moeder kwam af met het idee om in dat pand een hotel te beginnen. Zo gezegd zo gedaan en in ’77 startten ze met een hotel met acht kamers.”

“Mijn moeder was erg goed in decoratie en zorgde voor een warme, gezellige sfeer. Het was de tijd dat het toerisme echt begon te boomen en het hotel, met de naam Groeninghe, werd al vlug een succes. Als service naar de gasten leidde mijn vader ze ‘s avonds zelf rond in Brugge. Ik herinner me hoe hij meer dan eens met zijn gasten bleef plakken in een of ander cafeetje…M’n vader vroeg in die tijd bij de stad een vergunning aan om een elektrisch toeristentreintje te mogen exploiteren, maar hij kreeg geen toelating. ‘We gaan er hier geen Bokrijk van maken’, klonk de motivering toen. Enkele jaren nadien werd zo’n sightseeing-tour wel toegelaten en dat werd een groot succes… Mijn broer en ik hielpen na school en op zaterdag trouwens ook mee in het hotel, dat was vooral afwassen als ik me dat goed herinner.”

Het bleef niet bij een hotel met acht kamers.

“Inderdaad, mijn vader wilde uitbreiden en zocht naar een locatie aan het water. De mensen zochten luxe en een mooi uitzicht. In 1981 begon hij dan met hotel Die Swaene langs de Steenhouwersdijk, terwijl mijn zus Tine en broer Luc hotel Groeninghe voort uitbaatten. Die Swaene begon met acht kamers, maar in 1983 werd dat uitgebreid tot achttien kamers en na nog enkele uitbreidingen en herenrichtingen belanden we finaal op 24 kamers. Later realiseerden we aan de overkant van het water ook nog de Pergola, met acht hotelkamers en een aperitiefbar.”

Je bouwde ook aan je eigen weg in de horeca. Een bewuste keuze om niet in je ouders’ voetsporen te blijven lopen?

“Ja, toch wel. Ik had mijn eigen concept voor ogen: een ‘american style’-bar waar jongeren zich thuis voelen. Ik had mijn oog laten vallen op een pand op ‘t Zand, toen de place to be voor de uitgaande jeugd, maar die onderhandelingen sprongen af. Intussen had mijn vader het pand gekocht waarin de failliete cinema Memlinck huisde in de Hoogstraat. Hij wilde er parkeergarages realiseren, ook ondergronds, maar botste op veel tegenkanting, vooral van één bepaalde buurtbewoner.”

“In het begin van mijn carrière dacht ik helemaal niet aan kinderen of een gezinsleven”

“Dus ik besloot dan maar om mijn concept Charlie Rockets in dat pand in de Hoogstraat te gaan uitwerken. Na veel bloed, zweet en tranen, ook omwille van buurtbewoners die vreesden voor overlast, heb ik in 1995 de zaak kunnen openen. In 1998 kwam er op de verdieping ook nog een jeudherberg bij en in 2005 startte ik in het pand ernaast met het Italiaanse restaurant Carlito’s, in 2012 gevolgd door Piazza Carlito’s in Sint-Andries.”

Alsof je nog niet genoeg om handen had, besloot je je ook nog te engageren binnen Horeca Brugge vzw, de beroepsfederatie waarvan je in 2015 voorzitter werd. Waarom nam je ook nog deze taak op?

“Om eerlijk te zijn: ik wist als horeca-uitbater eigenlijk niet goed wat Horeca Brugge zoal deed en stond er ook wel wat kritisch tegenover. Ik raakte met de bestuursleden in gesprek en woonde eens een vergadering bij. Toen voorzitter Erwin Dhelft zijn mandaat neerlegde, werd ik door mijn collega’s in het bestuur aangespoord om die functie over te nemen. Ik zie het als een engagement voor mijn stad en mijn sector. Door overleg met het stadsbestuur zijn we toch al tot voor de horeca betere regelingen gekomen, zoals het bijsturen van de tonnagebeperkingen, in het parkeerbeleid en in het terrasreglement voor het nieuwe Zand.”

Een stabiele relatie, een gezinsleven… Het is geen evidentie in een druk en hectisch horecaleven dat zich ook vaak ‘s nachts afspeelt. Dat heb je zelf aan den lijve ervaren, niet?

“Dat klopt. In het begin van de uitbating van Charlie Rockets, in 1996, ben ik getrouwd met de Française Cathérine Charlot. Ik was er dertig en zij slechts drieëntwintig. Onze relatie was niet bestand tegen dat drukke en turbulente uitgaansleven en na nog geen twee jaar was het huwelijk al afgelopen. Ik focuste me vooral op mijn zaak en maakte ook wel veel plezier. Ik dacht niet aan kinderen of een gezinsleven. In 1999 leerde ik Kathleen Maes kennen en dat klikte erg goed…”

Karel Hessels.
Karel Hessels.© Davy Coghe

We waren beiden nogal uitbundig en het botste ook wel vaak, het was vaak aan en uit… In 2004, ik was toen al 39 jaar, werd onze zoon Effren geboren. Twee jaar later kwam mijn zoon Iben ter wereld. Jammer genoeg bleek ook deze relatie niet bestand tegen een turbulent horecaleven, met alle verlokkingen die daarbij horen en die vaak tot spanningen leiden. Onze wegen scheidden dan, maar we runnen wel nog samen en in de beste verstandhouding het Piazza Carlito’s in Sint-Andries. In 2010 leerde ik mijn huidige partner Nele Caus kennen en in 2014, ik was toen al 48 jaar, zag onze zoon Lennert het levenslicht.”

Wat doet het vaderschap met je?

“Vader worden is een overweldigende ervaring. Van mijn vader heb ik geleerd om respect te hebben voor andere mensen, zeker voor de mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in je leven. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Mijn vader leerde me ook om zelfstandig te zijn. Ik was destijds als tiener met mijn brommer in panne gevallen en belde aan een telefoonkot naar hem om me te komen halen.”

“Hij zei me dat ik er zelf geraakt was en dat ik wel zelf zou terug geraken ook. Dat was hard, maar ik heb erdoor geleerd mijn plan te trekken. Ik wil die waarden ook doorgeven aan mijn zonen. Het vaderschap maakt me een completer mens. Na een druk en vaak uitbundig horecaleven geniet ik nu ten volle van het samenzijn met mijn gezin.” (PDV)

Winkelen

“Ik ben eigenlijk geen grote shopper, ik heb er het geduld niet voor. Als ik dan toch eens wat nieuwe kledij ga kopen, dan vind ik bij Fred Perry in de Philipstockstraat wel gemakkelijk wat ik zoek. Voor schoen ga ik steevast naar Quicke. Maar eigenlijk zijn er in Brugge nog te weinig mooie boetieks en originele zaken. De grote ketens en de eenheidsworst overheersen het straatbeeld en dat vind ik wal jammer. Ik heb de indruk dat dit in sommige andere steden minder het geval is.”

Reizen

“Ik maakte vroeger heel graag grote reizen, vooral naar de Verenigde Staten. Ik bezocht onder meer New York en Californië, maar ook Hawaï. Ook citytrip’s kunnen me bekoren. Wellicht ook doordat ik nu kinderen heb zoek ik het liever iets dichter bij huis. Het gedoe met lange tijd onderweg zijn en overstappen spreekt me nu veel minder aan en trek ik al eens graag naar zonnige locaties in Frankrijk, Italië en Spanje. Vooral voor Spanje heb ik een boontje. Mijn ouders hadden er jarenlang een buitverblijf, maar dat is jammer genoeg verkocht.”

Lezen

“Je mag me gerust een echt stripfanaat noemen en ik heb de albums van onder meer Asterix en Guust Flater verslonden. Een romanlezer ben ik niet echt, maar ik hou er wel van om me te verdiepen in allerlei artikels over de actualiteit.”

Mooiste plekje

“Ik heb graag veel mensen om me heen en de Markt vind ik dus erg leuk om te vertoeven. Daarnaast wandel ik ook wel graag langs de Groenerei. De wandeling van bij me thuis destijds van in de J. Suvééstraat tot aan het hotel aan de Steenhouwersdijk blijft me ook enorm dierbaar. En van dat rustgevende beeld van de Burg met het stadhuis ‘s avonds kan ik ook genieten.”

Winkelen

“Ik ben eigenlijk geen grote shopper, ik heb er het geduld niet voor. Als ik dan toch eens wat nieuwe kledij ga kopen, dan vind ik bij Fred Perry in de Philipstockstraat wel gemakkelijk wat ik zoek. Voor schoen ga ik steevast naar Quicke. Maar eigenlijk zijn er in Brugge nog te weinig mooie boetieks en originele zaken. De grote ketens en de eenheidsworst overheersen het straatbeeld en dat vind ik wal jammer. Ik heb de indruk dat dit in sommige andere steden minder het geval is.”

Reizen

“Ik maakte vroeger heel graag grote reizen, vooral naar de Verenigde Staten. Ik bezocht onder meer New York en Californië, maar ook Hawaï. Ook citytrip’s kunnen me bekoren. Wellicht ook doordat ik nu kinderen heb zoek ik het liever iets dichter bij huis. Het gedoe met lange tijd onderweg zijn en overstappen spreekt me nu veel minder aan en trek ik al eens graag naar zonnige locaties in Frankrijk, Italië en Spanje. Vooral voor Spanje heb ik een boontje. Mijn ouders hadden er jarenlang een buitverblijf, maar dat is jammer genoeg verkocht.”

Lezen

“Je mag me gerust een echt stripfanaat noemen en ik heb de albums van onder meer Asterix en Guust Flater verslonden. Een romanlezer ben ik niet echt, maar ik hou er wel van om me te verdiepen in allerlei artikels over de actualiteit.”

Lekker eten

“Als voorzitter van Horeca Brugge vzw kan ik het me moeilijk permitteren om hier bepaalde namen van restaurants te noemen; ik moet toch enigszins neutraal zijn. Ik wil wel kwijt dat er in Brugge een prachtig aanbod is voor zowel lunch als diner en dit in allerlei prijsklassen. In onze stad vind zeker iedereen zijn gading.”

Mooiste plekje

“Ik heb graag veel mensen om me heen en de Markt vind ik dus erg leuk om te vertoeven. Daarnaast wandel ik ook wel graag langs de Groenerei. De wandeling van bij me thuis destijds van in de J. Suvééstraat tot aan het hotel aan de Steenhouwersdijk blijft me ook enorm dierbaar. En van dat rustgevende beeld van de Burg met het stadhuis ‘s avonds kan ik ook genieten.”

Winkelen

“Ik ben eigenlijk geen grote shopper, ik heb er het geduld niet voor. Als ik dan toch eens wat nieuwe kledij ga kopen, dan vind ik bij Fred Perry in de Philipstockstraat wel gemakkelijk wat ik zoek. Voor schoen ga ik steevast naar Quicke. Maar eigenlijk zijn er in Brugge nog te weinig mooie boetieks en originele zaken. De grote ketens en de eenheidsworst overheersen het straatbeeld en dat vind ik wal jammer. Ik heb de indruk dat dit in sommige andere steden minder het geval is.”

Reizen

“Ik maakte vroeger heel graag grote reizen, vooral naar de Verenigde Staten. Ik bezocht onder meer New York en Californië, maar ook Hawaï. Ook citytrip’s kunnen me bekoren. Wellicht ook doordat ik nu kinderen heb zoek ik het liever iets dichter bij huis. Het gedoe met lange tijd onderweg zijn en overstappen spreekt me nu veel minder aan en trek ik al eens graag naar zonnige locaties in Frankrijk, Italië en Spanje. Vooral voor Spanje heb ik een boontje. Mijn ouders hadden er jarenlang een buitverblijf, maar dat is jammer genoeg verkocht.”

Lezen

“Je mag me gerust een echt stripfanaat noemen en ik heb de albums van onder meer Asterix en Guust Flater verslonden. Een romanlezer ben ik niet echt, maar ik hou er wel van om me te verdiepen in allerlei artikels over de actualiteit.”

De tips van Karel

Lekker eten

“Als voorzitter van Horeca Brugge vzw kan ik het me moeilijk permitteren om hier bepaalde namen van restaurants te noemen; ik moet toch enigszins neutraal zijn. Ik wil wel kwijt dat er in Brugge een prachtig aanbod is voor zowel lunch als diner en dit in allerlei prijsklassen. In onze stad vind zeker iedereen zijn gading.”

Mooiste plekje

“Ik heb graag veel mensen om me heen en de Markt vind ik dus erg leuk om te vertoeven. Daarnaast wandel ik ook wel graag langs de Groenerei. De wandeling van bij me thuis destijds van in de J. Suvééstraat tot aan het hotel aan de Steenhouwersdijk blijft me ook enorm dierbaar. En van dat rustgevende beeld van de Burg met het stadhuis ‘s avonds kan ik ook genieten.”

Winkelen

“Ik ben eigenlijk geen grote shopper, ik heb er het geduld niet voor. Als ik dan toch eens wat nieuwe kledij ga kopen, dan vind ik bij Fred Perry in de Philipstockstraat wel gemakkelijk wat ik zoek. Voor schoen ga ik steevast naar Quicke. Maar eigenlijk zijn er in Brugge nog te weinig mooie boetieks en originele zaken. De grote ketens en de eenheidsworst overheersen het straatbeeld en dat vind ik wal jammer. Ik heb de indruk dat dit in sommige andere steden minder het geval is.”

Reizen

“Ik maakte vroeger heel graag grote reizen, vooral naar de Verenigde Staten. Ik bezocht onder meer New York en Californië, maar ook Hawaï. Ook citytrip’s kunnen me bekoren. Wellicht ook doordat ik nu kinderen heb zoek ik het liever iets dichter bij huis. Het gedoe met lange tijd onderweg zijn en overstappen spreekt me nu veel minder aan en trek ik al eens graag naar zonnige locaties in Frankrijk, Italië en Spanje. Vooral voor Spanje heb ik een boontje. Mijn ouders hadden er jarenlang een buitverblijf, maar dat is jammer genoeg verkocht.”

Lezen

“Je mag me gerust een echt stripfanaat noemen en ik heb de albums van onder meer Asterix en Guust Flater verslonden. Een romanlezer ben ik niet echt, maar ik hou er wel van om me te verdiepen in allerlei artikels over de actualiteit.”

De tips van Karel

Lekker eten

“Als voorzitter van Horeca Brugge vzw kan ik het me moeilijk permitteren om hier bepaalde namen van restaurants te noemen; ik moet toch enigszins neutraal zijn. Ik wil wel kwijt dat er in Brugge een prachtig aanbod is voor zowel lunch als diner en dit in allerlei prijsklassen. In onze stad vind zeker iedereen zijn gading.”

Mooiste plekje

“Ik heb graag veel mensen om me heen en de Markt vind ik dus erg leuk om te vertoeven. Daarnaast wandel ik ook wel graag langs de Groenerei. De wandeling van bij me thuis destijds van in de J. Suvééstraat tot aan het hotel aan de Steenhouwersdijk blijft me ook enorm dierbaar. En van dat rustgevende beeld van de Burg met het stadhuis ‘s avonds kan ik ook genieten.”

Winkelen

“Ik ben eigenlijk geen grote shopper, ik heb er het geduld niet voor. Als ik dan toch eens wat nieuwe kledij ga kopen, dan vind ik bij Fred Perry in de Philipstockstraat wel gemakkelijk wat ik zoek. Voor schoen ga ik steevast naar Quicke. Maar eigenlijk zijn er in Brugge nog te weinig mooie boetieks en originele zaken. De grote ketens en de eenheidsworst overheersen het straatbeeld en dat vind ik wal jammer. Ik heb de indruk dat dit in sommige andere steden minder het geval is.”

Reizen

“Ik maakte vroeger heel graag grote reizen, vooral naar de Verenigde Staten. Ik bezocht onder meer New York en Californië, maar ook Hawaï. Ook citytrip’s kunnen me bekoren. Wellicht ook doordat ik nu kinderen heb zoek ik het liever iets dichter bij huis. Het gedoe met lange tijd onderweg zijn en overstappen spreekt me nu veel minder aan en trek ik al eens graag naar zonnige locaties in Frankrijk, Italië en Spanje. Vooral voor Spanje heb ik een boontje. Mijn ouders hadden er jarenlang een buitverblijf, maar dat is jammer genoeg verkocht.”

Lezen

“Je mag me gerust een echt stripfanaat noemen en ik heb de albums van onder meer Asterix en Guust Flater verslonden. Een romanlezer ben ik niet echt, maar ik hou er wel van om me te verdiepen in allerlei artikels over de actualiteit.”