Mike en Ronny waren 15 jaar geleden een van de eerste getrouwde homokoppels

Ronny Derynck (links) en Mike Vandevelde houden na 15 jaar huwelijk nog altijd zielsveel van elkaar. (Foto Kurt Desplenter) © Foto Kurt
Philippe Verhaest

Bijna wereldnieuws was het, die 18de juni in 2003. Mike Vandevelde en Ronny Derynck stapten toen als een van de eerste homokoppels in ons land in het huwelijksbootje. Vijftien jaar later zijn de twee nog altijd gelukkig samen, al liep hun verhaal niet altijd over een even effen pad. “Het enige wat we nog wensen, is om samen oud te worden”, zegt Mike.

Toen Mike Vandevelde (45) en Ronny Derynck (70) op 18 juni 2003 het Roeselaarse stadhuis wilden betreden, gebeurde dat onder het oog van de verzamelde Vlaamse pers. “Ik ben daar nog altijd van onder de indruk”, zegt Mike. “Ik had wel verwacht dat er een béétje aandacht zou zijn, maar we stonden die dag letterlijk in het middelpunt van de belangstelling. Niet normaal.”

Hoe leerden jullie elkaar kennen?

Ronny: “Dat was in 2001 bij Dujardin Foods in Koolskamp, waar we allebei werkten. Er was meteen een zekere klik tussen ons, maar een relatie beginnen was niet echt evident… Ik was immers nog getrouwd met mijn echtgenote.”

Mike: “We hebben de zaken dan ook rustig aangepakt, maar nog datzelfde jaar vormden we een koppel. Tja, de liefde hou je niet tegen, hé…”

Hoe waren de reacties?

Mike: “In het algemeen goed. Ik had me al op mijn zeventiende als homo geout, dus niemand keek er bij mij van op. En ook bij Ronny vielen de commentaren mee. Hij was lid van een wielertoeristenclubje en daar hebben ze geen enkel probleem gemaakt van Ronny’s keuze.”

Ronny: “Bij mijn eigen familie zorgde dat wel voor wat wrevel, moet ik toegeven… Mijn broer en zus konden niet echt om met het nieuws en met hen is alle contact verbroken. Ook mijn zoon en dochter zie ik zo goed als niet meer. Bijzonder jammer, terwijl ik destijds enkel mijn hart heb gevolgd…”

Jullie waren vijftien jaar geleden een van de eerste homoseksuele koppels om te trouwen. Een bewuste keuze?

Mike: “Dat we er zo vroeg bij waren, is louter toeval. Die datum paste ons gewoon. Maar de aandacht was echt overweldigend. Vooraf vroegen ze op het stadhuis of we er bezwaar tegen hadden dat de pers aanwezig zou zijn. Wij dachten dat het enkel om een fotootje in de krant ging, maar werkelijk alle media tekenden present. Hadden wat dat geweten…” (knipoogt)

“Toen ik met Mike een relatie begon, zorgde dat voor wrevel binnen mijn familie. Mijn kinderen zie ik zo goed als nooit meer. Bijzonder jammer”

Was het voor jullie belangrijk om een verbintenis aan te gaan?

Mike: “Toch wel. Ik heb Ronny ook ten huwelijk gevraagd. Zo konden we de buitenwereld tonen dat we het méénden. Een traditioneel koppel tussen man en vrouw treedt toch ook in het huwelijk om iedereen te bewijzen dat ze écht voor elkaar kiezen? Dat was bij ons net hetzelfde.”

Hoe verliepen de eerste jaren als man en man?

Ronny: “Als een droom. Alles liep op wieltjes. Kort na ons huwelijk openden we een eigen frituur in Beveren, maar in 2008 zijn we naar Kortemark verhuisd, waar mijn roots liggen. Twee jaar later trokken we naar Koekelare en op 10 september 2010 werden we door een regelrechte nachtmerrie getroffen.”

Mike: (zucht) “Ronny, die toen nog altijd een fervent wielertoerist was, maakte een fietsritje, maar kwam in Aartrijke zwaar ten val. Een putje in de weg niet gezien en mijn man knalde op het asfalt, pal op zijn hoofd…”

Ronny: “Ik had jammer genoeg geen helm aan. Ik werd in allerijl naar het ziekenhuis van Torhout overgebracht, maar uiteindelijk ging het richting AZ Sint-Jan in Brugge. Mijn situatie was immers erg kritiek. Ik heb in totaal drie maanden in coma gelegen en al die tijd zat Mike aan mijn ziekenhuisbed.”

Met de moed der wanhoop?

Mike: “Voor mij was dat de normaalste zaak van de wereld. Ronny is mijn echtgenoot, hé. Hij had onder andere een hersenbloeding opgelopen en het zag er echt niet goed uit. De artsen vertelde me zelfs dat hij misschien nooit meer zou kunnen wandelen. Toen Ronny op de dienst Intensieve Zorgen lag, mocht ik hem maar bepaalde momenten op een dag bezoeken. De rest van mijn tijd bracht ik in wachtkamers door, ik wilde immers zo dicht mogelijk bij hem zijn. En toen het beter ging, nam ik ook sommige taken van de verpleegkundigen over. Ik waste Ronny elke dag. En tot op vandaag help ik hem zoveel mogelijk.”

Ronny: “Ik ben door het oog van de naald gekropen. Ik loop hier nog rond en daar ben ik dankbaar voor. Fietsen kan ik enkel nog met een aangepast model, maar daar heb ik me bij neergelegd. En zonder de steun van Mike zou ik er veel slechter aan toe zijn. Daar ben ik van overtuigd.”

Hebben jullie de voorbije vijftien jaar de perceptie tegenover holebi’s zien veranderen?

Mike: “Dat is niet meer te vergelijken met vijftien jaar geleden. Nu kijken Belgen amper nog op van holebi’s, maar toch moeten we alert blijven. Twee maanden geleden ben ik in Oostende aangevallen door een groepje allochtonen. Ik gaf een vriend gewoon een kus op de wang, maar dat bleek voldoende om ons uit te dagen. Gelukkig ben ik assertief genoeg en sloegen die kerels op de vlucht. Ik heb niets tegen inwijkelingen, maar in hun cultuur zijn holebi’s nog altijd taboe. Ze moeten gewoon onze westerse, vrije waarden overnemen. Hier in Torhout, waar we sinds 2014 wonen en ik mijn mobiele carwash Incognito run, ervaren we geen problemen. Maar in grotere steden voel je soms wel die blikken.”

Ronny: “Ach, we zetten ons gewoon boven dergelijke foute opmerkingen. Holebi’s die in het huwelijk treden, dat is ondertussen algemeen aanvaard. En daar draait het om. Veel gelijkgestemde zielen hebben ons voorbeeld gevolgd.”

Mike: “Het enige verschil is wel dat veel jonge homokoppels ook snel weer scheiden. Ze gaan vaak te onbezonnen te werk en trouwen in zeven haasten. Niet doen. Wij hebben ook onze tijd genomen. Maar ergens is die hogere echtscheidingsgraad ook te verklaren. Mannen zijn en blijven jagers. Dat zit gewoon in ons. Ook Ronny en ik hebben daar goeie afspraken over. Na Ronny’s ongeval kreeg ik de toestemming om af en toe ‘andere oorden’ op te zoeken.”

Ronny: “Ik wilde niet dat Mike als een pater moest leven. Alles gebeurt in volle openheid.”

Mike: “En als Ronny iets afkeurt, kap ik er meteen mee. Hij is en blijft immers de man van mijn leven.”

Zijn jullie, achteraf bekeken, blij dat jullie in 2003 de stap hebben gezet?

Ronny: “Het was de beste beslissing van ons leven.”

Mike: “Ik zou gewoon niet meer zonder Ronny kunnen. Mijn grote wens is dat we – ondanks het leeftijdsverschil van 25 jaar – samen oud kunnen worden. Elke dag zonder mijne vent is een verloren dag.”

Hoe kijken jullie naar de toekomst?

Ronny: “Positief. We hebben al heel veel meegemaakt, maar wij blijven voor altijd samen. Daar ben ik zeker van.”

Mike: “Ik denk dat we voor een nieuwe (r)evolutie staan. Vijftien jaar geleden was een homokoppel dat trouwde iets exotisch, nu kijkt niemand daar nog van op. Hetzelfde zal gebeuren met transgenders. Vandaag worden die met argusogen bekeken, maar de dag komt dat iedereen ook die mensen als volkomen normaal zal beschouwen. Toen ik me outte, dacht mijn moeder dat ik ziek was. Ze heeft me zelfs naar een instelling gestuurd om me te ‘genezen’. Achteraf bekeken heeft ze daar erg veel spijt van.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier