Marie-Louise (87) gaat na de dood van haar man zelf in woonzorgcentrum werken als vrijwilliger

Marie-Louise Van Gerwen. © DDM
Redactie KW

Marie-Louise Van Gerwen verloor in april haar man na anderhalf jaar niet van zijn zijde te hebben geweken toen hij in woonzorgcentrum Westervier verbleef. “Ik was zo onder de indruk van de goede zorgen dat ik nadien besliste om te blijven komen als vrijwillger.”

De liefde bracht de Turnhoutse Marie-Louise Van Gerwen (87) 41 jaar geleden naar Brugge. Haar prins op het witte paard, de uit Lissewege afkomstige Arnold Verschoore, leerde ze destijds kennen op een georganiseerde reis voor leerkrachten in Andorra. “Er was er eentje die me direct opviel omdat hij overal het voortouw nam”, lacht ze als ze aan de eerste momenten terugdenkt. “Geslepen als hij was, had hij op het vliegtuig naar huis een plekje voor me aan het raam gespaard. Toen hij dichterbij kwam omdat hij zogezegd door het kleine raampje wou kijken is het allemaal begonnen.”

De mensen hebben er tot zijn laatste uur alles aan gedaan om hem van de beste zorgen te voorzien

Toen wat later een plaatsje vrij kwam om les te geven in Brugge was de keuze vlug gemaakt en ging het koppel samenwonen in Assebroek. De band werd er door de jaren heen enkel inniger op en ook toen Arnold achttien jaar geleden Parkinson kreeg, bleef de steun van Marie-Louise onvoorwaardelijk. Anderhalf jaar geleden kwam er een aandoening aan de schildklier bij, waardoor ze in woonzorgcentrum Westervier belandden. De voor haar leeftijd nog erg kwieke Marie-Louise week er toen de situatie verslechterde vijf maanden lang geen minuut van de zijde van haar man. “We kregen te horen dat het weinig zin had om nog te opereren vanwege de hoge leeftijd en het bereikte stadium van dementie. Ik besliste om in het woonzorgcentrum te blijven om voor hem te zorgen.”

Voldoening van een glimlach

Tijdens die periode leerde ze er de bewoners kennen en raakte ze erg onder de indruk van het personeel. “De palliatieve zorg was er fantastisch. De mensen daar hebben er tot zijn laatste uur alles aan gedaan om hem van de beste zorgen te voorzien.” Dat heeft haar zo ontroerd dat ze, toen Arnold in april stierf, besliste om zich te blijven inzetten als vrijwilligster. In het weekend zakt ze steevast af om de mensen die moeilijk te been zijn te ondersteunen op weg naar de mis en daarna helpt ze hen eten te geven. Ook verzorgt ze de bloemetjes op het altaar. “Ik ga verse kopen op de markt en dan maak ik daar een bloemstukje van, want ook demente mensen verdienen een mooi altaar.” Dat blijft ze naar eigen zeggen doen zolang de gezondheid het toelaat. “De meeste voldoening haal ik van de glimlach op het gezicht van de bewoners, dat brengt onrechtstreeks de goede momenten met Arnold terug.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier