Lode Bogaert van Carlito kijkt reikhalzend uit naar BK Wielrennen

Lode Bogaert van het eet- en praatkaffee Carlito koestert elk wielertruitje in zijn zaak. "Maar dat van Igor Decraene heeft een wel erg speciale plek in mijn hart." © Wouter Meeus
Philippe Verhaest

Het wordt moeilijk voor hem om een kant te kiezen, want de man van praat- en eetkaffee Carlito is met een pak West-Vlaamse wielrenners goed bevriend. “Zolang er een West-Vlaming wint, ben ik tevreden.”

Wie Kaffee Carlito in de Kortrijkstraat binnenstapt, wordt meteen helemaal in het koerswereldje gezogen. De (retro)wielertruitjes zorgen voor een hemels behang en de foto’s van bekende ex-renners en wielerpetjes werken de zaak tot in de kleinstje details af. “Wat kan ik zeggen”, glimlacht Lode (44). “Ik ben helemaal verliefd op de koers. Zonder zou ik echt niet kunnen leven.”

Waar komt die passie vandaan?

“Van thuis uit. Mijn papa Guido was een enorme koersfanaat, net als mijn hele familie. Ik herinner me nog dat ik als kind samen met ons gezin alle ritten van de Tour de France via televisie volgde. Dat waren heerlijke momenten. Mijn mama Lieve Devriendt is van Roeselare afkomstig en via haar kreeg ik de liefde voor coureurs als Jempi Monseré, Freddy Maertens en Benoni Beheyt met de paplepel binnen. De kleine Lode Bogaert wilde dan ook zelf wielrenner worden. Helaas is het er nooit van gekomen. Ik denk dat ik als wielertoerist nu meer kilometers maal dan indertijd.”

Maar de koers is nooit uit je leven verdwenen.

“Klopt. Ik ben er gewoon stapelgek op. Ook de iets kleinere wedstrijden genre GP Le Samyn volg ik op de voet. Daar zie je ook jong en minder bekend talent aan het werk. Voor die jongens heb ik minstens evenveel respect als voor de grote helden.”

Je liefde voor het wielrennen zorgde er zelfs voor dat je pal ín het peloton bent beland…

(glimlacht) “Ik maak al zes jaar deel uit van de Trek Bidonguys, een tienkoppige vriendengroep die het gelijknamige wielerteam langs de weg steunt. Wij geven de bidons aan, staan klaar met de bevoorrading of reservewielen… Dat zijn voor mij telkens hoogdagen, want dan voel ik met echt een van hen. Ik was er bij toen Fabian Cancellara twee keer De Ronde van Vlaanderen won. En dan voelt het alsof je zélf als eerste over de finish bent gereden. Eigenlijk leef ik het hele jaar door op het ritme van de koers. Ik ken de kalender uit het hoofd en weet welke coureur waar aan de start komt. Ik heb ongelooflijk veel respect voor die gasten. Urenlang beuken in de wind, vallen, opnieuw opstaan en vertrekken alsof er niks gebeurd is. Het zijn echte atleten.”

Ook in je praat- en eetkaffee Carlito steek je niet echt je liefde voor de koers weg.

“Ik run de zaak nu al 16 jaar samen met mijn vrouw Katleen Boret en tien jaar geleden ben ik met de huidige ‘aankleding’ gestart. Alles wat je ziet, is ons geschonken. Daar ben ik best wel trots op. En achter elk shirtje schuilt een verhaal. Neem nu de wereldkampioenentrui van de betreurde Igor Decraene. Toen hij in 2013 wereldkampioen tijdrijden bij de junioren werd, kreeg ik zijn shirt. Ik besloot meteen om het kleinood in te kaderen, maar wist ik toen veel wat Igor nog zou overkomen. Ik weet nog altijd perfect waar ik was toen ik het nieuws van zijn dood vernam: op weg naar huis van een vakantie in Spanje…”

Carlito is op die manier een levende wielerencyclopedie.

“Het wielertruitje waarmee Yves Lampaert zijn eerste Ronde van Vlaanderen reed, heeft hier een ereplaats. Hij heeft die koers na een val niet uitgereden en werd na een controle in het ziekenhuis op de Grote Markt van Oudenaarde afgezet. Daar stond enkel nog onze bus van Trek en Yves kwam me schoorvoetend vragen of hij met ons mee mocht richting West-Vlaanderen. Op de bus kreeg hij meteen een pint in de handen gestopt en aan het rennershotel kwam zijn mama Carine hem dan oppikken. Hij droeg nog altijd zijn koersoutfit en zei dat hij die zou weggooien. Ik heb hem dan maar voorgesteld om het gehavende truitje van Sport Vlaanderen in de Carlito te hangen. En ondertussen is Yves een grote coureur geworden.”

Veel renners zijn ook kind aan huis bij jou.

“Lampaert, Debusschere, Steels, Declercq, Keukeleire… Ik ben een vaste halte tijdens hun trainingsritjes. Ze weten dat ze hier met rust gelaten worden, dat de mensen niet om de haverklap om een selfie smeken… Behalve die keer toen Yves Lampaert na zijn tweede overwinning in Dwars Door Vlaanderen besliste om Linde Merckpoel voor een spaghetti uit te nodigen. Wat een zottenkot was dat toen!”

Reken je bepaalde coureurs tot je vrienden?

“Met sommigen schiet ik erg goed op, ja. Als het wat kalmer is in de zaak durf ik al eens bij hen aan tafel te schuiven. Dan komen de anekdotes voor de wedstrijden los. Voor iemand als ik is dat om duimen en vingers van af te likken.”

Wat is de grootste naam die ooit de Carlito is binnengestapt?

“Toch wel Fabian Cancellara. Het blijft gek, een echte wereldster die hier in Tielt een koffietje kwam drinken.”

Zondag staat het Belgisch kampioenschap op de agenda. Voor wie supporter jij?

(lacht) “Ach, ik kan zeker met tien verschillende fanclubs mee naar Binche. Om de kerk in het midden te houden, volg ik het spoor van Aaron Verwilst, een jonge belofte uit Ruiselede. Maar eigenlijk heb ik geen uitgesproken favoriet. Zolang er een West-Vlaming wint, ben ik content.”

En als je toch één naam moet kiezen?

“Dan opteer ik voor Yves Lampaert. Hij maakt veel kans.”

En dan mag hij daags nadien een spaghetti komen eten?

“Ik trakteer met een Reus (erg grote portie, red.) aan de nieuwe Belgisch kampioen. Zet dat er maar in dikke letters in!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier