Lieven Verstraete over Brugge: “Soms vraag ik mij af: hoort een stad zo stil te zijn?”

Lieven Verstraete. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Ik overweeg naar Brussel te verhuizen op rijpere leeftijd, want Brugge is mij wat te smal.” Deze intieme verzuchting op Facebook leverde Eén-nieuwsanker Lieven Verstraete tal van banbliksems van trotse Bruggelingen op. Wil Lieven, die dertig jaar voor de VRT werkt, echt weg uit zijn geboortestad Brugge?

Waarom die boude uitspraak op Facebook? Wilt u Brugge echt verlaten?

“Soms denk ik eraan. Ik werk al dertig jaar in Brussel en vind onze hoofdstad in tegenstelling tot veel anderen een fantastische stad. Heel de wereld komt samen in Brussel: je hebt er alle culturen en kleuren. Een verschil toch met Brugge, waar ik nochtans wel al 55 jaar lang met plezier woon. Eén van mijn hobby’s is wereldmuziek, als amateur-dj draai ik graag eigentijdse wereldmuziek mét een beat. Die wereldmuziek kun je niet zo vaak in Brugge horen, al zijn er wel de deejays van Team Damp en Cactus, maar wel elke dag in Brussel. Vandaar mijn ontboezeming dat Brugge mij soms te smal is…”

Hebt u gemengde gevoelens over uw geboortestad?

“Neen! Ik woon hier heel graag; het is een stad op mensenmaat, maar geen wereldstad. Ik heb nooit ergens liever gewoond dan in Assebroek: een zeer aangename deelgemeente, ook al word ik soms wakker van enkele zatlappen op het Gaston Roelandtsplein. Ook dat heeft zijn charmes! Ik kan niet begrijpen dat er nog mensen zijn die graag op het platteland wonen. Hier heb ik alles binnen een straal van 250 meter: cafés, restaurants, winkels en zelfs een sportcentrum. Enkel voor cultuur moet ik 2 kilometer verder in de binnenstad zijn.”

“Ik wandel vaak ‘s avonds door de wijken van de historische stad. Het valt mij telkens weer op hoe stil het is. Dat heeft zijn voordelen: je kunt er rustig slapen. Toch vraag ik mij af: hoort een stad zo stil te zijn? Is het normaal dat er om 23 uur geen café meer open is? Een stad die leeft, maakt wat lawaai. Veel Bruggelingen klagen dat er in Brugge weinig te beleven valt. Maar als er iets gebeurt, zijn ze de eersten om de politie op te bellen wegens lawaaioverlast. Ik deed ooit eens een voorstel voor een omgekeerde overlasttaksDe eerste die klaagt over geluidsoverlast moet eerst als vrijwilliger aan de slag op een evenement. Bij een tweede klacht volgt een boete. En bij een derde klacht levenslange verbanning…” (lacht)

“Mij valt het vaak op dat er na 23 uur geen café meer open is in Brugge. Een stad die leeft, maakt wat lawaai”

“Indien ik verhuis naar Brussel, moet het binnen de twee jaar gebeuren. Wie weet, doe ik het en ben ik een jaar later terug in Brugge, omdat het mij helemaal niet aanstaat. Ik weet ook dat Brussel geen paradijs is en ik ben niet blind voor de problemen van een grootstad: onveiligheid, vuil langs de straten en minder gezonde luchtkwaliteit. Weet je wat het plezante was na mijn post op Facebook? Er werd massaal gereageerd: enkele Brusselaars wilden mij helpen om een flat te zoeken. Tientallen Bruggelingen hebben hun stad vurig verdedigd en geprobeerd om mij af te brengen van mijn voornemen. Ze zijn zo trots op onze stad en voelden het aan als verraad als een Bruggeling er ook maar aan denkt om elders te gaan wonen. Die fierheid is terecht en zo mooi!”

Lieven Verstraete.
Lieven Verstraete.© Davy Coghe

En toch heeft Brugge in Brussel een duf imago.

“Brugge vergrijst, net als ik, snel. Verjonging van de stadsbevolking blijft een grote uitdaging. Ik hoop dat er uit de hoger-onderwijscampus aan het station jonge startupbedrijfjes ontstaan die jongeren hier houden. Er zijn al Brugse ingenieurs en ICT-bedrijven die top zijn en schreeuwen om jong talent. Wie weet levert een initiatief als Handmade In Brugge duurzame ambachtelijke ondernemingen op. Bekijk de kaart van Marcus Gerards: Brugge was een stad van ambachten, handel, kloosters, onderwijs en landbouw. Wel moeten Bruggelingen begrijpen dat elke stad verkeersarm zal worden, Koning Auto moet zijn troon afstaan.”

Sommige Bruggelingen klagen over het toerisme…

Het toerisme is een zegen. Zonder toerisme verdwijnt de helft van de winkels en de horecazaken. Het bestuur heeft erover gewaakt dat de overlast binnen de perken bleef. Nu kijken Amsterdam en Barcelona naar Brugge als een voorbeeld. Ik vind wat in het voorstel om het aantal pure toeristenwinkels te beperken.”

“Trotse Bruggelingen zien het als verraad als een stadsgenoot overweegt om uit Brugge te verhuizen”

“Op het Simon Stevinplein en in de Mariastraat heb je met The Chocolate Line, Dumon, The Old Chocolate House en Depla puur Brugse kwaliteitschocolade. Dus het kán! Wat mij zorgen baart, is dat banken en administraties de binnenstad verlaten en ook scholen inkrimpen. Wie werkt er nog in de binnenstad? Dat is ook een verlies voor handel en horeca, want zonder die passage verliezen zij omzet. De binnenstad mag zijn werkfunctie niet verliezen, anders verarmt ze.”

Tot nu toe koos u ervoor om in Brugge te blijven wonen. U moet er wel de dagelijkse trip naar Brussel bij nemen.

“Vroeger woonde ik in Sijsele. Mijn toenmalige echtgenote werkte daar in de buurt. Een van ons twee hoorde dicht bij het werk te wonen. Toen presenteerde ik het ochtendnieuws. Dat betekende dat ik om 2.30 uur moest opstaan, want ik begon om 4 uur. We hebben nooit overwogen om naar Brussel te verhuizen. Nu woon ik met mijn huidige partner Li Vandamme in Assebroek. Zij runt koffiebar Li O Lait en zit dus omwille van haar werk vast in Brugge, zodat een verhuis voorlopig evenmin een optie is. Ik moet dagelijks met de auto rond 13 uur naar Brussel vertrekken. Omdat ik ook het late journaal presenteer, ben ik pas om 1 uur ‘s nachts terug thuis. Vier à vijf dagen per week ben ik twee keer twee uren onderweg. Op den duur word je dat een beetje beu. Zeker deze week, toen ik nog eens twee uur extra in de file zat na een ongeval op de autoweg.”

Hoe herinnert u zich uw jeugdjaren?

Ik was de oudste in een gezin met vier kinderen en zat op de gemeenteschool van Sint-Michiels. De belangstelling voor politiek en actualiteit kreeg ik met de paplepel mee. Mijn ouders waren actief in het ACW, en wij waren dan ook geabonneerd op de bladen van de beweging: de krant Het Volk en het weekblad Spectator. Elke avond zat ons hele gezin klokslag om 19.45 uur voor de buis, om naar het BRT-journaal te kijken. Dat zorgde er mee voor dat ik al vrij vroeg, tijdens mijn economische humaniora bij de Frères, wist dat ik geschiedenis wilde gaan studeren. Het leidde ook tot conflicten toen ik mijn eigen politieke mening begon te vormen.”

Droomde u als tiener niet van een job als journalist?

“Dat kwam pas later, tijdens mijn universitaire studies. Omdat ik geïnteresseerd was in actualiteit, de politiek en het wereldgebeuren, koos ik de Nieuwste Tijden als specialisatie. Maar in mijn tienerjaren was ik vooral bezig met basketbal. Ik heb alle jeugdrangen van Avanti Brugge doorlopen en zelfs één keer gescoord in eerste nationale. Daarna ben ik getransfereerd naar Racing Brugge…”

Hoe beviel het Gentse kotleven?

“Fantastisch. De Frères is een topschool, maar ik haatte alle regeltjes in het middelbaar. Ik bloeide helemaal open toen ik aan de unief mijn eigen koers kon bepalen. Het was de tijd van de new-wavedisco’s aan de Kuiperskaai. Ik was een voorbeeldig student, omdat het bestuderen van de wereldgeschiedenis mij zeer interesseerde. ‘t Was een interessante en woelige periode: het einde van de Koude Oorlog, een economische crisis met besparingen door premier Jean-Luc Dehaene, veel betogingen en stakingen. Ik herinner mij nog een barstensvol auditorium voor een voordracht van Jean-Pierre Van Rossem. Niemand begreep wat deze econometrist precies wou doen, toen hij beloofde om via een ingenieus systeem het kapitalisme omver te werpen.”

U bent niet in Gent blijven plakken…

“Nee. Ik heb ook nooit de behoefte gevoeld om dat te doen. Aanvankelijk dacht ik zelfs om in Brugge opnieuw te gaan studeren, aan het Europacollege! Ik was zeer geïnteresseerd in de Europese politiek en heb hierover jarenlang verslag uitgebracht voor de radio én de televisie. In die periode was het nog makkelijker om het publiek uit te leggen wat het belang van Europa was voor ons dagelijks leven.”

Hebt u nooit overwogen in de politiek te gaan, aangezien uw moeder jaren schepen was?

“Neen en het is mij trouwens ook nooit gevraagd. Ik weet niet of ik zou geschikt zijn voor de politiek, ik ben niet sluw genoeg om coalities te smeden of zaken door te drukken. Ik denk dat ik daarvoor onvoldoende geduld heb. ‘t Zijn twee totaal andere stielen. Bart De Wever vroeg me ooit eens: Ken jij ex-journalisten die toppolitici zijn geworden? Hij heeft er nochtans enkelen in zijn partij… Benieuwd of een ex-journalist het in Brugge schopt tot burgemeester, en hoe hij het dan zou doen…”

De tips van Lieven

Lekker eten

“Brugge is een restaurantparadijs. Onlangs, tijdens een middagwandeling, passeerde ik voorbij KomTuVeu in de Gentpoortstraat. Ik kende het niet, een ontdekking: een restaurant met een goede, moderne keuken, niet te zot, verse dingen, goede wijnen en betaalbaar. Vlees ligt dezer dagen wat onder vuur. Maar ik moet toegeven: als ik op restaurant de keuze heb tussen vis en vlees, dan kies ik voor vlees.”

Mooi plekje

“Een verborgen terrasje, met zicht op de Rozenhoedkaai, is dat van chocolaterie Pralinette in de Wollestraat. Daarnaast zit ik graag voor een bakje troost in de koffiebar van Familiezorg op het Biskajersplein. ‘Dit is geen horecazaak’, prijkt er aan de deur. Je kunt er tot rust komen. Ze serveren enkel koffie en thee, er is geen muziek. Een fantastische ontmoetingsplek.”

Shoppen

“Als muziekliefhebber blijf ik Rombaux een topper vinden. Ik heb er onlangs nog enkele cd’s besteld die je in andere muziekwinkels niet kunt vinden. Ook fijn is dat je daar al enkele jaren ook een leuke selectie jazz op vinyl kunt vinden.”

Reizen

“Doordat mijn zoon Erasmus student in Montpellier was, heb ik die stad ontdekt. Een heel gezellig en mooi historisch centrum, gecombineerd met een hippe en vibrerende moderne stad. En lekker weer… Daarnaast heb toch ook al vijf keer Brazilië bezocht.”

Bruggelingen…

Het cliché wil dat Bruggelingen een beetje conservatief zijn en argwanend voor het nieuwe en onbekende. Ik ben me daar pas van bewust geworden bij de start van Li O Lait, de zaak van mijn vrouw, toen wij nieuwigheden introduceerden. We hebben ondervonden dat toeristen dat onmiddellijk waardeerden, bij Bruggelingen heeft dat langer geduurd. “Oei, ik ken dat niet, nee liever niet”, is vaak een eerste Brugse reactie. Maar eens de Bruggelingen je vinden en in hun armen sluiten, zijn ze uiterst trouw. Dat conservatisme heeft een charmant voordeel: een Bruggeling holt niet van de ene hype naar de andere.”