Kortrijks volksrestaurant klaar voor opening, maar horeca reageert lauw
Het nieuwe volksrestaurant Vork wordt op een vrijdag de dertiende vrijdag geopend. Vanaf maandag 16 april is Vork ook open voor het grote publiek. “Dit is meer dan een restaurant”, klinkt het bij een trotse Philippe De Coene, als OCMW-voorzitter een van de bezielers van het project.
Mensen aantrekken die anders nooit op restaurant gaan en op hetzelfde moment zorgen voor een degelijke basisopleiding voor keuken- en zaalpersoneel. Dat is de dubbele doelstelling van Vork, het volksrestaurant dat zijn stek vond op de totaal vernieuwde site van voormalig Tapijtenwinkel Gheysens aan de Doorniksestraat. Het gebouw is klaar en oogt imposant, het restaurant opent op vrijdag 13 april officieel de deuren.
In voorbereiding op de opening werd de afgelopen weken alvast proefgedraaid met in totaal 400 zogenaamde proefbezoekers. “Daarbij werd de capaciteit langzaamaan opgevoerd. We begonnen de testweken met enkele middagshifts van dertig couverts. Daarna waren er drie middagen en twee avonden met zestig bezoekers en twee middagen met iets meer dan tachtig bezoekers. Dat is meteen de maximumcapaciteit van het restaurant”, vertelt chef-kok Joost Vandenhove.
Arbeidskrachten
“De ‘proefkonijnen’ werden aangezocht via het lokaal netwerk ‘Surplus’, waarbij tal van sociale organisaties zijn aangesloten. Van de vierhonderd bezoekers betaalde 70 procent het proeftarief van 7 euro, een kwart betaalde het sociaal tarief van 2 euro”, vult OCMW-voorzitter Philippe De Coene aan. “Het koken en de bediening werd verzorgd door twaalf cursisten in de keuken en acht zaalmedewerkers. De twaalf cursisten in de keuken volgen een door de VDAB erkende beroepsopleiding tot keukenmedewerker.” “Zij werken tien weken bij Vork en volgen daarna vier weken stage in een externe horecazaak. De acht mensen in de zaal volgen een programma van zes maanden, waarin ze algemene en klantgerichte competenties aanleren. In deze zes maanden krijgen de cursisten ook een gecertificeerde opleiding tot hulpkelner”, geeft Joost mee.
Uit het proefdraaien bleek dat de twintig cursisten klaar zijn voor het echte werk. “Naast een volksrestaurant, wordt Vork een professioneel opleidingscentrum waar jaarlijks 52 keukenmedewerkers en 24 zaalmedewerkers opgeleid zullen worden. Dit is meer dan een verdubbeling van het aantal cursisten vandaag. We hopen dat ze doorstromen naar de reguliere horeca”, aldus Philippe De Coene nog.
“Een volksrestaurant betekent voor mij dat we luisteren naar het volk” Joost Vandenhove, chef-kok van Vork
Volgens de OCMW-voorzitter was er ook vanuit de Kortrijkse horeca al interesse, omdat zaakvoerders vaak op zoek zijn naar nieuw of extra personeel. “De horecasector heeft nood aan geschoolde en gemotiveerde arbeidskrachten”, vertelt hij. “Het is geenszins onze bedoeling te concurreren met de Kortrijks horeca. Onze prijs is marktconform. We vragen 13+1 euro. Dat is de gemiddelde prijs van een dagschotel waar wij 1 euro extra vragen voor de opleiding. Verder is er een kansentarief van 2 euro voor kansarmen en een sociaal tarief van 7 euro voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming.”
Het volledige project kost 2,2 miljoen euro, waarvan 725.000 euro Vlaamse subsidies. Die kwam er na een projectoproep voor ‘investeringen in sociale infrastructuur’ van de Vlaamse minister voor Stedenbeleid en Armoedebestrijding Liesbeth Homans.
Klassiekers én wereldkeuken
De keuken van Vork wordt een klassieke keuken met verse producten en aandacht voor het gebruik van voedseloverschotten. Chef Joost Vandenhove, is geen onbekende in Kortrijk. Hij werkte eerder in de Marquette, was chef van de Pinot Gris in Wevelgem en was acht jaar aan de slag als chef bij het Parkhotel. “Elke weekdag leg ik een ander accent. Maandag is marktdag en worden oude klassiekers geserveerd. Dinsdag wordt steakdag, woensdag familiedag, donderdag wereldkeuken en vrijdag – zoals het hoort – visdag. We serveren ook een unieke, vegetarische Vork-burger en een speciale broodpudding die gemaakt is van gerecupereerde broodoverschotten”, verklapt Joost.
Joost doet dit samen met een hecht team: in de keuken krijgt hij versterking van Maarten en Charlotte. In de zaal staan Mieke, Julie en Adelien paraat om de cursisten die er een opleiding krijgen te begeleiden. Luisteren naar de mening van anderen is voor de chef erg belangrijk. “Onze cursisten zijn vaak mensen met een migratie-achtergrond. Ik wil graag samen dingen doen rond hun keuken. Ook klanten mogen hun mening geven. Een volksrestaurant betekent voor mij dat we effectief ook luisteren naar het volk dat over de vloer komt.”
Peter Declercq, Leffe: “Te zot voor woorden”
“Ik heb gehoord van de komst van Vork, ja. Dat er overheidsgeld aan te pas komt , vind ik echt wraakroepend. Wij betalen zoveel belastingen en dan wordt het geld aan zo’n project besteed. Ik zeg niet dat arme mensen niet moeten geholpen worden, maar er zijn andere oplossingen, zoals Poverello. Het kostenplaatje is immens en het geld zou beter naar mindervaliden en zieken gaan. Bovendien zorgt dit voor oneerlijke concurrentie. Wij moeten rekening houden met de witte kassa en hebben hoge kosten, zonder overheidssteun. Het is te zot voor woorden!”
Jan Christiaens, Nata: “Gelijke wapens bewaken”
Volgens Jan Christiaens van Nata houdt de komst van Vork de lokale horeca scherp. “Het is hun volste recht om een sociaal restaurant te openen. Alleen moeten we goed bestuderen of er met gelijke wapens gestreden wordt. Wij vermoeden dat de impact op onze zaak zal meevallen, want onze stijl is anders. In Vork heb je meer een reftergevoel. Wat het opleidingsproject betreft: het oogt mooi, maar de mensen moeten wel gemotiveerd zijn.”
Peter Declercq, Leffe: “Te zot voor woorden”
“Ik heb gehoord van de komst van Vork, ja. Dat er overheidsgeld aan te pas komt , vind ik echt wraakroepend. Wij betalen zoveel belastingen en dan wordt het geld aan zo’n project besteed. Ik zeg niet dat arme mensen niet moeten geholpen worden, maar er zijn andere oplossingen, zoals Poverello. Het kostenplaatje is immens en het geld zou beter naar mindervaliden en zieken gaan. Bovendien zorgt dit voor oneerlijke concurrentie. Wij moeten rekening houden met de witte kassa en hebben hoge kosten, zonder overheidssteun. Het is te zot voor woorden!”
Wim Loontjens, voorzitter Horeca Zuid-West-Vlaanderen: “De opleiding is wél positief”
“Op mijn eigen zaak zal Vork weinig invloed hebben, maar voor de Kortrijkse horeca lijkt het wel concurrentie. Ik ben voorstander van dergelijke zaken als ze bedoeld zijn voor mensen die zorgbehoevend zijn. Het is dus goed dat er verschillende tarieven zijn. In tegenstelling tot in het Vives-restaurant.”
“Het is voor restaurateurs niet eenvoudig om onder de prijs van 14 euro te gaan. Zij krijgen die subsidies niet. De opleiding is dan weer wel positief. Hopelijk blijven die mensen in de horeca, want het is niet evident om hen in onze sector te houden.”
Jan Christiaens, Nata: “Gelijke wapens bewaken”
Volgens Jan Christiaens van Nata houdt de komst van Vork de lokale horeca scherp. “Het is hun volste recht om een sociaal restaurant te openen. Alleen moeten we goed bestuderen of er met gelijke wapens gestreden wordt. Wij vermoeden dat de impact op onze zaak zal meevallen, want onze stijl is anders. In Vork heb je meer een reftergevoel. Wat het opleidingsproject betreft: het oogt mooi, maar de mensen moeten wel gemotiveerd zijn.”
Peter Declercq, Leffe: “Te zot voor woorden”
“Ik heb gehoord van de komst van Vork, ja. Dat er overheidsgeld aan te pas komt , vind ik echt wraakroepend. Wij betalen zoveel belastingen en dan wordt het geld aan zo’n project besteed. Ik zeg niet dat arme mensen niet moeten geholpen worden, maar er zijn andere oplossingen, zoals Poverello. Het kostenplaatje is immens en het geld zou beter naar mindervaliden en zieken gaan. Bovendien zorgt dit voor oneerlijke concurrentie. Wij moeten rekening houden met de witte kassa en hebben hoge kosten, zonder overheidssteun. Het is te zot voor woorden!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier