Koninklijke Stadsharmonie Roeselare huldigt drie broers Vanderschaeghe

© STEFAAN BEEL
Redactie KW

Tijdens het gezellig Ceciliafeest van de koninklijke Stadsharmonie werden er traditioneel enkele verdienstelijke muzikanten in de bloemetjes gezet.

Drie van hen stammen uit één muzikale familie. Jean-Pierre en José Vanderschaeghe blazen respectievelijk al vijftig jaar op de dwarsfluit en trombone, terwijl broer Ignace ook al 45 jaar lid is van de Stadsharmonie, waarvan vijftien jaar als dirigent.

Je hebt van die korpsen die over nachtridders beschikken en de nacht voor Cecilia op pad gaan én je hebt van die muzikanten, die nog een verlengstuk aan de Ceciliaviering willen breien en er samen nog een dagje extra op uit trekken. Op zo’n dag troffen we de broers Vanderschaeghe aan, die er samen met een zevental andere muzikanten nog een gezellige dag zouden van maken. “Dat is nog een oude traditie, die stamt uit de tijd van de Zottenclub”, lacht José en daarmee is meteen de toon gezet voor wat een geanimeerd gesprek zou worden.

“We waren thuis met zeven kinderen en allemaal kregen we de muziekmicrobe mee van ons ma Augusta Vandale, die een heel goede pianiste was”, start José het muzikaal verhaal. Raphaël speelde klarinet, Jean-Pierre dwarsfluit, José bugel en dan trombone, Etienne hoorn, Ignace trompet terwijl de meisjes Mireille en Thérèse net als hun moeder voor de piano kozen. Ignace en Mireille hebben trouwens van hun hobby hun beroep kunnen maken.

Repeteren in de Patria

“Op een dag kwamen de toenmalige bestuursleden Julien Soete, Michiel Fossez en René Vansteenkiste bij ons thuis vragen of de vier oudste kinderen Raphaël, Jean-Pierre, José en Etienne – toen respectievelijk 13, 12, 11 en 10 jaar – de rangen van de Stadsharmonie mochten vervoegen”, duikt Jean-Pierre even in het verleden. Vijf jaar later ging Ignace eveneens met zijn broers mee naar ‘het muziek’ dat toen onder de leiding stond van Georges Verdonck. De repetities vonden toen nog plaats in de Patria, later De Beiaard in de Ooststraat. Ondertussen zijn Raphaël en Etienne niet langer lid, maar Jean-Pierre en José proberen al vijftig jaar geen enkele repetitie, uitstap of concert te missen.

“Eigenlijk ben ik gestart op bugel”, gaat José verder. “Toen er op een bepaald moment wat weinig trombonisten waren in de harmonie, heb ik na ongeveer tien jaar mijn bugel ingeruild voor een trombone. Toen ben ik ook opnieuw naar de muziekacademie geweest om trombone te studeren en heb zelfs een regeringsmedaille (91 %) behaald”.

Lees hierover ook in Krant van West-Vlaanderen, editie De Weekbode Roeselare