José Deprest uit Westkerke en zijn trekpaarden

Redactie KW

Al van kleins af heeft José Deprest een grote liefde voor het Belgische trekpaard. Hij groeide op in Stene, hielp zijn vader al bij de kweek van paarden en samen trokken ze naar menig prijskamp.

José Deprest (73) woont sedert 2001 met zijn echtgenote Monique Huyghe (70) in de Eernegemsestraat in Westkerke. Geboren en getogen in Stene verhuisde hij, eens getrouwd, naar Stalhille. Door beroepsomstandigheden – José werkte bij het bedrijf dat voor de distributie van dag- en weekbladen zorgde en dat gebeurde hoofdzakelijk ‘s nachts – heeft hij 20 jaar zijn hobby moeten opgeven.

Maar na verloop van tijd kribbelde het weer en José zocht naar een mooi Belgisch trekpaard. In 2006 kocht hij Barones van het Kamelenhof, een flinke dame van 1030 kilo. “Het was onmiddellijk de bedoeling met deze viervoeter te kweken. Intussen heeft ze al drie veulens geworpen.”

In 2013 liet José zijn oog vallen op Lisa van de Doore Plas waarmee hij hoopt in het komende jaar te kunnen kweken. Maar voor veulentjes zorgen is niet de enige betrachting van José. “Ik neem jaarlijks aan enkele wedstrijden deel en heb al enkele keren eerste prijzen behaald. In de voorbereiding van zo’n kampioenschap kruipt heel veel tijd, want het paard moet in topvorm zijn en er prachtig uitzien. Het wordt eerst gewassen, gekamd en de manen en de staart worden gevlochten”, vertelt José met passie. “Om de haren aan de poten mooi recht te laten staan, gebruiken we haarlak.”

De eerstvolgende grote wedstrijd waaraan José met zijn twee dames deelneemt, is die van Torhout. “Daar is grote concurrentie uit het buitenland”, weet José die als enige in de regio het Belgische trekpaard kweekt. En of hij er trots op is.

Naar zo’n wedstrijd toeleven is op zich een hele belevenis. “Ik moet vooreerst vervoer zien te vinden, want twee zulke kloeke merries vervoer je niet zoals een renpaard. Gelukkig kan ik meestal op een vriend beroep doen. Om de paarden te presenteren moet de eigenaar helemaal in het wit gekleed zijn”, vertelt José. “Maar door mijn kleine gestalte doe ik meestal beroep op Koen en Wim Zwaenepoel uit Eernegem. Het paard neemt namelijk grote stappen en met mijn korte benen kan ik niet volgen, zeker al niet als er moet gelopen worden”, lacht José. “De jury tijdens zo’n kampioenschap is meestal aangesteld door de paardenkwekersbond. Er komt ook heel wat administratieve rompslomp aan te pas; we kunnen hier gelukkig voor rekenen op Annie Vandenbussche, de mama van Koen en Wim, die dit werk graag voor ons op zich neemt”, besluit José met een pluim.

(LIN – foto Ilse)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier