In gesprek met transitmigranten in inloopcentrum CAW in Oostende

Transitmigranten in het CAW-inloopcentrum in de Sint-Sebastiaanstraat. In een hoekje zit één van hen te slapen. (Foto HH)
Hannes Hosten

Overal in de regio neemt het aantal transitmigranten toe: op snelwegparkings, in havens, aan de Franse grens. Ook in het inloopcentrum van CAW Noord-West-Vlaanderen in de Sint-Sebastiaanstraat komen weer meer transitmigranten dan vroeger. Wij gingen met hen spreken. Sommigen zijn al jaren onderweg, naar een beter bestaan in Groot-Brittannië dat ze misschien nooit zullen bereiken. “Maar we verliezen de moed niet”, zeggen ze.

Tine Wyns van CAW Noord-West-Vlaanderen sprak twee weken geleden in De Zeewacht van 50 tot 70 transmigranten die per openingsdag maandag, dinsdag en donderdag de weg naar het inloopcentrum vinden. Dat is eigenlijk bedoeld voor mensen uit Oostende, die nood hebben aan een warme plek, een hapje en een drankje, een douche. De transitmigranten zijn welkom, maar het verhoogt vanzelfsprekend de druk op bezoekers en medewerkers van het centrum. Wij treffen er op dinsdagmiddag een zestal transmigranten aan. Ze checken het internet aan de computers of zitten te praten in een hoekje één iemand zit op zijn stoel te slapen. Wellicht na een nacht zonder veel rust, want het is vaak ‘s nachts dat ze proberen zich in een vrachtwagen richting Engeland te verstoppen. Of ze blijven wakker en in beweging bij gebrek aan een warme slaapplek. We spreken hen aan in het Frans.

Boot uit Libië

“Ik ben al twee keer opgepakt in Zeebrugge”, vertelt Omar (35), afkomstig uit Algerije. “In mijn land vind je geen werk en kan je niets verdienen. Ik reisde naar Libië en nam daar de boot naar Italië. Ja, ik heb daarvoor betaald. Dat is normaal. 1.500 euro. We zaten met 600 op de boot. In 2014 kwam ik in Italië aan. Vandaar ging ik naar Frankrijk en nu ben ik al vier maanden in België. Maar ik wil naar Engeland, naar Londen. Er woont een broer van mij. Daar is veel werk. Hier kan ik geen werk vinden.”

“Ik slaap nu in een verlaten huis in Zeebrugge”, aldus Omar. “Op maandag, dinsdag en donderdag komen we naar hier, de andere dagen naar de kerk in Zeebrugge (waar pastoor Fernand Maréchal vluchtelingen opvangt, red.). Geld heb ik niet meer. Ik probeer geregeld op een vrachtwagen richting Engeland te geraken, maar dat is niet gemakkelijk. Het is me nog niet gelukt.”

Hamid (26) uit Marokko is al een jaar onderweg. Met een vrachtwagen reisde hij van Marokko naar Spanje en van daar naar Frankrijk. Sinds een half jaar is hij in België. “In Marokko is er geen werk”, luidt het net als bij Omar. “Ik wil een nieuw leven opbouwen. Hier pendel ik tussen Zeebrugge, waar ik slaap in een leegstaand huis, en Oostende. Het is moeilijk om uit Zeebrugge weg te raken, met al die security en camera’s. Al vier keer zat ik en prison. Maar ik werd telkens weer vrijgelaten.”

“Ik heb al vrienden in Engeland”, vertelt Hamid. “Met mijn familie houd ik contact via internet. Terugkeren naar Marokko is niet mogelijk, want ik heb geen geld. Ik wil in Engeland gaan werken en later terugkeren, als ik genoeg geld heb verdiend. Ik kan nog lachen, ook al hebben we het moeilijk. Ik heb nog altijd moed. Veel vrienden zijn al in Engeland geraakt. En ook al hebben ze geen papieren, binnen de week raken ze aan werk. Auto’s wassen, in een restaurant… Het lukt wel.”

Al zes keer in haven

Jacob (27) komt ook uit Algerije. Hij is al sinds 2015 op de dool. “Via Marokko reisde ik naar Frankrijk in een vrachtwagen. Daar moest ik niet voor betalen. Ik kwam in Frankrijk terecht, dan in Italië, vervolgens weer in Frankrijk en uiteindelijk in België. En ik wil ook in Engeland geraken. Daar is er werk. In Algerije moet je betalen om aan werk te geraken. Ik heb al vrienden in Engeland. Ik zou er ook werkjes willen vinden, liefst in de bouwsector.”

“Hier hebben we het niet goed. Het is koud”, zucht Jacob. “Ik wil hier ook wel werken, maar daar moet je papieren voor hebben. Twee keer per week probeer ik ‘s nachts in een vrachtwagen te geraken. Dan ga ik te voet naar een snelwegparking. Zes keer ben ik tot in de haven geraakt, maar daar werd ik telkens opgepakt. Maar ik hoop nog altijd dat het zal lukken. Natuurlijk zou ik graag mijn familie terugzien, maar de situatie in mijn land is niet goed. Ik heb geen geld. En je hebt veel geld nodig als je goed wil leven”, geeft hij nog mee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier