Hiv-patiënt getuigt: “Een normaal leven met een anonieme ziekte”

© EDB
Redactie KW

Bart is een veertiger uit onze provincie die zes jaar geleden de diagnose hiv te horen kreeg. Bart is homoseksueel en is vader van enkele tieners.

Bart was gehuwd met een vrouw, maar outte zich zo’n 15 jaar geleden als homoseksueel. Er volgde een scheiding. Daarna had hij een aantal contacten met mannen. “Zes jaar geleden was ik altijd moe en men dacht aan een burn-out. Ik kreeg anti-depressiva, maar dit ging niet over.” In die periode leerde Bart iemand kennen. “Onze relatie ging goed, maar voor we seksuele betrekkingen zouden hebben, stelde ik voor dat we ons allebei zouden testen op hiv. De laatste test dateerde inmiddels al van drie jaar geleden.”

Aids

De uitslag van de test was hard: er was hiv in het bloed van Bart aanwezig, maar er moest gekeken worden hoe het met de andere waarden zat. “Hiv is een virus dat je oploopt, maar als dit verder woekert, worden je CD4-cellen afgebroken, waardoor je afweer vermindert. Als je geen medicatie neemt, kan je aan een zodanig kleine hoeveelheid CD4-cellen zitten dat ze spreken over aids. Ik zat zo goed als in dat stadium. Mijn lichaam was op en van mijn afweersysteem bleef bijna niets meer over. Aan het aantal CD4-cellen die nog in mijn lichaam aanwezig waren, kon men zien dat het virus al negen maanden in mijn lichaam aan het woekeren was.” Naast dat verdict moest Bart ook nog de teleurstelling verwerken dat zijn vriend een relatie in de gegeven omstandigheden niet zag zitten.

Mijn lichaam was op en van mijn afweersysteem bleef bijna niets meer over

Bart zat met allerlei vragen. “Wat zal er volgen? Moet ik mensen inlichten of niet? Hoe zullen de reacties zijn? Moet ik het op mijn werk melden? Wat met de kinderen?” Bart wist ook niet hoe hij het virus opgelopen had. “Dat weet ik na zes jaar nog altijd niet. Hiv wordt overgezet door speeksel, bloed, etter, voorvocht of sperma. Al was ik meestal voorzichtig geweest tijdens seksuele betrekkingen, het kon ook door een tongzoen gekomen zijn. Ik wist niet door wie en kon op die persoon dus ook niet boos zijn, maar ik was vooral boos op mezelf!”

Veilige seks

Heel snel kon Bart beginnen met medicatie die aanvankelijk voor heel wat bijwerkingen zorgde, tot de juiste medicatie gevonden werd. Bart begon met vier pilletjes per dag die strikt op de juiste uren moesten ingenomen worden. “Tegenwoordig is dat geëvolueerd naar één pilletje dat je ‘s avonds neemt. De medicatie is dus verbeterd.” Uiteindelijk vertelde Bart slechts aan zijn dichtste familie en enkele vrienden over zijn ziekte. “Aan de kinderen heb ik het niet verteld en ik ben ook niet van plan om hen met onnodige ongerustheid te belasten. We nemen thuis wel voorzorgen betreffende gebruik van tandenborstels, scheermesjes en bloed.”

Bloedtest

Ondertussen zit Bart door zijn medicatie in een stadium dat zijn hiv niet meer detecteerbaar is. “Ik kan eigenlijk niemand meer besmetten. Dat belet mij niet om veilig met seks om te gaan, want je blijft drager van het virus, maar het is toch moeilijk om nog in een relatie te stappen. Ik wil het nog aan zo weinig mogelijk mensen vertellen. Door zelf anoniem te zijn, hoor je ook dat sommige hiv-patiënten nog met de vinger gewezen worden. Bart legt nu twee keer per jaar een bloedtest af in AZ Sint-Jan in Brugge, waar een team gespecialiseerd is in hiv. Zij zijn ook verbonden met organisaties voor hiv-patiënten. “In het begin ging ik naar een praatgroep via Sensoa in Antwerpen, maar daar heb ik nu geen behoefte meer aan. Ik kan nu een normaal leven leiden. Enkel mijn afweersysteem kan sneller afgebroken worden, ik maak meer kans op hartritmestoornissen en ik ben sneller moe. Ik moet dus zo gezond mogelijk leven.”

Het is toch moeilijk om nog in een relatie te stappen

Bart heeft de indruk dat er in de loop van de jaren gemakkelijker over hiv gedaan wordt. “Je sterft er niet meer door en dat maakt het allemaal zo erg niet meer. Je neemt nu een pilletje en het is over. Veel homoseksuelen nemen nu ook PrEP (Pre-Exposure Prophylaxis), een medicament dat overdracht van hiv voorkomt. Dat maakt dat velen nu onveilig seks gaan hebben en dat condooms minder en minder gebruikt worden. Ze beschermen nochtans ook tegen andere SOA’s (seksueel overdraagbare aandoeningen, red.).”

Dure medicatie

Bart denkt dat in de toekomst het virus nog zal kunnen uitgeschakeld worden. “Misschien wordt dit nog een stukje tegengehouden door de farmaceutische industrie, want die verdient een pak geld aan de dure medicatie tegen hiv. Gemiddeld neemt een hiv-patiënt voor 1.000 euro per maand aan medicatie in. Gelukkig wordt het meeste terugbetaald door het ziekenfonds.”

Bart is een fictieve naam.

(EDB)