Firmin Steyaert is de kunstenaar achter het unieke beeldje voor kersverse Brugse echtparen

Firmin Steyaert is de kunstenaar achter het unieke kunstwerkje dat de voorbije 15 jaar aan 7.500 kersverse Brugse echtparen overhandigd werd: "De link met kunst is altijd gebleven." © SDM
Redactie KW

In de voorbije 15 jaar maakte Firmin Steyaert 7.500 beeldjes voor Brugse echtparen. Zijn contract van vijf jaar bij de Stad Brugge liep uiteindelijk op tot 15 jaar. “Zelfs als directeur van Haverlo en het runnen van een huishouden… De link met kunst bleef er altijd.”

“Als kunstenaar ben je nooit met pensioen. Tijd bestaat niet voor een kunstenaar. Aan het ene beeld werk je twee dagen, aan een ander misschien twee jaar. Ik heb zelfs een beeld die na 30 jaar nog altijd niet af is”, steekt Firmin Steyaert van wal.

“Ik ben in 1933 geboren. De emotionele indrukken plukte ik uit de ongerepte natuur van het boerendorp Maria-Aalter waar ik opgroeide. Alsook de armoede die mijn jeugd typeerde, hebben altijd een indruk op mij nagelaten. Het kneedde mij en inspireerde mij tijdens mijn talrijke creaties. Om puur aan kunst te kunnen doen, moet je zelf ook puur zijn. Om dat te kunnen bereiken, moet je wel wat schoppen onder ‘je gat’ gekregen hebben.”

Leeuwen en beren

“Ik was altijd al een leergierig en begeesterd kind”, gaat Firmin verder. “Op mijn 14de volgde ik er het achtste studiejaar. In die tijd was het de gewoonte om al op je 14de te beginnen werken. Meester Julius vroeg mijn moeder of ze mij de kans wou geven om verder te studeren. Kordaat als ons moeder was, spoorden we op zekere dag naar Brugge en werd ik ingeschreven aan de Vrije Beroepsschool van Brugge, het latere VTI. Ze gaf ‘meneer pastoor’ wel de boodschap dat ze niet te zacht op me moesten zijn, waarop de pastoor repliceerde: ‘Hier temt men leeuwen en beren!’ En ik moet toegeven dat de discipline inderdaad eerder positief dan negatief werkte.”

“Mijn werkjes signeer ik ook altijd met Stey, zo noemden ze mijn vader. Het is een eerbetoon aan hem”

Firmin volgde de beroepsopleiding ‘metaal’, maar had eerder een voorliefde voor ‘moedertaal’. Ook sport en in het bijzonder ‘basket’ kon de 1m80 grote Firmin bekoren. In deze na-oorlogse periode deed ‘basket’ zijn intrede via de Amerikaanse soldaten.

“Die wil ik hebben”

“De roots van ‘Avanti’ liggen eigenlijk in het VTI. Ik werd er destijds getraind door René Mol“, gaat Firmin verder. “En via de basket leerde ik mijn vrouw kennen. Hélène Maene was de liefde van mijn leven. 30 jaar zijn we getrouwd geweest, 32 jaar waren we samen. Ik herinner me nog levendig de dag waarop ik haar voor het eerst zag, geflankeerd door haar vader en nonkel om naar een basketbalwedstrijd te komen kijken. Mijn blik werd onmiddellijk naar haar getrokken, zij, gekleed in een felrode mantel! Ik wist meteen: ‘Die wil ik hebben!’ Zonder het te hoeven uitspreken, voelden we mekaar aan. Vanaf de eerste dag. Zonder woorden konden we mekaar lezen. Onze liefde oversteeg alles, ruzie kenden we niet. Nooit heb ik haar bij naam genoemd, wel sprak ik haar met ontelbare koosnaampjes aan, afhankelijk van het moment. Mijn favoriet was ‘Maentje’. Ons huwelijk werd met drie flinke zonen gezegend: Erwin (59), dichter, leraar aan de OLVA, Gunther (58) studiemeester in OLV Ter Duinen in Zeebrugge en Bart (57), turnleraar aan KA in Stene.”

“In het jaar 1988 kwam er abrupt een einde aan ons liefdesgeluk”, blikt Firmin terug. “Mijn vrouw werd op 51-jarige leeftijd getroffen door longkanker, de ziekte waaraan ze acht maanden later overleed. Nooit heeft ze gerookt. De chemotherapie uit de jaren 80 is in niks te vergelijken met de huidige toepassing. De liefde die wij hadden, heb ik in geen enkele andere vrouw meer teruggevonden.”

Als Stey

“Naast het bekleden van een drukke professionele loopbaan als directeur aan de school Haverlo en het runnen van een huishouden, bleef er altijd de link met kunst”, gaat Firmin verder. “Poëzie is eigenlijk de eerste kunstvorm die mij wist te bekoren. Wie in zijn leven een gedicht kan neerpennen die het lezen waard is, heeft volgens mij niet tevergeefs geleefd.” Ook de ontelbare kunstboeken die hij met de grootste gretigheid las, hebben Firmin geïnspireerd en gevormd. “Ik wou iets doen met de bagage die ik tot dan toe had opgedaan. De vaardigheden via mijn opleiding ‘metaalbewerking’ en het uittekenen van schetsen op de scheepswerf tijdens mijn eerste job. Toen ik nog niet zolang getrouwd was, herinner ik mij hoe mijn vrouw en ik, omarmd voor de vitrine van een kunstzaak, wegdroomden voor ‘de clown’ van Bernard Buffet. De volgende dag kocht ik plakkaatverf en maakte er een geslaagde reproductie van. Ik was goed in het reproduceren van schilderkunst, maar slaagde niet om eigen creaties te realiseren.”

“Wie in zijn leven een gedicht kan neerpennen dat het lezen waard is, heeft volgens mij niet tevergeefs geleefd”

“Ik exploreerde verder binnen het kunstlandschap. De keuze viel op beeldhouwen. Een eerste beeldje maakte ik uit hout. Later maakte ik er één uit steen. Toen nog één en nog één. Wanneer ik alle beeldjes bekeek, vond ik er een zekere éénheid in terug. Mijn stijl was geboren, het zat goed. Ik creëer vooral een ‘houding’, een ‘gebaar’. Ook de bijna goddelijke rol van de vrouw staat centraal. Mijn werkjes signeer ik ook altijd met Stey, de naam waarmee destijds mijn vader en ook ik door intimi word aangesproken. Het is eerder een eerbetoon aan mijn vader, aan wie ik nog dagelijks terugdenk.”

“In mijn hart”

“De eerste 25 jaar wou ik niks verkopen. Ik was eigenlijk al met pensioen toen ik deelnam aan een kunstwedstijd van de Stad en de eerste prijs won. Ik moest schriftelijk verklaren dat ik het werk vervaardigd had. De emotionele omschrijving, klonk als volgt: ‘Dit beeldje is in mijn hart ontstaan en door mijn handen vervaardigd.’ Het beeldje symboliseert het samenzijn van twee mensen in éénheid en verscheidenheid, bezegelt door het huwelijk. Er zijn drie doorslaggevende eigenschappen in terug te vinden: tederheid, deemoed en fierheid.”

“Ik blijf mentaal nog steeds even gedreven, maar lichamelijk gaat het niet meer zo vlotjes! Al moet ik wel toegeven dat ik mij pas vanaf mijn 82ste een oude vent ben beginnen voelen, die het wat rustiger aan moet doen. Naast de kunst, die mij altijd tot rust heeft weten te brengen, vraagt mijn lichaam dat nu ook”, besluit Firmin filosofisch. (SDM)