EXCLUSIEF De integrale preek van priester Seynaeve

© Foto BWB
Redactie KW

Priester Wim Seynaeve van Heule-Bissegem hield vorig weekend een meer dan opmerkelijke én gedurfde homilie. Hieronder lees je de integrale homilie.

Pastoor Wim Seynaeve.
© Foto BWB

Zusters en broeders,

Het is met een bijtende pijn en een groot verdriet dat ik u vandaag toespreek. Andermaal zit de kerk van ons bisdom in een woelig vaarwater. Andermaal staat de uitgang voor kerkverlaters wijd open. Geen mens die het allemaal nog snapt. Geen mens die in deze zaken helemaal klaar ziet.

De feiten zijn wat ze zijn. Dat is objectief. De feiten worden gebracht zoals ze worden gebracht, dat heeft niemand in de hand. Objectief zou ik het niet noemen.

Ik vind het mijn taak als priester, die herder is en profeet terzelfdertijd, om vandaag het woord te nemen, hoewel Dominiek de preekbeurt op zich genomen had. Maar de vraag stelt zich evenwel duidelijk: hebben wij nog spreekrecht? De emotie zegt neen. Maar emoties zijn doorgaans slechte raadgevers. Dus doe ik het toch.

De verleiding is groot te zeggen: het is klaar. God heeft zijn Kerk de rug toegekeerd. Hij hoort ons bidden niet. Hij onderkent onze inzet niet. Ondersteunt ons roepen niet. Hij heeft ons verlaten. We zijn met dat gevoel al bij al in goed gezelschap. Ook Jezus riep het uit: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten.

Maar God verliet Hem niet. Hij riep Hem uit de dood terug. Trouw aan zijn diepste wezen. Zo deed Hij het de geschiedenis door, van toen Hij Abraham wegriep naar Kanaän te gaan, toen Hij het volk van slavernij bevrijdde, toen hij de profeten riep het volk in ballingschap te bemoedigen. Zo doet Hij het nog, vandaag. Voor ons. Al heeft het de schijn tegen. Evenwel. Steeds heeft God doorheen mensen gewerkt. Mensen die de moed hadden om op te staan, mensen die de durf hadden platgetreden paden te verlaten. Mensen die de kracht ontvingen de woorden te zeggen die velen dachten, maar het heersende gezag niet durfden voor het hoofd stoten. Vandaag zijn het weer zulke tijden. Vandaag mogen we niet meer zwijgen. Vandaag moeten standpunten worden ingenomen. Klaar en weloverwogen.

Er is, zusters en broeders, niets goed te praten. Er is niets te verontschuldigen. Er worden door mensen grote en schandelijke fouten begaan. Evenwel dienen wij onze eigen menselijkheid onder ogen te zien en de mens NOOIT, in geen enkel geval te laten vallen. Vergeving is een vreselijk moeilijk woord; en wordt al te vaak misbruikt en uit de context gerukt. Barmhartigheid en naïviteit zijn twee verschillende dingen. Daar kunnen wij het alvast over eens zijn.

De vraag evenwel kan echt niet langer uit de weg worden gegaan. Hoeveel mens mag een priester zijn? Met alles wat een mens eigen is, aan verlangen, aan troost, aan geluk, aan lust en lichamelijkheid evenzeer? Kunnen we verlangen dat een heel stuk menselijkheid aan jonge mannen wordt ontzegd? Zelf ken ik de strijd met mezelf, de moeilijkheid om trouw te blijven, ondanks alles. Ik mag getuigen dat het mij tot nog toe is gelukt om zonder scrupules mijn roeping trouw te blijven, dat ik erin geslaagd ben, tot nog toe, mijn menselijkheid en lichamelijkheid een juiste plaats te geven, zonder ze te verloochenen. Het is geen verdienste en ik stoef niet. Ik weiger ook een steen te werpen naar wie het niet kon. Maar ik wil evenmin zwijgen en moet het kwijt:

in welke mate is het niet aanstootgevend dat de Latijnse Kerk aan de Clerus nog steeds het celibaat als verplichting oplegt? Had de man die in Middelkerke pastoor moest worden de vrijheid gekregen zijn seksualiteit te ontwikkelen, had de pastoor van Hooglede de vrijheid gekregen zijn lichamelijkheid te ontwikkelen, waren de feiten dan gebeurd? Amme en akke zijn twee boeren, ik weet het wel, en het hoofdstuk van seksueel misbruik is oneindig veel ruimer dan de beperkte celibataire wereld, maar de vraag moet mogen worden gesteld. De problematiek is allicht ook ruimer dan de celibaatsverplichting en heeft ook te maken met de eenzaamheid van de macht, het voetstuk waarop de goegemeente de priester lange tijd plaatste. Men moet sterk zijn om niet in macht over mensen te verdrinken.

Laten wij elkaar bevrijden van ondraaglijke lasten.

Laten wij, In Gods Naam de liefde Gods laten zegevieren.

Laten wij elkaar om Jezus wil steunen en bemoedigen.

Laten wij erop vertrouwen dat God zelf, ook langs deze moeilijke wegen, werkt en spreekt en klaar voor ogen heeft, waar het naartoe moet.

Er gaan, omwille van mensenwet, teveel talenten verloren.

Ze worden begraven in de grond, en we kennen, want we hoorden, van de woede die dat de Heer meebrengt…