“Een goed café herken je aan zijn wc”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele op zoek naar de wijsheid in de kan, deze keer in Den Ouden Toren in Lissewege.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Vroeger was alles anders. Allemaal de schuld van die vervloekte tijd die alsmaar sneller lijkt te gaan. Gelukkig zijn er nog plekjes waar de klok trager lijkt te tikken. Pas op, de tijd knaagt ook aan Lissewege. En er is ook de zee die het land beetje per beetje oppeuzelt. “Ik kom hier al van mijn kindertijd”, zegt Michel Monballiu. “Voorzitter van het feestcomité in Zeebrugge”, zo stelt hij zichzelf voor terwijl ik hem de hand schud. “Mijn grootouders woonden hier. Het waren boeren. Hun erf is intussen verdwenen. Het is nu allemaal water.”

Een echt authentiek cafeetje, dat vind ik gezellig. Dat straalt liefde uit

Alles verdwijnt. Al doet Michel nog zo hard zijn best. Hij begint op te sommen welke festiviteiten in de streek we niet mogen missen. De herdenking van Saint George’s Day voorop. Hij zegt dat hij de koning verwacht. En prins Charles. En dat zijn vrouw voorzitster is van Ziekenzorg, dat nu Samana heet. En dat ze nog gaan eten zijn met de mensen. Dat er boerenbrood en hesp was. En taart en koffie. Voor tien euro. En dat ze aan het stoken zijn in Brugge opdat hij op de lijst zou staan. Maar dat zijn vrouw radicaal tegen is. Hij wordt er even stil van en zegt dan: “Je kunt niet alles willen in het leven.” Hij geeft haar niet helemaal ongelijk. “Ik zou voor niets meer tijd hebben. Politiek in eigen parochie zou nog lukken, maar wij moeten altijd naar Brugge, 20 kilometer rijden, dan is er de miserie om je wagen kwijt te geraken en moet je nog terugkeren.” Dan liever Lissewege. “Gelukkig dat we dat hier nog hebben”, zegt Danny, “want al de rest verdwijnt.”

Bijna al de rest. Lissewege heeft dan wel veel chique restaurants die zich op het betere publiek uit verre en minder verre omstreken richten, de cafés die er nog zijn, hebben hun ziel niet verloren. Danny Vandenberghe is een jong gepensioneerde en herinnert zich zijn jeugd. “Toen waren er nog twintig cafés in Lissewege. En evenveel in Zwankendamme, dat maar een straat groot is.” Het sterkste café van de streek ligt vlak naast de befaamde kerk en heet toepasselijk ‘Den Ouden Toren’. Broers Freddy en Kurt Stael hebben het etablissement acht jaar geleden overgenomen en hebben het prachtige, authentieke interieur behouden. En ook het hart ervan. “Een echt authentiek cafeetje, dat vind ik gezellig. Dat straalt liefde uit”, zegt Michel. “Het is niet alleen authentiek, het is ook proper. Een goed café herken je aan zijn wc. Er zijn hier andere etablissementen waar ik liever niet ga plassen.”

Niet dat vroeger alles zo proper was. “Ik werkte vroeger in de cokesfabriek, die intussen 20 jaar gesloten is”, zegt Danny. “Het ‘vuil fabriekske’ zeiden de mensen. Er waren toen tenminste nog fabrieken. In Glaverbel werkten er in die tijd 3.000 mensen. In ploegensysteem. Wie om tien uur gedaan had, kwam hier nog één drinken en bleef vaak hangen tot ‘s morgens.” Hij trekt zijn schouders op in plaats van te zeggen “Wat wil je?” en neemt een goeie slok van zijn pint om de realiteit door te spoelen. “Er is niet veel industrie meer. Gelukkig dat de haven er nog is. En een cafeetje zoals dit.”

Lissewege is een mooi Vlaams dorp. Ik hou van de mentaliteit

Waar Antwerpenaar Filip Vandenabeele geregeld een koffietje komt drinken. Hij heeft een huis in Hove en intussen heeft hij ook gebouwd in Lissewege. Er waren drie burn-outs nodig eer hij begreep dat hij naar rust op zoek moest. “Het voordeel van Lissewege is: het is niet ver van de zee, je zit zo in Heist of Knokke, en je hebt toch geen last van het massatoerisme. Het is een mooi Vlaams dorp. Ik hou van de mentaliteit. Het typische karakter wordt hier niet geëxploiteerd zoals in Damme. Kijk”, hij draait zich om en lacht: “Mensen kaarten hier nog.” Het zijn de kaarters van de B-ploeg. Zo genoemd omdat ze aan tafel B zitten. Tafel A is er vanmorgen niet. “Te veel gekwetsen”, gniffelt één van de omstaanders. Kaarters hebben hier een publiek. “Je kunt altijd bijleren”, zegt Michel, die ook staat te kijken met een Brugse Zot in de hand.

Ik vraag naar de geheimen van het kaarten en eentje zegt dat je een goed geheugen moet hebben. Etienne gniffelt: “Je moet je zo snel mogelijk ontdoen van al wat een rok draagt.” Nog een andere wijst me een man aan die het allemaal kan weten: “Hij heeft maar één nadeel, hij kan geen vrouw met rust laten.” Dat is goed voor hilariteit. Wanneer ik opmerk dat hij dan maar beter oplet voor klachten wegens grensoverschrijdend gedrag, zegt Michel dat je ook eens de andere kant van de medaille moet bekijken. “Heb je vrijdag ‘The Voice’ met Ann Lemmens gezien? Hoe ze erbij liep, het liet ook niets aan de verbeelding over.”

Weet je waarom Club Brugge op zijn veld nooit last heeft van wormen? Omdat ze die kiekens van de Cercle er ook op loslaten

Hubert vindt dat ze mag tonen wat ze heeft. En Danny constateert dat je met de leeftijd blijkbaar meer last van de verbeelding krijgt. “Laat haar eens genieten”, hoor ik nog zeggen, “voor de tijd dat het duurt.” Intussen druppelen bezwete wielertoeristen binnen. In ‘Den Ouden Toren’ zijn er twee ploegen. De ene in groen tenue, de andere in het blauw. “Eerst waren ze ook groen”, laat één van de groene renners zich ontvallen, “maar we reden zo snel dat ze blauw zijn uitgeslagen.” Het begin van een spervuur aan moppen. “Weet je waarom Club Brugge op zijn veld nooit last heeft van wormen? Omdat ze die kiekens van de Cercle er ook op loslaten.” Dat zal ook niet blijven duren.