Drie leden van Rollegems gezin werken allen bij busbedrijf Demuynck en Vansteelandt

Vader Didier Clement is mecanicien, dochter Anoeska en echtgenote Chantal Devriendt rijden met een lijnbus. © AXV
Axel Vandenheede

Van 20 tot en met 25 oktober staat de bus centraal in Kortrijk, want dan vindt Busworld plaats. Bij de familie Clement in Rollegem is de bus het hele jaar door het gespreksonderwerp: vader Didier is busmecanicien, moeder Chantal en dochter Anoeska rijden met de bus. “Het is een voordeel dat we in dezelfde sector werken.”

In het Kortrijkse zijn er heel wat busbedrijven. Demuynck & Vansteelandt uit Bellegem is een van de grotere spelers: naast een resem eigen bussen rijdt het bedrijf ook voor De Lijn. Chantal Devriendt en dochter Anoeska Clement zijn twee van hen. Vader Didier is bovendien ook een collega: bij Demuynck en Vansteelandt is hij de mecanicien. “Ik ben een kleine 30 jaar geleden in de wereld van de bussen gerold”, vertelt Didier (54). “Ik werkte voordien bij de Belgische Spoorwegen. Elke dag op en af naar Mechelen. Maar op een bepaald moment werd ik opnieuw vrijgezel, met twee kinderen. Ik heb toen werk dichter bij huis gezocht en kwam terecht bij busbedrijf Hoornaert in Rollegem.”

Daar leerde hij zijn huidige vrouw Chantal (60) kennen. “Ik ben daar ook door het toeval terechtgekomen”, zegt ze lachend. “Ik heb eerst een aantal jaar als arbeider gewerkt, maar stond plots op straat toen het bedrijf failliet ging. In die periode zocht MPI De Kindervriend begeleidsters op de schoolbus en ik heb me kandidaat gesteld.”

“In het begin was dat enkel op vrijdagnamiddag en maandagochtend, maar al snel kwamen daar ook de andere dagen bij. Intussen volgde ik aan VTI Kortrijk een cursus om met de bus te mogen rijden. Zo ben ik bij de firma Hoornaert buschauffeur geworden. Eerst reed ik met de schoolbus rond en reed ik met een bus van De Lijn als er iemand ziek was. Sinds 1991 rijd ik enkel nog met bussen van De Lijn, ook al ben ik in die tijd enkele keren van baas veranderd.”

Begonnen met twee

Met het spreekwoord ‘de appel valt niet ver van de boom’ indachtig, was het logisch dat dochter Anoeska (25) in de voetsporen van haar ouders trad. “Ik heb eigenlijk niet lang moeten nadenken”, vertelt ze. “Ik heb na mijn middelbare studies een opleiding bij de VDAB gevolgd en de dag na mijn 20ste verjaardag reed ik voor de eerste keer met de bus rond.”

Didier: “Die passie voor bussen kreeg ze met de paplepel binnen. Om maar een voorbeeld te geven: toen ze in het zesde leerjaar zat, kregen alle leerlingen de vraag welk beroep ze later wilden uitoefenen en mochten ze kledij en attributen meenemen die met dat beroep te maken hadden. Anoeska is toen met een uniform van De Lijn naar school gegaan.”

“Toen Anoeska voor De Lijn ging rijden, heb ik een boek vol geschreven met trajecten, haltes…” – Chantal Devriendt

Intussen rijden er heel wat vrouwen met bussen van De Lijn. Toen Chantal begon, was dat wel even anders. “We waren toen met twee”, herinnert ze zich. “Dan maakten de mannen die opstapten wel eens flauwe grapjes. ‘Zouden we niet wachten op de volgende bus?’ was een klassieker. Maar gaandeweg is dat verbeterd. Nu kijken de mensen niet meer op als er een vrouw de bus bestuurt.” “Ik heb ook dat gevoel”, vertelt Anoeska. “In het begin keek er wel eens iemand omdat ik zo jong was. Ik heb alvast nog geen problemen gehad met mensen in mijn bus.”

Velen gaan zelfs liever met Anoeska mee“, zegt Chantal lachend. “Op een keer stond ik met mijn bus in Waregem, klaar om de studenten van het middelbaar op te pikken. Achter mij stond mijn dochter, die vrijwel hetzelfde traject met haar bus deed. Mijn bus zat goed vol, maar plots zag ik veel jonge gasten naar de bus achter mij verhuizen…”

Zowel Chantal als Anoeska rijdt wekelijks op een aantal lijnen. Chantal: “Het is een huzarenstukje om die verschillende trajecten allemaal uit het hoofd te kennen. Het is dus niet zo dat we richtlijnen van de gps moeten volgen. Toen Anoeska begon bij De Lijn, was ik daar het meest bang voor: eens je aan het stuur zit, moet je het traject kennen. Ik heb voor haar daarom een boek vol geschreven met trajecten, haltes…”

Altijd van wacht

Anoeska: “Voor je een nieuw traject doet met de bus, ga je enkele dagen mee met een chauffeur die al de nodige ervaring heeft. Zo zie je en leer je waar je naartoe moet rijden. Toen ik begon, heeft iemand me bovendien met raad en daad bijgestaan. Het toont ook aan dat de chauffeurs bij Demuynck & Vansteelandt een hechte bende vormen. Want ook al rijden we voor De Lijn, Emmanuel Vansteelandt is onze werkgever.”

Beide vrouwen wisselen ochtend- met avonddiensten af en hebben dus een onregelmatig leven. Ook vader Didier is weinig thuis. “Ik begin om zes uur ‘s morgens en meestal stop ik om zes uur ‘s avonds”, vertelt hij. “Maar ik zie dit niet als werken, het is meer mijn hobby. Omdat ik de enige mecanicien ben bij het bedrijf, ben ik bovendien 24 uur op 24, zeven dagen per week van wacht. Als er ergens een bus van Demuynck & Vansteelandt in panne valt, ruk ik uit. Verder spring ik af en toe in als chauffeur, maar niet bij De Lijn.”

Krijtbord

“Met Emmanuel Vansteelandt hebben we een heel goede baas”, aldus nog Chantal. “Als er iemand ziek is, is hij de eerste om zelf een shift voor zijn rekening te nemen. Of als het heel warm is, zoals enkele maanden geleden, zorgt hij voor een lekker ijsje. Voor zo’n baas wil je een extra inspanning leveren zoals een extra shift doen.”

Om ervoor te zorgen dat ze alle drie een zicht hebben op het werkrooster van de chauffeurs, hangt er in de woonkamer een krijtbord. “Elke week schrijven we per dag op wanneer we starten met werken en welke lijn we rijden”, legt Chantal uit. Didier: “We werken ook vaak met briefjes. Als mijn vrouw wil dat ik iets doe, dan schrijft ze dat op een briefje. Omgekeerd geldt dat ook. We zijn als het ware een ‘briefjesfamilie’.” (lacht)

Over tanden en telefooncellen

Met de bus rijden, het is een avontuur als je Chantal Devriendt, Didier Clement en dochter Anoeska mag geloven. “Je kunt niet geloven wat je allemaal in je bus vindt”, vertelt Anoeska. “Ik rijd nog niet zo lang, maar ik kan al een hele lijst aan items opnoemen. Tot valse tanden toe.”

Daarnaast durft er wel eens iets tegen de bus te vliegen. “Een tijd geleden hoorde ik plots een enorme knal, maar ik zag niets”, zegt Chantal. “Ik ben gestopt en heb de voorkant van de bus bekeken. Bleek dat een fazant tegen de bus was gevlogen: het beestje zat helemaal vast in het rooster.”

“Nu heb je gelukkig een gsm en kan je meteen naar het bedrijf bellen, maar vroeger was dat niet zo. Ik kan je verzekeren: als je ‘s morgens vroeg in panne valt en je gaat aanbellen om hulp te vragen, dan kan je van een kale reis terugkeren. Ook telefooncellen waren niet altijd een hulpmiddel: er moest eentje in de buurt staan en dan nog kon het zijn dat je telefoonkaart vervallen was…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier