Dorine uit Zevekote: “In de kerk vind ik rust”

Dorine Gadeyne leeft en werkt dicht bij de natuur, maar ontsnapt in de kerk aan de dagelijkse drukte. © HH
Hannes Hosten

Dorine Gadeyne (44) gaat sinds een jaar weer elke zondag naar de mis. Ze heeft daar deugd van. In de kerk vindt de melkveehoudster rust en een kans om helemaal te ontsnappen aan de drukte. “Vroeger lukte dat minder, maar voelde ik een gemis”, vertelt ze. “Het was een verlangen naar leven.”

Deze reportage maakt deel uit van ons Dossier Kerk

“Ik zing al tien jaar bij Talentina, het kerkkoor van Zevekote”, aldus Dorine, die getrouwd is met Patrick Devreese. “Wij zingen bij speciale gelegenheden. In het begin dat we getrouwd waren, probeerden we naar de mis te gaan, maar dat verwaterde. Negen uur is een moeilijk uur en je zit in de drukte van het werk en de kinderen. Ik ging enkel nog naar de vieringen waar we met het koor moesten zingen. Maar sinds enkele jaren ga ik weer meer naar de mis en sinds een jaar zelfs weer elke zondag.”

“In de kerk vind ik rust en kan ik eens alles vergeten. Dat uurtje denk ik niet op het werk in het gezin of op het hof. Daar kan ik echt eens ontsnappen aan de drukte. Vroeger had ik meer een schuldgevoel als ik van het bedrijf vertrok om naar de mis te gaan. Maar ik voelde toch een gemis, iets wat je moeilijk kan omschrijven. Het zat in mijn hart en ziel. Intussen hebben we twee melkrobots en zijn de kinderen ouder: 19, 16 en 14 jaar. Het voelt nu beter als ik daarvoor kies.”

“Niet opleggen”

“In de zondagsmis in Zevekote zijn we met 20 mensen, onder wie nog één, soms eens twee mensen van mijn leeftijd. Er zijn wel jonge misdienaars”, aldus Dorine. “Je ziet er vooral vrouwen. Zij zijn spiritueler en durven zich kwetsbaarder opstellen. Ik vind het jammer voor wie er niet is, maar de mis moet ook niet vol zitten met frikkelaars en mensen die er niet thuis zijn. Wel moet iedereen welkom zijn in de kerk. Ik kreeg ook de kans om terug te keren. Ook eerste en plechtige communies blijven belangrijk. Je laat meer achter bij die kinderen dan je denkt. En het verlaagt de drempel als ze het eens nodig hebben.”

Je ziet vooral vrouwen in de mis. Zij zijn spiritueler en durven zich kwetsbaarder opstellen

“Mijn man gaat wel eens mee naar de eucharistieviering, maar zeker niet altijd. Ik wil hem dat niet opleggen, maar ik heb er wel deugd van als hij meegaat. En zie: als we samen naar de mis zijn geweest, ziet onze zondagmorgen er anders uit. De kinderen gaan op Pasen en Kerstmis mee. Zij vinden het niet direct nuttig om naar de kerk te gaan en ik kan hen geen ongelijk geven. Maar ik leg hen uit dat geloven in God is als vertrouwen in het goede.”

Dorine Gadeyne leeft en werkt dicht bij de natuur, maar ontsnapt in de kerk aan de dagelijkse drukte.
Dorine Gadeyne leeft en werkt dicht bij de natuur, maar ontsnapt in de kerk aan de dagelijkse drukte.© Benny Proot

“Aan mijn eigen kinderen wil ik het niet altijd opnieuw herhalen, je kan maar het voorbeeld geven. Woorden wekken, voorbeelden trekken. In mijn jeugd gingen wij thuis ook elke zondag naar de mis. Het kwam niet in ons op om te rebelleren. En toch ben ik blij dat mijn ouders ons die weg toonden. De drempel was lager om later terug te keren naar de kerk. Nu hoor ik er dikwijls dingen die op mijn dagelijkse leven van toepassing zijn, iets wat ik in mijn jeugd niet hoorde.”

“Verlangen naar leven”

“Als je jonger bent, ben je rationeler en wil je er vooral geraken. Maar op een bepaalde leeftijd vraag je je af: is dat het nu? Is er niets meer? Je voelt een verlangen naar leven. En het leven is meer dan werken. Pas op, werken is goed, hé. Het is best dat we ons werk hebben en dat we dicht bij de natuur mogen toeven. De geboorte van een kalfje, dat geeft ons energie. In de lente en de zomer zit de natuur vol energie, maar elke tijd heeft zijn charme.”

Als we samen naar de mis zijn geweest, ziet onze zondag er anders uit

“Sinds ik weer elke week naar de mis ga, heb ik minder last van hoofdpijn”, vertelt Dorine. “Niets miraculeus natuurlijk, maar gewoon dat uurtje stil zitten. Dat geeft kracht. Soms is stilte het beste antwoord. Altijd voortdoen, dat gaat niet. Je moet eens stilvallen. Anders bedrieg je jezelf. Er is een tijd om te werken, om te slapen, te eten, niets te doen. En dat moet in evenwicht zijn. Hoeveel gezinnen eten er nog samen? Hier proberen we dat wel te doen. Mochten we meer van ‘ik’ naar ‘wij’ evolueren, de wereld zou veel mooier zijn.”