Anselma Wijnant (77) en Aloïs Penne (80) vonden elkaar na 54 jaar terug

"Op onze leeftijd hang je nog meer aan mekaar dan wanneer je jong bent. Ik kan niet zonder hem en hij niet zonder mij", (Foto WK)
Redactie KW

Allebei trouwden ze met een ander en bouwden een gezinsleven uit, weg van elkaar. Maar als twee harten voor elkaar bestemd zijn, spelen tijd en afstand geen rol.

Echte liefde overwint alles, altijd… Anselma Wijnant en Aloïs Penne groeiden op in hetzelfde dorp. Zij – de dochter van de bakker – en hij – boerenzoon én beloftevolle wielrenner – waren heimelijk smoorverliefd op elkaar, maar verder dan wat steelse blikken en ondeugende knipoogjes kwam het nooit. Allebei trouwden ze met een ander en bouwden een gezinsleven uit, weg van elkaar. Maar als twee harten voor elkaar bestemd zijn, spelen tijd en afstand geen rol. Want na 54 jaar bracht het lot Anselma en Aloïs weer samen. “Ik kan niet zonder hem en hij niet zonder mij”, glimlacht Anselma.

Anselma Wijnant (77) en Aloïs Penne (80) ontvangen mij drie hoog, in een smaakvol appartement met zicht op de Grote Markt in Blankenberge. “Dit is het mijne”, zegt Aloïs. “Maar ik ben hier nooit alleen. Anselma en ik pendelen van mijn flat naar de hare. Twee dagen hier, drie dagen daar… Of andersom. Altijd zijn we samen.”

“Op onze leeftijd hang je nog meer aan mekaar dan wanneer je jong bent”, beaamt Anselma. “Ik kan niet zonder hem en hij niet zonder mij. Ik noem hem zoet en hij zegt schat tegen mij, ook wanneer onze kinderen erbij zijn. Onze liefde is te mooi om ze te verstoppen.” En terwijl ze dat vertelt – met een twinkel in haar ogen – lijkt ze weer op dat meisje van toen. Aloïs grijpt naar zijn zakdoek. “Zie eens, wat een violette“, knikt hij me trots toe.

Rijsttaart

Dit liefdessprookje begon in het dorpje Outer, nu een deelgemeente van Ninove. Anselma, dochter van de bakker, en boerenzoon

Aloïs, die droomde van een wielercarrière, behoorden tot hetzelfde vriendengroepje. “Ja hoor, we hádden gevoelens voor mekaar, maar kwamen er niet voor uit”, vertelt Anselma. “Hoewel ik voor naaister leerde, kwam ik op mijn vijftiende toch in de bakkerij terecht, om samen met mijn moeder de klanten te bedienen. Aloïs kwam om de haverklap over de vloer. Wat komt die hier toch doen? vroeg mijn moeder zich altijd af.”

“Toen ik naar het leger moest, is ons contact verwaterd…”

“Ik had natuurlijk een goed excuus”, lacht Aloïs. “Want voor een coureur zijn rijsttaartjes een bron van energie. En toch is er toen niets van gekomen. Zelfs niet toen ik op een keer de koers won en mijn palm (trofee, red.) aan Anselma wilde geven. Want ze weigerde die te aanvaarden. Uit verlegenheid, heeft ze later opgebiecht. Op mijn negentiende moest ik naar het leger en het contact tussen ons verwaterde. Tja, en hoe gaat dat dan? Ik kwam in kennis met een vriendin van mijn nicht en in 1957 trouwden we, het was van moeten. Later zou ik nog een tweede keer vader worden.”

In 1959 gaf ook Anselma haar jawoord. Aan een beroepsrenner dan nog, met wie ze een zoon en twee dochters kreeg. Zij bleef met haar gezin vlakbij Ninove wonen. Aloïs was met het zijne naar Sint-Pieters-Leeuw getrokken. En de jaren gingen voorbij… “Vierenvijftig jaar hadden we elkaar niet meer gezien”, glimlacht Anselma, die na een moeilijke scheiding op aanraden van haar kinderen naar Blankenberge verhuisd was. “Tot ik op een dag een telefoontje kreeg… van Aloïs. Toen zijn zus hem vertelde dat ze mij toevallig was tegengekomen, ging hij in het telefoonboek op zoek naar de naam Wijnant en kwam zo bij mijn broer terecht, die hem mijn telefoonnummer gaf.”

Eerste kus

“17 september 2010: die datum zal ik nooit vergeten”, zegt Aloïs ontroerd. “We hadden met elkaar afgesproken in het station van Aalst. Ik was met de fiets, in koerstenue, zodat Anselma me zou herkennen. Het moment dat we elkaar zagen, was onbeschrijflijk. We kwamen tijd tekort, want we hadden elkaar zóveel te vertellen. En die dag hebben we elkaar voor de allereerste keer gekust!”

Hand in hand

“Op de terugreis had ik maar één gedachte: ik wil hem terugzien“, glimlacht Anselma. “Na dat eerste afspraakje volgde al gauw een tweede. En we telefoneerden alsmaar vaker naar mekaar. Na een tijdje kwam Aloïs al eens een dagje naar Blankenberge, op den duur zelfs drie keer in de week! En toen heeft hij hier ook een appartement gekocht. We pendelen nu van de ene flat naar de andere, twee dagen bij mij, drie dagen bij hem of andersom. We zijn dag in dag uit samen en doen ook alles samen: wandelen, fietsen, petanque spelen. Onze vrienden noemen ons hetverliefd koppeltje, omdat we altijd hand in hand lopen.”

Neef uit Canada

“Anselma heeft me leren petanque spelen. Want toen ik in Blankenberge arriveerde, was zij hier al goed ingeburgerd. Toen onze relatie nog pril was, had ze haar vrienden wijsgemaakt dat ik een kozijn uit Canada was. En zo noemen ze me nu natuurlijk nog altijd”, lacht Aloïs. “Hoe onze kinderen reageren? Die zijn allemaal heel content! Anselma en ik hebben plots een groot nageslacht, hé… Vijf kinderen, elf kleinkinderen, vijf achterkleinkinderen en een zesde op komst.”

(CH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier