Robert Claus verkoopt al meer dan 40 jaar hoeden en rookwaren

Redactie KW

In Wakken woont een van de oudste – al dan niet dé oudste – winkeliers van België. Sinds de jaren ’60 runt Robert Claus een stijlvolle tabaks- en hoedenwinkel in de Markegemstraat.

Robert Claus (88) staat al meer dan 40 jaar achter de toonbank van zijn zaak en denkt nog niet aan stoppen. „Dat zal ik waarschijnlijk ook nooit kunnen”, zegt hij. „Hiermee ben ik geboren en ik zal dit blijven doen tot het bittere eind. Veel klanten zeggen ook dat ik het moeten blijven voortdoen. Als ik ooit zou stoppen, heb ik echt schrik om in een zwart gat te vallen. Nu heb ik constant mensen om me heen, maar dan zal ik hele dagen alleen zitten.”

Robert startte zijn carrière als kapper. „Mijn grootvader was de eerste in de familie die het kappersberoep op zich nam. Later volgde mijn vader hem op en toen ook voor hem de tijd gekomen was om een stap terug te zetten, drong hij aan tot ik zijn zaak wilde overnemen”, lacht hij. „Ik heb daar toch even over getwijfeld, maar uiteindelijk besloot ik toch ook de schaar ter hand te nemen en begon ik mijn loopbaan als kapper. In de winkel van mijn vader werden al rookwaren en hoeden verkocht, maar dat was slechts een bijverdienste.”

Vertegenwoordiger

Robert Claus bleef kapper tot in de jaren ’70. „Ondertussen hadden we de tabakszaak geopend, dat gebeurde ergens in de jaren ’60. Onze zaak bestaat ondertussen bijna vijftig jaar. Oorspronkelijk was de winkel even verder in de Markegemstraat gesitueerd, ongeveer diagonaal tegenover waar de winkel zich nu bevindt. Voor ons was het alvast een leuke tijd en de zaken liepen goed. Mijn vrouw zaliger hielp toen ook vaak in de winkel.”

Robert was ook zelf een echte kettingroker. „Ik rookte de ene sigaret na de andere, tot ik ongeveer twee pakken per dag rookte. Toen heb ik beslist om ermee te stoppen en dat is me ook gelukt. Zeven jaar lang heb ik niet gerookt, tot ik op tv een tafel zag, vol met mooie pijpen. Op dat moment heb ik beslist om een pijp beginnen te roken. Af en toe rook ik ook nog eens een sigaar.”

Naast zijn job als winkelier voor petten, hoeden en tabaksproducten, ging Robert ook nog eens de baan op als vertegenwoordiger. „Op een dag kwam een vertegenwoordiger onze winkel binnen en hij vertelde me dat er geld te verdienen was met het leuren van sigaren en sigaretten in horecazaken. Hij zag wel een goede verkoper in me. Ik probeerde het toen in enkele cafés, maar kwam van een kale reis terug. De vertegenwoordiger kwam terug en spoorde mij aan om het nogmaals te proberen. Voor ik het wist, verkocht ik van alles en nog wat aan allerlei horecazaken. Ik begon zelfstandig te werken en verdiende goed mijn brood. Het leven op de baan beviel me wel en die job heb ik tot 1985 uitgeoefend. Het was de mooiste job die ik ooit gehad heb”, mijmert Robert.

Minder sigaren

In zijn winkel verkoopt Robert nu enkel nog petten, hoeden en tabakswaren. Haarknippen doet hij al lang niet meer. „De klanten komen van overal, niet alleen van onder de eigen kerktoren. Door de jaren heen zie je toch bepaalde trends. Sigaretten verkopen nog altijd goed, maar de verkoop van sigaren is sterk afgenomen. Twintig jaar geleden verkochten wij tijdens de feestdagen de ene sigaar na de andere. Ook de verkoop van hoeden is sterk achteruitgegaan, de verkoop van petten doet het dan wel weer goed.”

(TVWW)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier