Maar wat gebeurt er met al dat oorlogstuig? Onze Vrouw nam een kijkje op de terreinen van DOVO in Poelkapelle.
Vorige week werd het nog maar eens bewezen. Boeren uit de Westhoek kijken er niet meer van op als ze tijdens het ploegen op een bom stoten. Zo liep het ook bij Johan Devriendt uit Passendale. Pas toen hij meer dan 200 bommen bovenhaalde, verwittigde hij de ontmijningsdienst DOVO. Ondertussen staat de teller al op 351 bommen en ontmijningsdienst DOVO denkt er zich nog enkele weken zoet te kunnen houden. “De vondst van Johan Devriendt is toch wel een uitzondering”, meent historicus Franky Bostyn van de Historische Pool Defensie. “Het gaat hier om een stock die nooit afgeschoten is en die bedolven is geraakt. In de Slag om Passendale van 1917 werden er 50 miljoen projectielen afgeschoten, het is dan ook geen wonder dat er nog zo veel in de grond liggen.”
Identificeren
DOVO is momenteel druk bezig met het ontruimen van het veld en heeft ondertussen al 351 bommen gevonden. “Het zijn bijna allemaal chemische bommen van Duitse makelij”, legt commandant Glen Nollet uit. “Gisteren hebben we er 50 gevonden en we zullen wel nog enkele weken bezig zijn. Als we 50 bommen per dag blijven vinden, zal het totale aantal nog flink oplopen.”
De gevonden bommen worden allemaal naar de site van DOVO in Poelkapelle gebracht waar ze eerst een voor een geïdentificeerd worden. “Dat gebeurt in de IDG, het identificatiegebouw. We beschikken er over een live museum waar alle soorten munitie die we al hebben binnengekregen gelabeld liggen”, vertelt onderluitenant Dirk Gunst. “Die munitie dient als referentiepunt om de binnengekomen munitie te identificeren. Als we zeker zijn dat de bom niet giftig is, leggen we ze in kratten om ze later tot ontploffing te brengen. Zijn we niet zeker of de bom al dan niet giftig is, dan leggen we ze apart en gebeurt er een interne identificatie. Dat doen we met behulp van x-stralen en NAA. Bij dat laatste wordt de munitie gebombardeerd met neutronen en de computer maakt dan uit om welk type het gaat.”
Ontploffen, ontmantelen of … opslaan
Er zijn twee soorten giftige bommen die elk op een andere manier onschadelijk worden gemaakt. Je hebt er met een vloeibare lading en met een flesjestypelading. Bij die laatste zit de giftige vloeistof in een fles omgeven door explosieven. “Momenteel kunnen we enkel de bommen met flesjestypelading onschadelijk maken”, zegt Glen Nollet. “Dat gebeurt in de CDC, de Contained Detonation Chamber. Pakketjes bommen worden in die kamer tot ontploffing gebracht. Omdat er geen gevaarlijke gassen zouden vrijkomen, wordt die kamer voor de ontploffing vacuüm gezogen en nadien neemt de vacuümpomp het geproduceerd gas weg dat via allerlei filters uiteindelijk onschadelijk naar buiten komt.”
De bommen met een vloeibare lading die niet in een flesje zit, moeten ontmanteld worden. Dat gebeurde tot 2012 in het OMG, het ontmantelingsgebouw. “Onze ontmantelingsinstallatie is stuk nadat in september 2012 een projectiel niet zoals voorzien ontploft is”, aldus teamleader van het IDG Wouter Verhaeghe. “In plaats van een detonatie, wat een gewone ontploffing is, vond er een deflagratie plaats. Door die deflagratie is de installatie stuk. Momenteel is de Belgische defensie op zoek naar een andere technologie om te ontmantelen, want de installatie werkte nog met een techniek uit de jaren negentig. De studies lopen nog, dus de nieuwe installatie zal er niet meteen staan. Voorlopig hebben we voldoende ruimte om de bommen op te slaan en mochten we plaats te kort hebben, dan kunnen we wellicht nieuwe opslagplaatsen op de site creëren.” Voor de gifgasbommen van boer Devriendt zal er dus zeker goed gezorgd kunnen worden.
(MC)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier