Rechtbank Brussel behandelt procedurekwesties

Redactie KW

In de rechtszaak over het stripalbum “Kuifje in Congo” hebben de twee betrokken partijen maandag enkele vragen en verzoeken voorgelegd aan de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank zal ze bekijken, voor ze zich op 21 juni uitspreekt over deze procedurekwesties.

Twee Afrikanen en een Franse mensenrechtenorganisatie vinden dat “Kuifje in Congo” racistische elementen bevat en willen dat het stripalbum niet langer verschijnt. Ze daagden bijgevolg de uitgeverij Casterman en de erfgenamen van Hergé voor de rechtbank. De advocaten van Casterman en van de nv Moulinsart vragen een waarborg van de eiser. “De financiële situatie van een van de eisers is onduidelijk, we willen zeker zijn dat hij kredietwaardig is. Eerst werd ons verteld dat hij boekhouder is, daarna student, en uiteindelijk blijkt hij werkloos te zijn”, aldus advocate Carneroli.

“Kuifje in Congo” voor de rechtbank, het blijft moeilijk te begrijpen

Een tweede vraag van de verwerende partij is om na te gaan of de rechtbank wel degelijk bevoegd is. Volgens hen moet de zaak voor de rechtbank van koophandel komen omdat het om de verkoop van stripverhalen gaat. De eisers vragen om het album uit de rekken te halen. De laatste vraag was afkomstig van de eisers. Zij willen dat de tegenpartij contracten tussen Casterman en Moulinsart voorlegt die zouden bewijzen dat de twee samen verantwoordelijk zijn voor de uitgave van de stripalbums van Hergé. Volgens de verweerder bezit echter enkel Casterman de rechten van de uitgave. De rechtbank doet op 21 juni uitspraak over deze vragen. (belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier