De Provincie vraagt de West-Vlaamse bevolking om hun tuinplanten en andere beplanting regelmatig te controleren op bacterievuur.
Bacterievuur is een plantenziekte die vooral fruitkwekers (appel en peer), maar ook boomtelers kopzorgen baart. De ziekte steekt de laatste jaren opnieuw steeds meer en meer de kop op en kan heel wat productieverlies opleveren. De infectie komt niet enkel in boomgaarden voor maar ook in openbare domeinen, natuurgebieden, privé-tuinen, hagen en houtkanten. De naam bacterievuur wijst op het karakteristieke van de ziekte. Bij aantasting verkleuren, verdorren en verschrompelen bloesems, bladeren en twijgen. De ziekte valt niet te genezen. Appel- en perenbomen en verschillende sierstruiken uit de rozenfamilie zoals meidoorn, lijsterbes, vuurdoorn en dwergmispel zijn gevoelig voor de ziekte.
Snoeien of rooien
Geïnfecteerde planten(delen) moeten vernietigd worden. Ziektehaarden moeten opgeruimd worden door de zieke plantendelen weg te snoeien, tot minstens 50 cm onder de zichtbare aantasting. Dit moet zeer omzichtig gebeuren, zodat de ziekte niet verder verspreid wordt. Bij te grote infectie rooit men de boom of struik beter helemaal. Ook het snoeihout mag in de tuin geen tweede leven krijgen, anders wordt het een bron van nieuwe infectie. Het snoeihout kan best in een afgesloten verpakking naar de verbrandingsoven gebracht worden. Daar moet het met verpakking verbrand worden, en niet gecomposteerd. Genezing van de ziekte via chemische middelen is immers niet mogelijk.
Uitgebreide informatie is terug te vinden via de website www.bacterievuur.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier