John Crombez: “Ik word erop afgerekend als we geen 20 procent halen”

© Benny Proot
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

In Brugge zijn er kritische stemmen over de machtsconcentratie rond de burgemeester. In Oostende rijzen er vragen waarom SP.A als een stadslijst naar de kiezer trekt. En in Gent moet een nieuwe lijsttrekker zich inwerken na het Publipart-schandaal. Met 13,2 procent blijft zijn partij het bovendien barslecht doen in de peilingen. Toch kijkt SP.A-voorzitter John Crombez met vertrouwen tegemoet naar 1 mei, de Dag van de Arbeid. “We zijn veranderd. Tegen de volgende verkiezingen zullen de mensen dat ook duidelijk moeten maken.”

Rustig wandelt John Crombez door het bureau in zijn woning in Oostende. Of beter gezegd: de verzamelplaats van zijn dossiers, politieke boeken, familiefoto’s, souvenirs, merchandising van rockgroepen en gitaren. Aan niets kan je merken dat hij momenteel voor het Vier-programma ‘Perfect’ probeert om van zijn rookverslaving – “gemiddeld 19 sigaretten per dag” – af te geraken. Ook de tegenvallende peilingen lijken uiterlijk weinig invloed op hem te hebben. “Van nature ben ik rustig. Innerlijk ga ik me vaker kwaad maken dan ik het zal tonen. Maar ook al is het nog anderhalf jaar, op straat word ik nu al heel vaak aangesproken over de komende gemeenteraadsverkiezingen. Of ik opkom? Zeker, maar ik heb ik er nog geen seconde over nagedacht hoe dat zal gebeuren.”

In Oostende vervelt SP.A tot een stadslijst. Dat komt over alsof jullie beschaamd zijn om als SP.A naar de kiezer te trekken.

“Neen! Die vraag wordt veel gesteld omdat Vande Lanotte en Crombez hier wonen. Bij de lokale verkiezingen komt onze partij in 4 op de 10 keer onder een andere samenstelling en een andere naam op. Dat is allesbehalve uitzonderlijk, ook niet bij andere partijen.”

Het is wel opvallend dat het gebeurt in de stad van de SP.A-voorzitter.

“Je moet niet redeneren in functie van de stad van de voorzitter, maar wel denken over wat het beste is voor het bestuur van Oostende. We zijn hier 20 jaar bezig, De stad is er enorm op vooruitgegaan. Maar in vergelijking met tien jaar geleden is dat niet meer het hoofdgevoel bij de mensen. We gaan voor een echt participatief project, dat deze stad moet doen blinken. Dan zeg ik volmondig: doen! Maar het blijft een socialistische partij in Oostende.”

“Onze basis is weer de baas. Zelfs veel meer dan vroeger”

U kunt ook de lijst openstellen voor onafhankelijken en de naam SP.A behouden.

“Als je ruimer naar de kiezer gaat en de geëngageerde mensen in toekomstprojecten effectief inspraak wil geven, dan moet je all the way durven te gaan. Mensen vinden vaak dat politiek moet veranderen, tot je het doet. Dan komt iedereen vragen: waarom doe je dat nu?

In Brugge heb je de situatie dat Annick Lambrecht naar het federale parlement gaat en op uw vraag haar schepenambt laat vallen. Maar via de zijdeur wordt ze voorzitter van de gemeenteraad. Dat lijkt me een middelvinger naar haar voorzitter, u dus.

“Neen, want de decumul betekent: één man of vrouw is één job. Je bent 10 à 11 keer per jaar voorzitter van de gemeenteraad, dat is geen job. De regel is duidelijk: ofwel ben je parlementair, ofwel burgemeester of schepen. Niet de twee. Neem mij als voorbeeld. Ik ben voorzitter en heb ontslag genomen uit het parlement. Dat waren twee jobs, dat gaat niet. Ik ben wel nog gemeenteraadslid in Oostende. Geen fulltime bezigheid. Ik geef nog steeds enkele uren les aan de universiteit. Dat is een opdracht, geen job.”

John Crombez:
© Benny Proot

Is dat geen creatieve interpretatie? Is het wel nodig dat mensen zoveel functies moeten hebben?

“Neem een ondernemer, die enorm veel uren werkt. Sommigen engageren zich ook nog buiten hun onderneming. Zo ken ik een Oostendse ondernemer die ook bezig is met het bouwen van een huis voor mensen met een beperking. Een job erbovenop. Super dat hij dat doet. Is hij daar fulltime mee bezig? Neen. Kost hem dat tijd? Ja. Dat is hetzelfde als bij mij.”

De bevoegdheden in Brugge werden herverdeeld en twee ervan – Mobiliteit en Sport – gaan ook nog eens naar burgemeester Renaat Landuyt. Geeft de partij dan geen verkeerd beeld?

“Gebeurt dat bij het begin van een legislatuur, zou ik zeggen: dat moet je niet doen. Maar nu, naar het einde toe, vind ik dat iets anders. In de cyclus van besturen zit alles nu op volle snelheid. En de burgemeester is er bij alle dossiers al van in het begin bij.”

We zijn twee maanden na de affaire in Gent. Lijsttrekker Tom Balthazar nam ontslag als schepen en lijsttrekker na de zaak-Publipart. Is dat al verteerd?

“Ik denk dat verhalen over mandaten en verloningen altijd langer op de maag liggen bij de socialisten dan bij andere partijen. Als je geloofwaardig wil zijn, moet je het goeie voorbeeld geven. Verschillen mogen en moeten er zijn, maar het moet wel eerlijk blijven. Maar de partij heeft er goed op gereageerd en…”

Alles werd meteen op tafel gegooid. Was dat geen alles-of-nietspoging, een ultieme paniekreactie?

“Als het een paniekreactie is om het probleem te zien, de oplossing te brengen en te beslissen, dan hoop ik dat de regeringen binnenkort met veel paniekreacties komen. En alleen de SP.A heeft het gedaan. Anderen gaan er nog eens over nadenken of een werkgroep opstarten… We hebben toen ook een decreet neergelegd om het aantal mandaten fors te verminderen. Denk je dat ons voorstel al behandeld werd?”

Hoe worden die nieuwe interne regels onthaald, zoals de decumul?

“Bij de basis bijzonder positief, bij de jongeren zelfs dolenthousiast. Bij zij die al langer meedraaien ligt het moeilijker. Ze zijn lang gewend geweest om zo te werken. Een generatiekloof, dat moet ik niet ontkennen. Ik heb er ook alle respect voor dat het moeilijk ligt, maar dat vind ik niet belangrijk. Je moet het juiste doen.”

1 mei staat voor de deur. Is uw speech al klaar?

“Dat is bij mij telkens een proces van een 14-tal dagen. Het komt in stukjes en beetjes, waarbij ik mijn ideeën regelmatig aftoets met mijn dichtste medewerkers en enkele parlementairen. Maar dit jaar wordt het niet zo moeilijk. Ik maak de vergelijking met de verkiezingen in Nederland: iedereen dacht dat het alleen zou gaan over de identiteit en de moeilijkheden in de samenleving. De zetelende regering pochte intussen met fantastische statistieken. Maar bij de bevolking hoorde je een ander geluid. We hebben het heel moeilijk, klonk het. Het resultaat: de regering verloor bijna de helft van haar zetels. Dat is ook zo bij ons. De laatste dagen kreeg ik berichten van iemand van wie de terugbetaling van zijn geneesmiddelen stopt, van een chronisch zieke die zijn uitkering verliest, van een rolstoelgebruiker die plots een factuur krijgt die ze nooit kan betalen, van iemand die een kubiek minder water verbruikte maar een haast dubbel zo hoge factuur krijgt. Als de regering dan vertelt hoe super ze het doet, denken de mensen: in welke wereld leven jullie? Ze voelen zich verlaten.”

“Dat we in mijn eigen Oostende niet als SP.A opkomen, is niet uit schaamte”

Dan zou je denken: dit zijn gouden tijden voor socialisten in de oppositie. Maar dat blijkt niet uit de peilingen.

“Ik denk dat weer méér kiezers richting progressieven gaan…”

… maar niet naar SP.A.

“We zijn een partij die de voorbije twee jaar fors veranderd is: nieuwe mensen, nieuwe ideeën, nieuwe statuten. Het is normaal dat de mensen ons nog door de oude bril zien. Maar we zijn veranderd. Tegen de volgende verkiezingen zullen we hen dat ook duidelijk moeten maken. Dit is een moment van doorstart. We moeten opnieuw écht socialistisch zijn, we moeten een tegenmacht vormen tegen alles wat onmacht creëert. Tegen de macht van het geld, tegen de macht van de macht. Dat vergt tijd, veel tijd. De mensen zijn ongeduldig omdat er zoiets als peilingen bestaan. Ik niet.”

De peilingen geven een voorkeur weer voor de nóg linksere partijen, zoals Groen en de PVDA.

“Wat ik geloof is dat mensen een veel duidelijker links socio-economisch verhaal nodig hebben. Daar moeten we een versnelling hoger. Op zes verschillende momenten is onze elektriciteitsfactuur duurder geworden, op zes verschillende momenten zijn de pensioenen gedaald… We zijn al een tijd bezig om ons weer linkser te profileren, maar de boodschap zit nog niet bij de mensen. Het vertrouwen is nog niet terug. Het vergt tijd en dat is niet abnormaal. CVP’ers zeggen me: de twee regeringen waarin we in de oppositie vlogen, hebben we er ook door gemoeten. De mensen zeggen: je hebt bestuurd, laat het nu even aan de anderen. Wij zitten nog volop in die fase. Maar dat zal keren. Waarom? Onze basis is écht, onze basis is weer de baas. Veel meer dan vroeger. Ik word niet zenuwachtig van de peilingen. Als het juist zit en je de juiste dingen doet… Ik heb mijn parlementsleden weer veel meer de straat opgestuurd, buiten het oog van de camera’s.”

Kwamen jullie te weinig op straat, te weinig aan de bedrijfspoorten, te weinig op betogingen?

“Je moet er niet zijn op die georganiseerde momenten zoals een betoging, je moet er zijn als er tijd is om deftig met de mensen te klappen. In West-Vlaanderen zijn we daar al een tijd mee bezig, en daardoor zijn we hier in 2014 ook in beide verkiezingen vooruitgegaan. We deden veel huis- en bedrijfsbezoeken, kwamen met de coöperatieve Samen Sterker op de proppen, organiseerden groepsaankopen voor gas en elektriciteit. In de andere provincies waren er ook goeie voorbeelden, maar dat is hoe de partij in zijn geheel moet zijn.”

Heeft u angst voor de opkomst van de PVDA?

“Ik zou niet weten waarom we van iets of iemand bang moeten zijn. Ik heb geen schrik dat we in 2018 en 2019 niet sterk genoeg zullen zijn. We hebben de mensen, de standpunten en een nieuwe partij, tot zelfs in de statuten neergeschreven. Dat is niet niets. Wil ik daar een cijfer op kleven? Als beginnend voorzitter heb ik gezegd dat we naar 20 procent moeten en daar blijf ik bij. Dat zijn we de bevolking verontschuldigd. Daar zullen ze me ook zwaar op afrekenen. Ik pleit heel erg voor progressieve samenwerking. We gaan tonen dat er wél een alternatief is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier