Berging Flinterstar bezorgt overheid zware kater

Het wrak van de Flinterstar werd in september vorig jaar de haven van Zeebrugge binnengebracht. (Foto FN)
Stefan Vankerkhoven

Een spraakmakend arrest van het Hof van Cassatie vernietigt een eerder arrest van het Gentse hof van beroep dat de eigenaar en de tijdsbevrachter van de voor onze kust gezonken boot Flinterstar verplichtte het schip te bergen. Het arrest bezorgt de Belgische én Vlaamse overheid mogelijks een zware financiële kater.

Op 6 oktober 2015 om 3.57 uur zonk het Nederlandse schip Flinterstar voor de kust van Blankenberge, op ongeveer 8 kilometer van de haveningang van Zeebrugge, na een aanvaring met de gastanker Al Oraiq.

De 129 meter lange Flinterstar was vanuit Antwerpen met een lading staal op weg naar Bilbao. De 315 meter lange Al Oraiq, die onder de vlag van de Marshall Islands vaart, wou met een lading vloeibaar gas aanmeren in de haven van Zeebrugge.

Cassatie

Op vraag van het Vlaams Gewest en de Belgische Staat gaf de voorzitter van de rechtbank van koophandel op 8 december 2015 aan de eigenaar en de tijdsbevrachter van de Flinterstar het bevel om het wrak te bergen.

Die gingen tegen dit vonnis in beroep. Aanvankelijk zonder succes, want op 22 februari 2016 bevestigde het Gentse hof van beroep het eerdere vonnis.

Nadien trokken de eigenaar en de tijdsbevrachter naar het Hof van Cassatie. Op 13 januari 2017 vernietigde dit hof het eerdere arrest van het Gentse hof van beroep. Volgens mr. Clive van Aerde, specialist in maritiem recht die de tijdsbevrachter verdedigt, betekent dit arrest een mijlpaal in de maritieme rechtspraak.

Wrakkenwet

Centraal in de discussie staat de Belgische wrakkenwet, die bepaalt wat er moet gebeuren, wanneer er een schip is gezonken.

“Artikel 18 van de wrakkenwet laat de scheepseigenaar toe om zijn financiële aansprakelijkheid te beperken tot een bepaald bedrag dat wordt berekend in functie van de tonnenmaat van zijn schip. In lijn hiermee werd in de zaak van de Flinterstar een beperkingsfonds opgesteld”, verduidelijkt mr. Clive Van Aerde.

“Het Hof van Cassatie heeft principieel beslist dat ingeval van aansprakelijkheidsbeperking, de overheid hen niet meer kan verplichten om zelf tot berging over te gaan”, aldus de Brugse advocaat. In het geval van de Flinterstar gaat het om 3 miljoen euro.

Miljoenen

Inmiddels zou de verzekeraar van de eigenaar van het schip alle bergingskosten betaald hebben. Die bedragen een veelvoud van die 3 miljoen euro. Volgens de woordvoerster van staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer heeft de Belgische Staat aan dit dossier zelf al 3,9 miljoen euro uitgegeven. Vlaanderen hoestte 900.000 euro op voor de bestrijding van olievervuiling na de aanvaring.

Maar dat is niet het totaalbedrag voor de berging. Naar alle waarschijnlijkheid zullen zowel de eigenaar als de tijdsbevrachter juridische stappen ondernemen tegen de Vlaamse en de Belgische overheid om miljoenen euro’s te recupereren…..

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier