Plaat voor gesneuvelde Bretoenen zorgt voor ophef

Redactie KW

Een naambord ter ere van de gesneuvelde Bretoenen in Diksmuide, aangebracht aan het monument in het stadspark en verwijderd nadat het er zonder toelating zou aangebracht zijn, ligt zo gevoelig dat het zelfs het federaal parlement haalde. Reden genoeg voor oppositieraadslid Jan Colaert (Hela) om de kat de bel aan te binden.

„In Bretoens en Frans staat op het bord ‘Ter ere van de Bretoenen gesneuveld te Diksmuide voor de vrijheid 16 oktober – 10 november 1914′”, zegt Jan Colaert (Hela). „Bord en tekst werden echter verwijderd van het monument in het stadspark, en zullen er blijkbaar niet meer terugkomen. Bepaalde instanties blijken zeer allergisch voor deze tekst op een monument voor Franse fuseliers. Die Franse fuseliers, die Diksmuide toen hebben verdedigd, waren Bretoenen, die hun eigen Keltische taal spraken. Het aanbrengen van de tekst in hun taal, met daaronder de Franse vertaling, is dus een waardevolle historische aanvulling. In Frankrijk wordt die tweetaligheid op herdenkingsmonumenten voor gesneuvelde Bretoenen niet in vraag gesteld, bij ons dus wel. Vraag is door wie en waarom ?”

„Onbeschoft”

„Vaderlandslievende verenigingen bonden destijds de kat de bel aan, tot in het federale parlement werden er over dit bord vragen gesteld. Minister van Buitenlandse Zaken, Karel Degucht, antwoordde uiteindelijk dat hij zich niet geroepen voelt om hierover een standpunt in te nemen, of anders gezegd, stad Diksmuide moet dit zelf maar oplossen. Ik vraag me dus af wat het stadsbestuur ervan weerhoudt om een vroegere beslissing van het schepencollege om dit bord te laten maken na te komen, wat hen ervan weerhoudt om positief te antwoorden op het recente verzoek van de Bretonse Liga voor de mensenrechten, en wat hen ervan weerhoudt om het negatief antwoord aan die Liga te motiveren ?”

„Zeer gevoelig”

„De vraag van de Bretonse Liga voor de mensenrechten om een gedenkplaat aan te brengen ter ere van de gesneuvelde Bretoenen hier dateert van tijdens de vorige legislatuur”, zegt burgemeester Lies Laridon. „In 2006 besliste het schepencollege een herdenkingsplaat aan te kopen, maar de groepering Vaderlandslievende Verenigingen en de Vrienden van het OLV-Hoekje in Oud-Stuivekenskerke gingen hiermee niet akkoord. Zelfs de Franse Ambassade werd ingelicht over de zaak, die blijkbaar zeer gevoelig ligt, wat ook blijkt uit de parlementaire vragen hierover.”

Drie maanden na de beslissing tot aankoop, werd beslist om de bevestiging van de gedenkplaat uit te stellen en de nodige adviezen in te winnen. „Er werd dus nooit door het schepencollege beslist om deze plaat te bevestigen aan het monument, zodat dit bijgevolg heimelijk gebeurde.”

Bretonese Liga

„Blijkbaar is het later weer weggehaald bij de opkuis van het monument na aangebrachte graffiti. Enkele maanden geleden stelde de Bretonse liga voor de mensenrechten opnieuw de vraag om de gedenkplaat aan te brengen, waarna het schepencollege besliste geen goedkeuring te verlenen. Naast het monument in het stadspark werden ook het Italiëplein of de Admiraal Ronarchstraat voorgesteld voor deze liga. De beslissing werd genomen omdat de bevestiging van de plaat weer tot protest zou leiden, en er in de Westhoek al een monument is ter ere van de gesneuvelde Bretoenen in de Eerste Wereldoorlog, met name in Boezinge. Op het Italiëplein staat trouwens ook een specifiek monument voor de Bretoenen, zij het betreffende de Tweede Wereldoorlog.” (DVD)

Krant van West-Vlaanderen (editie Het Wekelijks Nieuws Kust) van 28 november 2008.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier