De 35 miljoen kilogram munitie die al sinds 1919 op amper twee kilometer voor Knokke-Heist ligt, blijft onaangeroerd. Het gaat om miljoenen bommen, granaten en ander oorlogsmateriaal dat na de Eerste Wereldoorlog in zee werd gedumpt op de ondiepe zandplaat Paardenmarkt. De zee is daar nauwelijks 1,5 tot 5,5 meter diep. Diverse studies hebben bewezen dat er geen acuut gevaar is. Dat schrijven het Nieuwsblad en De Standaard vrijdag.
“Sindsdien heeft zich een laag van één tot twee meter slib gevormd op de munitie”, zegt Frederic Francken, de oceanograaf die de studie uitvoerde. “Die laag heeft alles goed afgedekt, waardoor de kans dat de obussen gaan roesten zeer klein is.”
Het is niet geweten in welke mate de bommen doorgeroest zijn, want het is al van 1972 geleden dat een schip nog munitie bovenhaalde. Als de gifgasgranaten zouden doorroesten, zou mosterdgas, arseen en de springstof TNT vrijkomen. “Het arseen zou het grootste gevaar vormen omdat het gif tot op een halve meter rondom het depot voor vervuiling zou zorgen. Bij de andere stoffen spreken we van een paar centimeter”, legt Francken uit.
“We laten de bommen liggen waar ze liggen”, reageert staatssecretaris voor de Noordzee Etienne Schouppe (CD&V). “Ze opgraven zou enorm gevaarlijk en duur worden.” Van het munitiestort worden elk jaar bodemstalen genomen om te zien of de giftige stoffen niet vrijkomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier