OVAM coordineert onderzoeken naar impact WO I op kwaliteit bodem

Redactie KW

De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) coördineert twee onderzoeken naar de impact van Wereldoorlog I op de kwaliteit van de bodem. In een eerste onderzoek evalueert de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) de risico’s van niet-ontplofte of achtergelaten chemische munitie. De Universiteit Gent onderzoekt het effect van zware metalen van granaten en explosieven op de bodem.

“De onderzoeken in de Westhoek hebben tot doel om een wetenschappelijke expertise op te bouwen. Het gebeurt niet vanuit de behoefte om een bodemvervuiling aan te pakken”, zegt Jan Verheyen, woordvoerder van OVAM.

Naar schatting 30 procent van de projectielen die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden afgevuurd, kwamen toen niet tot ontploffing. Als gevolg daarvan wordt er in West-Vlaanderen jaarlijks zowat 250 ton niet-ontplofte munitie teruggevonden. “Steeds vaker vertoont de munitie sporen van lekkage”, aldus OVAM. Op vraag van de gouverneur van
West-Vlaanderen laat OVAM nu de risico’s van de lekkende projectielen onderzoeken, want bijvoorbeeld granaten bevatten ook zware metalen als koper en zink.

Uit analyses uit het verleden blijkt een lichte verhoging van koperconcentraties in de bodem van de frontstreek. “Die waarden blijven wel veilig onder de richtwaarden”, benadrukt Verheyen. De Universiteit Gent wil deze bevindingen nu verder onderbouwen door bijkomende staalnames die eind oktober van start zijn gegaan en tot maart volgend jaar lopen.

VITO, die de risico’s evalueert van niet-ontplofte of achtergelaten chemische munitie, start een onderzoek als er munitie wordt aangetroffen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier