Waarom ik vanmiddag schaamteloos biefstuk eet…

© Getty Images/iStockphoto
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Het zal vanmiddag niet anders zijn dan andere dagen: ik eet een mals biefstukje. Ik zal me daarover niet schuldig voelen, maar ik zal ook geen enkele poging ondernemen om mijn vrouw ervan te overtuigen haar veggieburger te ruilen voor het bloeddoorlopen vlees.

Natuurlijk kanten wij ons tegen slachthuispraktijken zoals ze door Animal Rights worden aangeklaagd. Niets of niemand hoeft nodeloos te lijden voor wat wij op ons bord willen. Dat dieren daarvoor wel moeten geslacht worden, is niet te mijden. Maar over dat slachten hebben wij als samenleving afspraken gemaakt: het gebeurt op de minst pijnlijke manier. Die afspraken liggen bij wet vast én de toepassing ervan wordt gecontroleerd. Wij hebben een overheid die daarover waakt en die wanpraktijken beteugelt. Wij én de sector betalen daarvoor. Maar blijkbaar zijn er in die sector en bij de overheid mensen aan het werk die meer dan eens een andere kant opkijken.

Ik ga voor mijn biefstuk bij een slager die ik voor 100 procent vertrouw

Ga ik als consument vrijuit? Ik probeer het in elk geval. Ik ga voor mijn biefstuk bij een slager die ik voor 100 procent vertrouw. Een slager in mijn dorp van wie ik weet dat hij zelf de runderen kiest waarvan hij het vlees in zijn slagerij verkoopt én van wie ik weet dat hij dieren weigert die niet de beste behandeling kregen. Misschien kost het hem en zijn klanten meer, maar dat maakt ons niet uit, integendeel.

Want daar gaat het volgens ons om. Niet of we al of niet vlees consumeren, maar wel over hoe we consumeren. Willen we het zoveel mogelijk op een zo goedkope mogelijke wijze? Als dat zo is, dan vragen we om misbruik. Maar als we bereid zijn om er meer voor te betalen en het niet om het even waar en bij om het even wie te halen, dan werken we zondermeer wel mee aan het welzijn van onze dieren.

Vleesconsumenten stellen zich doorgaans vrij negatief op tegenover zij die vlees van hun bord hebben gebannen. Dat is voor niets nodig, vinden wij. We komen het verst in onze samenleving als we mekaars vrijheid respecteren. En we weten, aan beide kanten, dat wie al te bekeringsdriftig bij de ander aanklopt, zelden een deur openkrijgt.

Vraag het maar aan de getuigen van Jehova.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier