Toekomst maken voor het platteland vraagt het afgooien van oude gewoontes

In gemeenten als Lichtervelde werden de voorbije decennia grote delen van beekvalleien bebouwd. © Belga
Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

In een opiniestuk haalt Ledegems burgemeester Bart Douchy (CD&V) uit naar de nieuwe Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck. Het is goed dat politici debatteren en denken over de toekomst van het Vlaamse platteland. Het is zeer nodig want er zijn veel uitdagingen voor dat platteland.

Dat het platteland dreigt te ontvolken, daar geloof ik niks van. Wel is het zo dat een dorp, dat het platteland anders is dan pakweg 40 jaar geleden en dus een andere aanpak vraagt. Het is evenzeer zo dat er nood is aan duurzame keuzes voor onder meer de waterveiligheid/de overstromingsproblematiek in vele tientallen Vlaamse dorpen, het openbaar vervoer in landelijke gebieden en de landbouw die van crisis naar crisis hinkt en kreunt onder de prijzendruk. Dat die landbouw de belangrijkste beheerder is van het platteland is een feit en dat er in de Vlaamse landbouw veranderingen nodig zijn evenzeer. Enkel maar blijven doorgroeien en denken dat de vrije markt op een dag wel weer de prijzen gaat doen stijgen, is geloven in sprookjes en noch voor de individuele landbouwer, noch voor natuur en landschap, noch voor het platteland op zich iets van oplossing.

Gezamenlijke toekomstvisie voor het platteland

We gaan totaal anders en breder moeten durven denken en oude gedachten en gewoontes, zoals bijvoorbeeld dat landbouw enkel voedsel moet produceren, overboord gooien. Voedsel produceren moet samengaan met zorg voor een mooi landschap, een gezonde bodem en een hoge biodiversiteit. Dat de landbouwer daar een stuk van zijn inkomen uithaalt (wat in veel gevallen nu al zo is door bepaalde Europese steunmaatregelen en beheersovereenkomsten) is meegenomen en moet ook. Er zal immers maar toekomst voor de landbouw zijn als er ook perspectief is en blijft op een degelijk en eerlijk inkomen.

Een debat over het platteland kan niet zonder een debat over de toekomst en de maatschappelijke waarden van de landbouw. Natuur en landbouw zullen hoe dan ook elkaar moeten vinden in een gezamenlijke toekomstvisie voor het platteland. Zo niet dreigen ze beiden genadeloos ten onder te gaan in de globalisering en de effecten van de vrije markt.

Het is in die zin wel spijtig dat dhr. Douchy van het debat met de Vlaamse bouwmeester direct gebruikt om direct weer het natuurbehoud met de vinger te wijzen. Met zinnen als ‘U ziet het platteland als een natuurgebied ten dienste van de stedeling’. Ik zal het blijven zeggen en schrijven: het natuurbehoud is niet de vijand van de landbouw. Het is niet de schuld van het natuurbehoud dat de prijs van de varkens, de aardappelen, de melk en een pak andere zaken zo dramatisch laag is. Bart Douchy is slim genoeg om dat te weten, maar blijkbaar blijft de boerenbond en de aan de organisatie verbonden politici dit erin hameren. Jammer, want zo gaat er veel potentieel verloren om juist samen te werken om echte toekomst te maken voor landbouw, natuur en het platteland in zijn geheel.

Natuurlijke overstromingsgebieden worden bebouwd

Dat in veel delen van Vlaanderen het knabbelen aan bos-, natuur en landbouwgebieden nog altijd blijft doorgaan, wordt zeer regelmatig in de pers bewezen. Hoe onvoorstelbaar ook, maar onder meer door de grote honger naar woon- en industriegebieden worden vandaag zelfs nog altijd natuurlijke overstromingsgebieden bebouwd. Juist hierdoor komen deze gebieden in plattelandsgebieden extra onder druk en blijven de tegenstellingen tussen onder meer landbouw en natuur, plattelandsbewoner en stedeling, landbouw/natuur en recreatie.

Bart Douchy, burgemeester van Ledegem.
Bart Douchy, burgemeester van Ledegem.© JRE

Als we ons platteland willen open houden en voldoende ruimte hebben voor landbouw, natuur en recreatie zal voornamelijk ook het ruimtelijk en bouwbeleid in onze steden moeten veranderen. Een voorbeeld: supermarkten. Heel wat supermarkten werden in de jaren zeventig en tachtig gebouwd als overmaatse gebouwen met één bouwlaag en met superparkings er rond. Veel van die winkels zijn nu versleten en aan vervanging toe. Wat als we deze ruimtes nu eens veel intensiever gaan gebruiken door woningen op de supermarkt te bouwen en zelfs groen te voorzien, de parking ondergronds te brengen en op de vrijgekomen gronden (vaak is de parking even groot dan het warenhuis) ook woningen te bouwen en groenzones te voorzien? Een onderzoek van onder meer Bond Beter Leefmilieu toont aan dat alleen hierdoor de woonbehoefte voor de komende 10 jaar kan opgevangen worden en tegelijk meer groen in de stad creëren. Hetzelfde zou kunnen gebeuren met andere constructies die nu uit een bouwlaag bestaan; sporthallen, culturele centra, sommige stapelplaatsen… Kijk rond in steden en de mogelijkheden liggen overal.

Anders durven denken

Als we de open ruimte willen sparen en tegelijk een leefbaar platteland en leefbare steden willen houden, dan moeten we oude gewoontes afgooien en anders durven denken. Dat de politiek vanaf nu maar zwaar debatteert over de toekomst van het platteland, maar hierin nooit vergeet dat zonder een ander woon- en ruimtelijk ordeningsbeleid in de steden zeer veel open ruimte, zeer veel natuur en landbouwgebieden niet meer te sparen zijn.

(Peter Bossu)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier