REISBLOG”Het vergt moed om uit te spreken en te herhalen, hoe graag je iemand ziet. Maar ze deden het”

Charlotte Therssen

Onze collega Charlotte stapt voor zes maanden uit het mediawereldje en volgt haar verloofde naar Cuba. Op kw.be zal ze tweewekelijks vertellen over haar leven aan de andere kant van de wereld. Maak kennis met onze journaliste, bijna-bruidje en Jetair-hostess in een veel te krappe broek.

“Er angt ier iets aan jen ogen si”, vertelde mijn 92-jarige grootvader mij gisteren, waarmee hij doelde op een traantje. Met een snelle veeg van zijn eeltige duim nam hij hem weg. Hoewel hij soms niet meer helemaal mee is met wat er beweegt in de familie, beseft hij nu heel sterk wat er gaande is: de volgende dag zou ik voor zes maanden vertrekken naar Cuba. Iedereen bekeek vertederd het gebaar. Rondom mij stond wie me lief is: familie, schoonfamilie en vrienden.

Aan de muren van het zaaltje waar het ‘afscheidsfeestje’ plaatsvond, hingen slingers en ballonnen op en werden paaseitjes plots tafeldecoratie. Chocolade zou ik in het Caribisch gebied immers missen. Terwijl de een zijn namiddag had gevuld met het smeren van broodjes, had de ander chips en nootjes in kommetjes gegoten of taarten en cupcakes gebakken. Wat een pakkend samenspel. Op de cupcakes een hart, met daarop in suikerpasta ‘J – C’.

Settelen in Oostende

J is sinds december vorig jaar mijn verloofde. Maar laten we hem vanaf nu maar voluit Johan noemen. Hij werkt al drie jaar voor Jetair, en ontving de Jetair-klanten al op verscheidene Europese en verre bestemmingen. Met een ring om de vinger en het af en toe al eens wegdromen bij o-zo-schattige babyrompertjes in de Hema, tekenden we stilaan onze toekomst uit. Na hem zoveel keren achterna gereisd te hebben naar zijn bestemming, zouden we ons nu settelen in ons appartement in het mooie Oostende. Maar dat was buiten een mailtje van 8 januari gerekend. ‘Of hij geen zin zou hebben om nog één maal naar het buitenland te vertrekken?’ Maar dat was niet het enige. De bestemming was ‘exotisch’ en… ik mocht mee om hem daar te helpen. Toen ‘Cuba’ het uiteindelijke aanbod bleek te zijn, volgde een weekend van druk overleg met de uiteindelijke uitkomst: ja, dit doen we.

Wij wilden op onze 75ste niet achterom kijken en ‘hadden we maar’ prevelen wanneer we elkaars rollator over de drempel helpen.

Natuurlijk doen we dit. Wij wilden op onze 75ste niet achterom kijken en ‘hadden we maar’ prevelen wanneer we elkaars rollator over de drempel helpen. Ik zie nog steeds voor me hoe mijn moeder haar hand voor de mond sloeg, en wat tranen -mits wat stevig in- en uitademen- moedig vasthield aan de oevers van haar ogen. Blij was ze. Vooral. Maar ook denkend aan het komend gemis. Er volgden 2,5 maanden van quality-time met al wie me lief was. Op weg naar een interview voor de krant sprong ik regelmatig overal binnen: voor een koffie, een babbel over winterkwaaltjes, een knuffel of een net-gemist-reportage over Cuba. Ik stond nog meer stil bij hoe graag ik ze zie. Veel hoefden ze niet te doen, ik wou gewoon luisteren naar het kleinste wat hen bezighield.

Bezoekjes aan de supermarkt

Toen Johan terugvloog uit Tenerife kon het aftellen pas echt beginnen. In de afgelopen maanden vulde mijn kar zich bij elk bezoekje aan de supermarkt of drogisterie met toiletgerei in extreme dosissen: 6 deodorants, 5 multipacks inlegkruisjes, zes tandenborstels, een even aantal tandpasta’s en 100 meter flos, insectensprays, 5 bussen haarlak, pleisters, literflessen bodymelk, etc…

'Groot gezin', zei ik eens flauwtjes tegen de caissière.
‘Groot gezin’, zei ik eens flauwtjes tegen de caissière.© CT

‘Groot gezin’, zei ik eens flauwtjes tegen de caissière. Deze ‘luxeproducten’ zijn namelijk ofwel niet te verkrijgen in Cuba ofwel ongemeen duur. Onze volledige ‘hygiëne- en verzorgingsoogst’ verdeelde ik over diepvrieszakjes tegen het uitlopen en klasseerde ik in onze valiezen waarvan we er uiteindelijk negen zouden inchecken die samen 150 kg zouden bevatten. Ik wil even jouw gedachte counteren met het idee dat een vrouw wellicht haar volledige kleerkast erin plooit, maar weet dat ik slechts één valies met kledij vulde. Dat vind ik een schouderklopje waard. En dan, de laatste twee weken. Overal waar we op ons familie- en vriendenparcours langskwamen, was het Kerstmis. Nooit werd een fles wijn of een streekbiertje gespaard en iedereen maakte feestmalen klaar. Fondue bij de één, gourmet, verse tomates crevettes met kroketten, stoofvlees, pasta scampi, steaks en zo meer bij de ander. En ook thuis ging er geen gebakje of kaasje verloren. We zouden het maar eens niet meer kunnen proeven overzee.

Dit wordt ons avontuur, en hoe fijn is het eigenlijk om te vertrekken met zovelen die in ons geloven.

Nog snel even… een bruidsjurk kopen

Nu zitten wij hier in het vliegtuig met de knop van onze ‘altijd-zo-comfy’ broek voorzichtig open onder het opklaptafeltje. Deze ‘afreisbroek’ had ik al lang van tevoren klaargelegd, zodat die zeker gewassen was. Was dat even slikken toen ik hem toe ritste in de badkamer om vijf uur vannacht. Maar dat eten was één ding van bezigheid. Een verontrustend bericht kwam dit bijna-bruidje ter oren: je moet zeker 8 maand op voorhand je trouwkleed gekozen hebben, wil je niet genoegen moeten nemen met de laatste in de collectie. Wij plannen ons feest – waar we overigens in die twee weken nog volop zalen voor bezochten- eind januari, dus…

En vorige donderdag vond je mij dan in een 8 x 8 meter groot paskot van een bruidshuis, mijn moeder, zus en metekind op de bank als jury. En ja, ik vond hem hoor, de ‘dat is em’-jurk. Ik bestelde hem wel iets ruimer. Je weet nooit hoe je terugkeert van het land van de rum en all inclusive-hotels. Maar het werken zal alles wel in balans brengen, hoop ik.

Twee keer knijpen

30 maart zijn we nu. Op Brussels airport ontspon zich daarnet het grootste geluk wat een mens kan ondergaan: mensen die je vertellen dat ze je graag zien en je zullen missen. Meestal is dat iets wat je doorheen de jaren van elkaar tussen de lijnen moet lezen. Het vergt moed het uit te spreken en te herhalen, maar ze deden het. En ik ook. Luid en vol liefde. Ze kwamen ons zelfs achterna gelopen toen we op een paar meter van de douane stonden voor nog een laatste omhelzing. En de sms-jes vol kussen en wensen volgden ons tot de motoren begonnen draaien. Even bekomen haalde ik een boek boven dat ik als geschenk had meegekregen: al wie we liefhebben, had op een pagina een pakkende tekst geschreven. Mijn haren plakten aan mijn wangen van de tranen en toen nam ik Johans hand. Ik kneep twee maal, onze code voor ‘ik zie je graag’. Dit wordt ons avontuur, en hoe fijn is het eigenlijk om te vertrekken met zovelen die in ons geloven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier