Onze Man in China: “Zou je die Chinees meenemen naar het stadhuis?”

Jeroen Laseure

Met Krant van West-Vlaanderen gaan we een week mee in het spoor van vier Westhoekburgemeesters die op uitnodiging van de ambassade een reis maken naar China. Elke dag verschijnt een blog op KW.be en het uitgebreide verslag van de reis volgt later ook in de krant.

Donderdag begint de dag pas om 8 uur met opnieuw een ontbijtbuffet. De wekker van Lode Morlion stond een uurtje vroeger: hij nam wat tijd om wat baantjes te trekken in het hotelzwembad. Droomt hij ervan om binnenkort een zwembad te openen in zijn Lo-Reninge? “Het heeft in elk geval deugd gedaan”, lacht hij.

Onze Man in China:

“Zou je die Chinees niet meenemen naar het stadhuis?”

Eerste stop van de dag is het Xi’an International Trade and Logistic Park. Onderweg in de bus komt de Belgische actualiteit ter sprake. “Blijkbaar heeft het woensdag overvloedig geregend. Ik heb deze nacht heel wat sms’en gekregen van brandweeroproepen”, zegt Christof Dejaegher. Ook de andere burgemeesters knikken en noemen enkele branden en ongevallen op. Ze zijn dan wel in China maar blijven op de hoogte van wat er gebeurt in hun provincie.

Onze Man in China:

Intussen komen we aan in het Xi’an International Trade and Logistic Park. Het blijkt een 44 vierkante kilometer (!) groot bedrijventerrein te zijn dat open is sinds 2008 en plaats biedt aan honderden bedrijven. Impressionant en dat blijkt ook uit de maquette en openingsfilm. Bij het zien van de maquette grapt Christof Dejaegher: “Lode, is dit de maquette van Lo-Reninge?” Waarop die antwoordt: “Je weet wat ze zeggen: mensen plagen, is…”

Onze Man in China:

Na een bezoek aan een oliebedrijf – van sesamolie tot olijfolie – keren we met de bus terug. “Het is toch onwaarschijnlijk dat dit zo maar kan in China: 44 vierkante kilometer nieuw bedrijventerrein”, zegt Lode Morlion. “Bij ons zijn ze al 30 jaar bezig met een dossier als de N8. Dat zou hier ondenkbaar zijn. Maar ze hebben hier wel plaats om zulke dingen te ontwikkelen.” Christof Dejaegher pikt in: “Het gaat vooruit, dat is een feit. Bij ons zie je dat perceptie vaak regeert in de politiek en de balans tussen het individueel en algemeen belang is niet altijd in evenwicht. Anderzijds, bij ons kunnen inwoners een bezwaarschrift indienen en naar de Raad van State gaan, hier krijgen die wellicht een plaats in de cel.” Ook Marc Lewyllie en Lies Laridon stellen zich kritische vragen. “Het was heel vreemd dat er amper wagens of vrachtwagens te zien waren op de site. Weinig bedrijvigheid in het algemeen. In het magazijn van het oliebedrijf stonden alle eerste rijen gevuld met volle flessen, maar verder was alles leeg. Dat doet toch vragen rijzen.” Op de terugweg valt Christof Dejaegher even in slaap en Lode Morlion maakt van die gelegenheid gebruik om hem letterlijk bij de neus te nemen. Poets, wederom poets.

Onze Man in China:

Het is intussen middag en tijd voor de lunch. Opnieuw krijgen we een draaiende tafel te zien vol gerechten. Na 5 dagen China begint het eten met stokjes iedereen heel goed af te gaan. De vork moet nog zelden bovengehaald worden. Behalve voor Christof Dejaegher. Die krijgt het maar niet in de vingers. Op zich geen probleem, tot we het dessert op ons bord krijgen: noodles in bouillonsoep. Perfect te eten met stokjes, maar wat de Poperingse burgemeester ook probeert: vork, lepel of stokjes, hij krijgt de noodles amper in zijn mond. De maître van het hotel besluit in te grijpen en helpt hem een handje, of beter stokje. Met zijn stokjes verzamelt hij de noodles op de lepel van Christof Dejaegher die ze daarna enkel in zijn mond hoeft te stoppen. Aan tafel wordt heel wat afgelachen. “Vraag anders of hij ze rechtstreeks in je mond geeft”, zegt Lode Morlion. Lies Laridon pikt in: “Zou je die Chinees niet meenemen naar het stadhuis? Zou hij nog passen in je koffer?” Christof Dejaegher: “Ik vrees ervoor.”

Onze Man in China:

De namiddag staat in het teken van een van de bekendste Chinese vondsten: het terracottaleger. We maken kennis met de honderden soldaten in het Shaanxi History Museum en Terracotta Warriors Museum. Iedereen is achteraf enorm onder de indruk. Honderden beelden die 2.200 jaar geleden tot in het kleinste detail afgewerkt zijn. Ongezien. Ook heel wat prachtige schalen en kruiken passeren de revue. Vooral een kleine schaal van liefst vier kilogram puur goud wekt onze bewondering. De gids in het Shaanxi History Museum kent België. “Ik ben een grote fan van Callebaut”, vertelt ze. “Alleen jammer dat die chocolade zo duur is in China.” In het Terracotta Warriors Museum hangt ook een bord van het UNESCO Werelderfgoed. Daarop vragen Lode Morlion en Lies Laridon of Poperinge iets bezit dat werelderfgoed is. “Wij hebben allebei een belforttoren die erkend is door het UNESCO”, zeggen ze. “Dat hebben wij niet”, aldus Christof Dejaegher.

Onze Man in China:

In de bus achteraf raken de burgemeesters niet uitgepraat over de terracottabeelden. “Bijna mooier dan wat de Romeinen verwezenlijkt hebben”, aldus Christof Dejaegher. Waarop de lessen Latijn van het middelbaar de revue passeren. Alle burgemeesters blijken Latijn gevolgd te hebben. “Waren er nu vijf of zes naamvallen?” Marc Lewyllie is ervan overtuigd dat het er zes zijn, maar het is even zoek om ze allemaal te vinden. Uiteindelijk komt hij met de nominatief, accusatief, genitief, datief, ablatief én vocatief op de proppen en wint hij het pleit. Ook de leerkrachten in hun vroegere school passeren de revue. Christof Dejaegher en Lode Morlion hebben allebei les gevolgd in het Poperingse College.

Onze Man in China:

In het Yuechun Hotel wacht ons het avondmaal, maar dit keer heeft niemand assistentie nodig. Het wordt nog een lange avond, want via de luchthaven van Xi’an wacht ons een twee uur durende vlucht naar Jinan. In die regio is de afgelopen dagen heel wat sneeuw gevallen, maar gelukkig kan onze vlucht doorgaan. Op de luchthaven raken we opnieuw niet heelhuids door de veiligheidscontroles. Lies Laridon moet haar paraplu afgeven die in haar handbagage zat. Eenmaal aangekomen in Jinan wacht ons een busrit van een uur en zo is het na 1 uur ‘s nachts als we op onze hotelkamers aankomen.

Morgen staat in het teken van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog, al zal het voor sommigen wellicht met kleine oogjes zijn.