Onze Man in China: “Chinezen kraken reiskoffer met code van burgemeester van Poperinge”

Jeroen Laseure

Met Krant van West-Vlaanderen gaan we een week mee in het spoor van vier Westhoekburgemeesters die op uitnodiging van de ambassade een reis maken naar China. Elke dag verschijnt een blog op KW.be en het uitgebreide verslag van de reis volgt later ook in de krant.

“Mijn bioritme is naar de wuppe“, vertelt Lode Morlion als we deze morgen om 6 uur verzamelen voor een rit naar de luchthaven. “Die jetlag blijft aanslepen, ik heb de hele nacht naar het plafond gestaard.” Christof Dejaegher reageert: “Als het maar je bioritme is dat naar de wuppe is…” Intussen proberen de Limburgse burgemeesters Theo Schuurmans en Jan Creemers om Marc Lewyllie te overtuigen ook een voetmassage te nemen. “Anderhalf uur relaxen”, klinkt het, maar de Heuvellandse burgemeester raakt niet overtuigd. “Ik laat niet met mijn voeten spelen“, lacht hij.

Onze Man in China:

Plots namen de Chinezen onze batterijladers in beslag

Met de lunchbox in de hand gaat het naar de luchthaven voor een vlucht van een kleine twee uur naar Xi’an, onze volgende bestemming. We komen terecht in de luchthaven voor binnenlandse vluchten die gebouwd is ter ere van de Olympische Spelen van 2008. Een pareltje. De pret bederft echter al snel als we door de veiligheidscontroles moeten. Bij de controle van de handbagage word ik apart geroepen. Er zit een batterijlader – beter bekend als powerbank – in mijn rugzak. “Waarom staat er op die powerbank niet hoeveel capaciteit die heeft?”, krijg ik voor de voeten geworpen. “Geen idee”, antwoord ik en daar stopt het verhaal. De batterijlader wordt in beslag genomen en aandringen heeft geen zin. In de heenvlucht van Zaventem naar Peking was dat nochtans geen enkel probleem. Bye bye powerbank…

Onze Man in China:

Het gaat uiteindelijk met Air China vlot naar Xi’an waar we meteen als vips ontvangen worden. Wachten aan de bagageband? Niet nodig, doen wij wel. Drinken jullie eerst een kopje koffie in een aparte ruimte met zetels? Een busje brengt ons uiteindelijk naar een hotel in het centrum van Xi’an. Onderweg vallen meteen al heel wat zaken op: de stad zit verborgen onder een dikke laag smog, iets wat in Peking niet te zien was. Overal in het straatbeeld dragen de inwoners mondmaskers. Het beeld van de stad oogt grauw. Zo ver we kunnen kijken, merken we rijen appartementsblokken op. Het verkeer is er een pak rustiger dan in Peking. Er zijn dan ook de helft minder inwoners, al kan je met bijna 9 miljoen inwoners niet meteen spreken van een klein stadje.

Onze Man in China:

In het hotel wacht een lunch op ons. We krijgen een draaiende tafel te zien waarop gedurende een uur meer dan 15 gerechten zullen verschijnen. Van lamsvlees over noodles en eend tot verse vis. De tafel draait de hele tijd rond en wie zin heeft in een gerecht, neemt van de schotel. Geweldig om eens mee te maken. Na de lunch is onze bagage gearriveerd op de kamer en daar komt Christof Dejaegher tot een onaangename ontdekking. “Ik heb een koffer met een codeslot en toen ik mijn valies open maakte, zat er een brief in van de Chinese overheid. Bij de controle van mijn valies hadden op de scanner gezien dat ik een powerbank mee had. Blijkbaar is dat zelfs in de gewone bagage verboden en dus hebben ze mijn koffer open gemaakt en de batterijlader in beslag genomen. Geen idee hoe ze de koffer open gekregen hebben, want hij was met een code op slot. Ook ik zal het dus verder moeten doen zonder powerbank…”

Onze Man in China:

Tijd nu voor een bezoek aan Xi’an. Beginnen doen we op de City Wall, de oude vestingen van de stad die 1.400 jaar geleden gebouwd zijn. In sneltempo krijgen we een rondleiding op de oude muren met mooie uitzichtpunten. Daarna opnieuw de bus in, richting een hotel van de Chinese overheidsdiensten voor een ontmoeting met de burgemeester van Xi’an, Shangguan Jiqing.

Onze Man in China:

We weten dat we ons aan iets kunnen verwachten bij het bezoek aan een burgemeester van een stad van bijna 9 miljoen mensen. Op de parking van het hotel zijn de luxewagens niet op één hand te tellen en omdat we wat te vroeg zijn, krijgen we een ‘rustruimte’ toegewezen. Het is een imposante zaal met onder meer een schilderij van 20 meter lang. De zes burgemeesters hebben opnieuw enkele streekproducten meegenomen, maar daar had de burgemeester van Xi’an blijkbaar niet op gerekend. Hij had maar één geschenk voorzien, voor de delegatieleider. Daarom moeten de burgemeesters hun geschenk vooraf afgeven aan het personeel, zodat Shangguan Jiqing geen rode wangen moet hebben bij de overhandiging van zijn geschenk. Dat geschenk voor onze delegatie blijkt een porseleinen beeld te zijn én, het moet gezegd, toen we ‘s avonds aankwamen in het hotel stond er voor elke burgemeester ook zo’n beeld klaar. Zo eerlijk en respectvol zijn wel, die Chinezen.

Onze Man in China:

Tijd nu voor de officiële ontvangst. Het lijkt net op de plechtigheid van een staatshoofd. Alles wordt tot in de puntjes geregisseerd. Shangguan Jiqing is het Engels niet machtig, dus werkt hij met een tolk. Die zit netjes verborgen achter een bloem naast de burgemeester. “Ik ken België vrij goed, want in 1999 ben ik een tijdje in Brussel geweest”, vertelt hij. “Daar heb ik heel wat foto’s genomen van de gebouwen in de Europese wijk. Ik weet ook nog heel goed van wat ik daar genoten heb: jullie chocolade. Mijn dochter was toen nog heel jong, maar ze vraagt me nog regelmatig of ik geen Belgische chocolade heb voor haar. We hebben met Xi’an nog geen zustersteden in België, maar misschien kan daar met jullie verandering in komen.”

Na de officiële dienst – inclusief Chinese fotograaf en cameraploeg – volgt nog wat small talk. Zo vraagt hij aan Lies Laridon hoe lang ze al burgemeester is (bijna 12 jaar). “Dat is iets dat hier niet zou kunnen, hier mag je maximum tien jaar burgemeester zijn“, aldus Shangguan Jiqing. Ook ikzelf krijg kort de kans om hem te spreken. “Thank you for your hard work” geeft hij mij mee. Een kenner van de journalistieke stiel…

Onze Man in China:

Hoewel niemand al honger heeft om 18 uur na de rijkelijke maaltijd in het hotel, staat er toch opnieuw een restaurantbezoek op de agenda. We gaan naar het Defachang Dumping Restaurant, gespecialiseerd in het streekgerecht ‘dumping’ en bekend in heel China. We kunnen er ons weinig bij voorstellen, maar dumping blijkt een bladerdeegkoekje met vulling te zijn. Die vulling gaat van zeewier tot varken en sesamzaad. Het lijken allemaal kleine hapjes – sommigen zijn echte schilderijtjes – maar op drie kwartier tijd krijgen we er meer dan 20 op ons bord. Het ene is pas opgegeten en daar komt de volgende schotel. En dat blijkt het voorgerecht te zijn… Hoofdgerecht is een Chinese klassieker: hotpot. Dat is een ketel met gloeiendhete olie waarin dumping gekookt wordt. Sommige hapjes zijn nogal pikant, maar een glas water krijgen we niet te zien. Thee, thee en nog eens thee. En de uitdrukking ‘scheel van de dorst’ blijken ze ook niet te begrijpen in China. Tijdens het avondmaal vragen we aan de Chinese begeleiders of we ook hond te eten zullen krijgen. “Hond wordt slechts in een heel klein deel van China gegeten en zelden op restaurant”, antwoorden ze. Dat heeft Marc Lewyllie wel mogen meemaken op een vorig Chinabezoek. Waarop de Chinese reactie volgt: ‘jij bent van Guangdong’. Met de West-Vlamingen kijken we niet begrijpend naar elkaar, maar het blijkt een Chinese uitdrukking te zijn voor iemand die alles eet. Marc Lewyllie toonde zich inderdaad als grootste eter van ons gezelschap en is een grote fan van dumping en hotpot.

Onze Man in China:

Afsluiten doen we op woensdag met het bijwonen van een dansvoorstelling in het Tang Music Palace, ook bekend over heel China. Een voorstelling met prachtige Chinese kostuums, decors en dans. Het verhaal was mij niet helemaal duidelijk – er werd niet gesproken in de voorstelling, enkel gedanst – maar het was zeker een belevenis. En de Chinese draak kon niet ontbreken. Daarna ging het richting hotel, want we hebben met z’n allen wat slaap in te halen.

https://www.youtube.com/watch?v=0iN4SuR3nTM