James Last had voor alle soorten stemmingen wel iets in zijn platenmagazijn

Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Jan Gheysen staat stil bij het overlijden van orkestleider James Last en denkt terug aan de invloed van de von Karajan van de lichte muziek.

Hij wist niet waar hij het had, onze dirigent. Het was niet afgesproken… wel stommelings afgekeken. Van de grote James Last. Wat hij én zijn orkest deden, dat kon niet verkeerd zijn. En zo gebeurde het dat de 3 trombonisten van de jeugdharmonie bij een vermeende solopartij tijdens een concert ineens rechtop gingen staan. Zodra de klarninetten de solo overnamen, gingen de trombonisten zitten en veerden de klarinettisten op. En zo ging het maar door. We werden ineens een – dachten wij – een swingend orkest à la James Last.

James Last leverde de gedroomde achtergrondmuziek voor diamontages

Helaas, dat ‘swingen’ zat meer in ons hoofd dan in onze muziek en al zeker meer dan in het hoofd van onze dirigent en dat van ons publiek. Last lieten we los en hielden we voor thuis. Of toch niet helemaal.

Op school en in de jeugdbeweging waren de Last-nummers ook fel gegeerd. Door godsdienstleraren en proosten. Want zo’n streepje ‘geseculariseerde’ en ‘versuikerde’ – of kortweg gecaramelliseerde klassieke muziek bij de dia-beelden van een mistig meer, van een bende jongeren die in de nevel van de ochtend door bos en wei op stap trokken… Ontelbare keren leverde James Last de gedroomde achtergrondmuziek voor diamontages die onze kijk op de wereld en op onszelf moesten bijsturen of omgooien.

https://www.youtube.com/watch?v=0RQiFewyTvc

Veel risico nam je overigens niet met een Last. Hij had voor alle soorten stemmingen wel iets in zijn platenmagazijn: voor stille recepties, voor wilde feestjes, voor zwoele nachten en zelfs voor vrome offergangen in wierookkerken liep je bij Last nooit nutteloos langs.

De hoezen van zijn platen getuigden – volgens ons – van evenveel gebrek aan smaak als de vestimentaire look van zijn orkest

Zijn muziek mocht dan wel heel breed in de smaak vallen, de hoezen van zijn platen getuigden – volgens ons – van evenveel gebrek aan smaak als de vestimentaire look van zijn orkest. De helft van de muzikanten zag er uit als mannen die zes jaar gevangenis achter de rug hadden en zich voortaan gedeisd hielden achter hun zonnebril, de anderen leken net terug te komen van een geile summerparty in het gezelschap van backing vocals van wie de boezems doorgaans meer indruk nalieten dan hun stembereik. Enfin, er viel met Last zo te zien ook wel iets te beleven. En te vertellen. We fantaseerden de bedragen die hij zijn muzikanten betaalde tot astronomische hoogten. Het mocht er dan wel een zootje ongeregeld uitzien, het waren een voor een topmusici, bijna zoals die van de Berliner Philhamonicer. Was Last niet de von Karajan van de lichte muziek?

Live hebben we Last nooit meegemaakt, hoewel hij dus in de jaren negentig wel in het Kursaal van Oostende optrad. We hebben hem niet gemist, we hadden zijn muziek. Op vinyl. We halen het vanavond nog eens boven. Zijn versie van Beethovens vioolromance bv. of de Lastversie van Mozarts 21ste pianoconcerto bekend onder de filmnaam Elvira Madigan… Om weg te dromen bij onvervulde jeugddromen…