De kracht van negatieve herinneringen

© © VRT
Ann De Craemer
Ann De Craemer Schrijfster

Schrijfster Ann De Craemer gunt ons maandelijks een blik in haar ziel…

Heeft u in de herfst ook soms last van de zondagmiddagblues? Buiten miezert, regent of giet het water. Binnen kijk je naar een veldrit waarvan je hoopt dat de spanning je hart wat sneller zal doen slaan, terwijl je op voorhand al weet wie de winnaar zal zijn. Alweer een nutteloze zondag, denk je dan – maar sinds een paar weken heb ik op zo’n dag iets waar ik zozeer naar uitkijk dat ik de uren aftel: Tabula Rasa, de nieuwe fictiereeks op Eén.

Ik heb al vaak gewenst dat ik delen van mijn geheugen zou kunnen uitwissen. Zoals bij een gebroken hart

Lang geleden dat ik op de Vlaamse televisie fictie van zo’n hoog niveau zag. Het is een serie die je niet loslaat wanneer je de televisie hebt uitgezet. Het vertrouwde geluid van je krakende bed of het gezoem van je koelkast maakt je plots wantrouwig, en zelfs in je doodbrave kat meen je in een flits Houdini te ontwaren.

Wat me aan Tabula Rasa het meest bezighoudt, is hoe moet zijn om zoals hoofdpersonage Mie aan geheugenverlies te lijden. Niet meer te weten wie je dag voordien hebt ontmoet; je huis vol post-its moeten hangen en vooral vergeten zijn dat je dochter van negen is omgekomen in een verkeersongeval.

Vraag me hoe de hel eruitziet en ik antwoord: als het leven van Mie D’Haeze uit Tabula Rasa. Een nog grotere hel zou zijn dat ik mijn herinneringen van vroeger kwijt ben, want in alle boeken die ik tot nu toe schreef, zijn die precies mijn belangrijkste werkinstrument.

De kracht van negatieve herinneringen
© © VRT

En toch. Toch heb ik al vaak gewenst dat ik delen van mijn geheugen zou kunnen uitwissen, en ik ben zeker dat elk van u zich daarin herkent. De wetenschap kan veel, dus stel dat je op een dag met een paar elektroden op je hoofd ervoor zou kunnen kiezen om bepaalde herinneringen voorgoed te wissen. Herinneringen die nog steeds pijn doen als ze plots, zonder dat je erom vraagt, naar boven komen drijven. De epische ruzie die je had met een beste vriend of vriendin, waarbij je dingen zei die je nu nog het schaamrood op de wangen bezorgen. Het gebroken hart dat na een jaar nog steeds niet geheeld is, en waarvan je de scherven nog voelt steken onder je vel, zelfs al is de grote pijn voorbij.

Met een gebroken hart heb ik helaas ervaring, maar als ik de keuze zou hebben om de herinneringen eraan te wissen, dan zou ik dat toch niet doen. Negatieve ervaringen hebben een functie, want veel meer dan positieve helpen ze ons als mens om vooruit te geraken in het leven. Niet voor niets schuilt er in het gezegde ‘what doesn’t kill you makes you stronger’ zoveel waarheid. Mijn gebroken hart heeft me geleerd dat als je ervan overtuigd bent dat je eeuwig zelfs met open ogen alleen maar het zwartste zwart zult zien, je na een tijd toch weer lichtgrijs weet te ontwaren, en uiteindelijk opnieuw de kleuren die je toelachten toen je nog intens gelukkig was. Ons lichaam kan uit zichzelf ziektes genezen, dankzij, onder meer, een legertje witte bloedcellen, maar ons lichaam kan uit zichzelf geen herinneringen wissen. Gelukkig maar: anders waren we geen mens, maar bordkartonnen figuurtjes met een roze zonnebril op, die nooit zouden hebben geleerd, met alle pijn die erbij kwam, dat in het leven alles uiteindelijk altijd wel weer goed komt.