De correctionele procedure voor de Kasteelmoord blijft best boeiend

Jean Pierre Terryn

Niet het assisenhof en de volksjury oordelen over de Kasteelmoord. Wel de correctionele rechtbank van Brugge handelt volgens een fors afgeslankte en vereenvoudigde formule het onverkwikkelijke en nog steeds mysterieuze dossier af.

De kamer van inbeschuldigingstelling in Gent volgt dus het parket-generaal, zeg maar het openbaar ministerie. Het Brugse gerecht krijgt dus zijn zin: het proces wordt in de handen gegeven van drie beroepsrechters. De beslissing is nu definitief en onomkeerbaar na bijna vijf jaar gerechtelijke enquête, die startte op dinsdag 31 december 2012, de dag waarop dat Stijn Saelens (34) is vermoord. Tot ongenoegen van de Gyselbrecht-clan, tot opluchting van de Kortrijkse Saelens-partij.

Geen proces van de eeuw?

De goegemeente keek nochtans reikhalzend uit naar hét assisenproces. Het had het proces van de eeuw moeten worden, met veel theatraal gebaar en veel vuurwerk onder de advocaten. Zo’n onverkwikkelijk dossier moet sowieso voor de volksjury worden gebracht. Zo werd geredeneerd. De publieke verwachtingen waren hoog gespannen. Enkel op assisen zou de gehele waarheid naar boven worden gespit. Is er werkelijk 150.000 euro onder tafel geschoven om de kasteelbewoner te doden, zoals sommige bronnen willen? Het assisenproces had een antwoord kunnen geven.

Justitie wikt en weegt

En de kasteelmoord valt niet onder de nieuwe Justitiewet, waarbij alle zware misdaden met uitzondering van politieke- en persmisdrijven in principe door de correctionele rechtbank worden behandeld. Zo maakten de voorstanders van assisen zich lange tijd sterk. De nieuwe regel geldt voor feiten die gepleegd worden voordat de wet in het Staatsblad is gepubliceerd. De kasteelmoord dateert van vroeger en valt daar dus niet onder. Zo werd luidop gedacht. Niet daarvan.

Geen eindeloos defilé van getuigen

Wordt het proces daarom minder boeiend? Vooral door het gemis aan getuigen à charge en à décharge. Vaak waren het kleurrijke figuren, die tijdens het proces op de getuigenstoel plaats namen. Ze zorgden inderdaad soms voor luim. Ernstige experten zoals een wapendeskundige, een psychiater en een psycholoog kunnen nog worden opgeroepen als getuigen. Wie toch een zinnige bijdrage aan het onderzoek en dus het proces kan leveren staat als moraliteitsgetuige in het lijvige dossier genoteerd. Andere, nutteloze getuigen vallen weg. Wat voor zin heeft de getuigenis van een leraar over het gedrag van de beklaagde in de lagere school dertig eerder? Noppes.

Met de vier gedagvaarde hoofdrolspelers André Gyselbrecht als opdrachtgever, Pierre Serry als fixer en organisator, Evert de Clercq als de tussenschakel en Franciscus Larmit als tweede huurdoder draven ruimschoots voldoende figuren op om het proces nog altijd een sensationeel pigment te geven.

Minder tijdrovend, minder duur en minder energieverslindend

De correctionele procedure zou moeten efficiënter en niet minder grondig zijn, in elk geval minder tijdrovend, minder energieverslindend en minder duur. Want de beroepsrechters baseren zich op de feiten zoals ze in het dossier van de Kasteelmoord door het Brugse speurdersteam van onderzoeksrechter Koen Wittouck worden aangereikt. Wordt het proces hierdoor saaier? Zeker niet, want voor de actors in de beklaagdenbank zitten hun advocaten. En die zullen gegarandeerd met elkaar wedijveren op het scherp van de snee.

Blijft de vraag over of de rechters met alleen de feiten de strijd om de waarheid en niets dan de waarheid nog kunnen winnen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier