Brugge krijgt door één zin van Renaat Landuyt een burgemeestersverkiezing

© Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

“Eén stem minder dan de vorige keer en ik kies voor mijn eigen leven.” Burgemeester Renaat Landuyt gooit in het dubbelinterview met John Crombez zijn kaarten op tafel.

All-in. Alles of niets. De dood of de gladiolen. Renaat Landuyt hangt zijn toekomst vast aan één cijfer: 12.500 voorkeurstemmen. Anders gaat hij genieten van “het leven na het werken”, zeg maar: zijn pensioen.

Politici koppelen zelden hun toekomst aan een getal. Liever blijven ze zo vaag mogelijk. Dan kunnen ze na de stembusgang een verlies toch nog als een overwinning verkopen: vergelijkingen met peilingen, vorige verkiezingen of andere partijen. Op verkiezingsavond hoor je enkel winnaars. Waarom speelt Landuyt dan zo’n hoog spel?

Het is logisch. Bij een nederlaag zou hij geen enkel politiek gewicht meer hebben. Niet in Brugge, niet in Brussel. Een nederlaag komt overeen met een afkeuring van het beleid. En in Brugge staat dat gelijk aan Renaat Landuyt. Dan kan je als Landuyt geen schepen zijn onder pakweg De fauw. Of geloofwaardig oppositie voeren.

Politici koppelen zelden hun toekomst aan een getal

Het is tactisch. Met één zin maakt hij er burgemeesterverkiezingen van. Ben je voor of tegen Landuyt? Wil je hem of herkansers De fauw, Van Den Driessche of Van Volcem? Landuyt beseft dat het op eigen kracht zal moeten. Behalve Sammy Roelant kon SP.A nog niet uitpakken met witte konijnen, terwijl CD&V en Open VLD stevige teams aan het uitbouwen zijn. Annick Lambrecht, die andere sterkhouder van de Brugse SP.A, heeft enkel nog een symbolische plaats op de lijst. Door haar succes in de Kamer en het cumulverbod binnen haar partij kan ze geen schepen meer worden.

Privéwoningen beklad

Het is emotioneel. De eerste jaren kreeg de burgemeester langs alle kanten kritiek. Van Clubsupporters die de wedstrijd tegen Napoli niet mochten bijwonen tot handelaars die een bushalte voor hun deur kregen. Als ervaren politieke rot kon hij die kritiek wel plaatsen, maar het bekladden van zijn privéwoningen: dat was erover. Op zijn 59ste is het dat niet meer waard. “Ik heb nog nooit een campagne verloren die ik zelf organiseerde”, zegt Landuyt ook.

Is de scherpe stelling een meesterzet of een wanhoopspoging? Op 14 oktober kennen we het antwoord.