Bradley Wiggins kan zondag een legende worden en net dat is zijn motivatie

© Belga
Olivier Volckaert

Nu de veredelde kermiskoers van een Ronde van Vlaanderen achter de rug ligt, is het tijd voor het echte werk : Paris-Roubaix, de mooiste eendagswereld ter wereld. Het klein jongetje in mij droomt van een zege van Sir Bradley Wiggins.

Oké, de finale was best spannend. Maar de eerste 200 kilometer van de Ronde van Vlaanderen waren het zien niet waard. En dat is een constante van de laatste jaren en dat wordt wellicht ook het beeld van de komende jaren. De reden hoef je niet ver te zoeken : het parcours. Het zwaartepunt ligt veel te veel op het einde waardoor de kleppers zich niet durven te tonen voor het zware werk. Niemand durft koers te maken, uit schrik voor wat nog moet komen. De toppers rekenen allemaal op die ene cartouche en wachten af in plaats van voor de aanval te kiezen.

Vroeger was het anders en – het moet gezegd – meestal ook beter. Zeker met de Muur van Geraardsbergen in het parcours. De Ronde was toen net iets lichter, maar de zwaartepunten lagen veel meer verspreid. Op 100 kilometer van het einde was er de grote schifting met de trilogie Kwaremont, Paterberg en Koppenberg. En vanaf toen kon op iedere kasseistrook of helling de beslissing vallen. Wie herinnert zich niet de Eikenmolen (Stijn Devolder) ? Of Ten Bosse (Johan Museeuw) ? Geen kanjers van heuvels, maar er werd altijd wel gekoerst. Zelfs in de relatieve vlakke aanloop naar de Muur gebeurde altijd wel iets. En wie herinnert zich niet de epische taferelen op de Muur ? Nu is het meestal wachten op de laatste passage op Oude Kwaremont en Paterberg.

Geef ons dan maar Gent-Wevelgem, waar de heuvels niet zwaar genoeg zijn om het verschil te maken en er dus koers gemaakt moet worden. Of Paris-Roubaix, waar de kasseien vragen om te koersen. Traag rijden op kasseistenen, dat lukt niet.

En stiekem droom ik van een zege voor Sir Bradley Wiggins. 34 jaar geleden is het geleden dat een Tourwinnaar Paris-Roubaix kon winnen. In het moderne wielrennen is er geen plaats voor renners die mikken op de zege in de mooiste rittenwedstrijd ter wereld én in de mooiste eendagswedstrijd ter wereld. Wiggins weet dat en beseft maar al te goed dat hij zich in de legende kan fietsen door Roubaix te winnen zondag. Vergeet ook niet dat Wiggo al een wereldtitel tijdrijden én olympische titels op zak heeft. Wint Wiggins zondag, dan kroont hij zichzelf tot homo universalis van het moderne wielrennen en nét dat is zijn grootste motivatie. En ik heb het voor Wiggins. Met zo’n wielrenner wil ik na de koers in een bruine kroeg belanden en aan de toog koersverhalen opdissen met enkele biertjes in de hand.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier