Bofkonten zijn we, dat we zo’n mooie, rijke tocht als de Vierdaagse mógen meestappen.

Mia Vanacker

Opmaakredacteur Mia Vanacker van Krant van West-Vlaanderen stapte donderdag mee in de Vierdaagse van de IJzer en pende voor ons dit levendige verslag.

Of ik donderdag – 20 augustus – een dagje vakantie kon opnemen? Geen probleem. Of ik dan ook mijn ervaringen in een column wilde schrijven? Geen probleem, graag zelfs.

Vorig jaar waagden mijn schoonbroer en ik ons voor het eerst aan één omloop uit de Vierdaagse van de IJzer. We kozen voor Ieper, wegens een zaterdag en voor allebei een vrije dag. Het is ons toen zodanig goed bevallen, dat we ons exploot dit jaar nog eens wilden overdoen, maar dan graag in een andere streek. Het zou Poperinge worden. “Twee paar sokken aandoen, teennagels kortknippen, kortom de voetjes goed verzorgen”, kreeg ik als wijze raad van een man die al twee keer de 100 km in de Nacht van Vlaanderen uitstapte.

Bofkonten zijn we, dat we zo'n mooie, rijke tocht als de Vierdaagse mógen meestappen.

Met de rugzak met proviand – water, energiedrankjes, een broodje en een appel -, de voetjes goed verzorgd, en vol goede moed troonden we naar de markt van Poperinge, klaar voor onze tocht van 32 km door Vlaamse Velden. En met ons een talrijke menigte militairen. Voor hen is dit een werkdag, maar zij moéten met een rugzak van ongeveer 8 kilo de vierdaagse mars binnen een zekere tijd uitstappen. Meestal staken de militairen ons voorbij, maar af en toe slaagden wij erin ook hen eens in te halen. Doet deugd. Het zou voor ons weliswaar geen voetreis naar Rome of Compostela worden, toch kwamen we op onze tocht enkele andere heiligdommen tegen. De abdij Sint-Sixtus in Westvleteren (leuk), het domein Couthof en het Helleketelbos (allebei mooi), en last but not least Lijssenthoek (indrukwekkend). Niettegenstaande wandelaars toen al ongeveer 27 kilometer in de voeten en benen hadden, namen ze de tijd om eens op deze militaire begraafplaats rond te struinen. Een mens werd er stil van. En de militairen, zij hielden daar een eerbetoon.

Bofkonten zijn we, dat we zo'n mooie, rijke tocht als de Vierdaagse mógen meestappen.

Wie aan de Vierdaagse deelneemt, kan hoegenaamd niet om de boodschap van Defensie heen. ‘Herdenken is vrede bewaren’, staat er op de website van de Vierdaagse te lezen. En die vrede is er, uiteraard door de parades en herdenkingsmomenten onderweg, maar even sterk in de vorm van het kameraadschappelijk samen stappen met duizenden mensen. Dit massagevoel stuwt je doorheen de Vlaamse velden, samen met de militairen die prominent aanwezig zijn.

Er wordt gelachen, gebabbeld, ge-socialized, maar talrijker zijn de momenten waarop het stil wordt en je in je eigen gedachten verzonken bent. Je probeert de klok 100 jaar terug te draaien; helemaal niet moeilijk met al die oorlogsbegraafplaatsen langs de route. Augustus 1915. Welk weer was het toen? Zag het landschap er ook zo groen en zomers uit? Vast en zeker niet. En ook toen waren mensen, soldaten van allerlei pluimage verenigd, met de rugzak en proviand, hun voeten in stevige schoenen op Vlaamse velden, net als ikzelf, de schoonbroer en diens zus en alle andere Vierdaagsestappers.

Bofkonten zijn we, dat we zo'n mooie, rijke tocht als de Vierdaagse mógen meestappen.

Toch enkele verschillen. Verschroeid is de aarde nu niet. Er is vreugde en plezier in plaats van oorlog en verdriet. Er is geen honger en pijn. En de voetjes, die worden in een comfortabele EHBO-tent verzorgd, althans de voetjes van wie zijn dubbele sokken vergeten was. Geen geïmproviseerde ziekenboeg of oorlogslazaret. Een mens werd er zowaar filosofisch van. Tegelijk gaan de gedachten ook naar andere plekken op deze aardkluit, waar er ondanks alles wel oorlog, armoede, verdriet is… En waar de boodschap van vrede niet klinkt. Bofkonten zijn we, dat we zo’n mooie, rijke tocht als de Vierdaagse mógen meestappen. Met dank aan Defensie en de baas die de vrije dag toestond. Een heerlijke ervaring. Tevreden bereikten de schoonbroer, diens zus en ikzelf de markt van Poperinge. Onderweg konden we aan de verleiding van de aangeprezen picons weerstaan, maar aan de finish beloonden we onszelf met een frisse pint of koele roséwijn. Moe, maar heel voldaan en trots op onze prestatie. En wat krijgen we als beloning? Juist ja, een pin met een voetje! Er prijken er nu al twee op de rugzak.

Bofkonten zijn we, dat we zo'n mooie, rijke tocht als de Vierdaagse mógen meestappen.

En onze eigen voetjes? Die worden verwend met een heerlijk voetbadje, terwijl we deze column schrijven. Manlief mag straks eens met mijn voeten spelen – lees : ze rijkelijk met een voetcrème masseren. En klaarstomen voor de etappe in Ieper van vrijdag? Eerst de voetjes te rusten leggen en een nachtje slapen. Wie weet?

(Mia Vanacker)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier