Bekentenissen, ervaringen & conclusies over Gentse nachten

Frederic Vansteenkiste
Frederic Vansteenkiste Medewerker KW

Uw webredacteur is blij dat hij een weekje vanuit Gent kan en mag werken en sluit niet uit dat hij zal voortdoen tot het donker is. En daar heeft hij zo zijn redenen voor (al zijn het vast niet dié redenen waar jij nu aan denkt).

Zoals zovelen heb ook ik mijn studententijd in Gent doorgebracht. Van 1998 tot 2001 ondernam ik er een nobele (en geslaagde) poging om journalist te worden. Dat ambitieuze doel werd bereikt aan wat toen nog de EGON hogeschool heette, maar wat ze in mijn laatste jaar daar -mogelijk om het de West-Vlamingen niet nodeloos moeilijk te maken- herdoopten tot Arteveldehogeschool.

Er is veel blijven hangen uit die (al bij al beperkte) drie jaar. Van goeie vrienden voor ‘t leven, over levenswijsheden tot legendarische anekdotes die bij ieder vertellement straffer en straffer worden. Ik zal ze jullie niet allemaal vertellen, ook al is de beschikbare ruimte op deze digitale dragers schier oneindig. Mogelijk vinden jullie ze niet zo spectaculair als ik ze me herinner en als ze toch tot de verbeelding zouden spreken, dan heb je daar eigenlijk niet altijd zaken mee.

Naar Gent gaan is een soort thuiskomen en om de een of andere reden is dat gevoel intenser als de avond al is ingezet

Wel wil ik het hebben over mijn Gentse nachten. Niet dat ik bedgeheimen ga prijsgeven (kiessak!), maar ik heb wat met de nacht van de Arteveldestad. Ik kom sowieso altijd graag terug naar Gent. Het is een soort thuiskomen en om de een of andere reden is dat gevoel intenser als de avond al is ingezet. Om de rust gaat het mij overigens niet, want de Gentse nacht is zelden stil en onbeweeglijk. Er klettert altijd wel ergens een amper rijwaardig fietswrak over de kasseien en er ligt/hangt altijd wel ergens een lallende zatte student op een straathoek. Ook als het géén Gentse Feesten zijn.

Bekentenissen, ervaringen & conclusies over Gentse nachten

Maar als ik terugdenk aan wat me is bijgebleven aan Gent, dan zijn dat ook veelal verhalen die zich zo ergens afspelen tussen middernacht en het ochtendgloren. Begrijp me hier niet verkeerd, ik heb het hier niet (alleen) over zware braspartijen en nacht- of andere brakerij. Nooit de zware uitgaander geweest, véél te snel koppijn na (over)matig alcoholgebruik en ook niet het type dat met een lint rond de torso luid een van bier doordrongen codex meebrult. Mijn bezoekjes aan een of andere kroeg in de Overpoortstraat kan ik zelfs nog op mijn tien vingers tellen. Neen, als ik een nachtje ging stappen, dan betekende dat ‘stappen’ veel vaker uren blijven plakken op het zomers terras van een of andere Irish pub of dat van de Spinnenkop, of het voorbereiden der wereldheerschappij in even lange als diepzinnige gesprekken met kot- of klasgenoten.

Mag niet, I know, maar de feiten zijn allemaal verjaard en de bewijzen intussen vernietigd

De nacht van Gent, dat was soms ook op pad trekken om in steegjes concertaffiches vakkundig los te snijden, op te rollen en kotwaarts te brengen. Mag niet, I know, maar de feiten zijn allemaal verjaard en de bewijzen intussen vernietigd. Of samen met enkele kotgenoten in het holst van de nacht met een versleten driezit langs de Coupure zeulen, een topstuk uit het aanbod van een grof huisvuil-ronde dat daarna nog jaren onze gemeenschappelijke ‘polyvalente ruimte’ in de Brankardierstraat zou sieren. Of nog: met diezelfde kotconnectie een vrij indrukwekkend Halloweenfestijn op poten zetten in een tijd dat dat ‘allemaal nog niet commercieel was‘.

Bekentenissen, ervaringen & conclusies over Gentse nachten

Er waren winterbarbecues op het veel te kleine koertje en die keer dat we na de examens aan de oevers van de watersportbaan vertoefden en ik net voor ik het water indook er door een kotgenote nog attent op werd gemaakt dat mijn portefeuille en (intussen vintage) gsm nog in m’n broekzak zaten. Ik weet nog van uitgelopen gesprekken op de trappen aan het Sint-Pietersplein en van wandelingen tussen de kramen van de al lang gesloten kermis. Of het obligate nachtje doortrekken om dat eindwerk toch maar tijdig rond te krijgen, en dan zo ergens bij de laatste voetnoten plots weer vogeltjes horen kwetteren.

Ik kan nog een eind doorgaan, maar punt is dat ik precies altijd energie wist te putten uit de nacht. Na elk van die herinneringen was ik vermoedelijk héél moe en had ik een aantal keren zonder twijfel ook een houten kop. Maar tegelijk waren de batterijen er telkens weer mee opgeladen.

Intussen zijn we vijftien jaar verder en ziet het leven er anders uit. Het Gentse decor werd weer ingeruild voor dat van Roeselare (ook schoon, daar niet van) en de batterijtjes worden nu opgeladen door quality time met mijn echtgenote (niet in Gent, maar in hometown Roeselare opgescharreld) en de twee dochters van bijna 6 en bijna 4. Stunts in het holst van de nacht of immer durende feestjes zijn er niet echt meer bij, maar toch probeer ik toch af en toe nog eens te proeven van die geerlijke Hèntse nacht. Tegenwoordig beperken m’n late night tripjes door de Gentse binnenstad zich wel grotendeels tot wandelingen tussen Decascoop en Sphinx ergens halverwege oktober, vaak aan een stevig tempo stappend om de zorgvuldig berekende Filmfestivalplanning niet in het gedrang te brengen.

Het is meestal kort en het komt er niet zo vaak meer van, maar de good vibrations steken toch nog altijd weer de kop op. En dan is het plots weer hiking like it’s 1999!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier