Zeven stoere meiden in een pure mannenwereld

Het VTI telt slechts zeven meisjes, maar die kunnen zich geen betere school inbeelden. V.l.n.r. Nagwa Mommerency (17, Ingelmunster, houtbewerking), Thijsa Lycke (18, Dadizele, houtbewerking), Louise Boen (17, Rollegem-Kapelle, lassen), Anaïs Deforche (17, Kachtem, lassen), leerkrachten Karien Beernaert en Hilde Vinckier, Frauke Vandenbroucke (15, Izegem, industriële wetenschappen), Romy Deleersnyder (16, Kachtem, elektro-mechanica), Kiana Jonckheere (15, Lendelede, houttechnieken). (Foto Frank) © (Foto Frank)
Philippe Verhaest

Het Izegemse VTI telt dit schooljaar 503 leerlingen, maar tussen al het mannelijk geweld zijn er slechts zeven meisjes. Maar die staan meer dan hun mannetje, zo blijkt. “Al moeten we net iets harder ons best doen om ons te bewijzen”, klinkt het. Tijdens Internationale Vrouwendag hielden de zeven dames, samen met de vrouwelijke leerkrachten, een pizzafeestje.

Ruim vijfhonderd jongeren volgen elke dag een stevige vakopleiding binnen de muren van het VTI, maar de meisjes kan je bijna op één hand tellen. “Al hebben we het hier uitstekend naar onze zin”, klinkt het in koor. De zeven meisjes volgen de richting lassen, elektro-mechanica, houtbewerking en industriële wetenschappen en zitten hoogstens met twee dames in de klas.

“We moeten ons mannetje staan en net iets harder ons best doen om erbij te horen, maar dat nemen we er met plezier bij. Als meisje tussen al die kerels moet je je gewoon aanpassen. Ook wat stoere praat verkopen, meepraten met de jongens… Onze emotionele kant tonen we beter niet”, glimlacht Louise Boen. “En de voertaal onder de leerlingen is West-Vlaams. Het Algemeen Nederlands laten we beter thuis.”

De zeven meiden vormen voor veel mannelijke medeleerlingen ook een rustpunt. “Onze notities zijn wel populair, ja”, pikt Thijsa Lycke in. “Als ze zelf niet opletten, kloppen ze vlug bij ons aan. Grappig, maar we delen onze cursus wel met de rest. Sommigen onder ons worden ook als de moederkloek van de klasgroep beschouwd.”

“Af en toe gebeurt het ook wel eens dat we een jongen uit onze klas een luisterend oor moeten bieden. Het valt op dat ze ons net iets meer toevertrouwen dan een andere klasgenoot. Ze beseffen blijkbaar dat wij kunnen zwijgen. Maar daardoor weten we wel érg veel van onze klasmakkers.”

Vonken op speelplaats?

Zeven meisjes tegenover 496 jongens, dat moet wel vonken geven op de speelplaats. “Goh, dat valt geweldig goed mee”, vindt Romy Deleersnyder. “Veel hangt ook af van hoe je daar zelf mee omgaat. Zelf snel de puntjes op de i zetten, kan een wereld van verschil betekenen.”

Toch hebben drie van de zeven dames hun vriendje in het VTI gevonden. “Naast mij hebben ook Thijsa en Louise hier een liefje lopen”, glimlacht Romy. “Maar het is puur toeval dat de vonk hier overgesprongen is. Het is ook niet meteen een pluspunt, want al onze klasgenoten zijn jongens, hé. En dan durft er al wel eens een tikkeltje jaloezie ontstaan.”

Frauke Vandenbroucke vindt het vooral charmant. “Net als de andere meisjes zou ik wel eens een liefdesbrief krijgen, maar daar ga ik nooit op in. Dit schooljaar staat de teller al op vier stuks.”

“Drie van de zeven meisjes heeft een vriendje op het VTI. En liefdesbrieven horen er ook bij”

Als meisje in een vrijwel uitsluitend mannelijke school les volgen, heeft ook zijn voordelen, klinkt het. “De leerkrachten bevoordelen je wel snel”, zegt Nagwa Mommerency. “Als je iets niet zo graag doet, zal je snel een andere taak toevertrouwd krijgen en als meisje zijn we van nature wat vriendelijker en beleefder. Dat straalt af op onze relatie met de leerkracht. Maar aan de andere kant houden we ook veel voor onszelf. Als we een mindere dag hebben, zullen we dat op school niet laten blijken. Onze gevoelens houden we voor thuis.”

Damespraatgroepje?

Hoewel de meisjes slechts met zeven zijn, zoeken ze elkaar niet actief op. “We kennen elkaar wel en babbelen af en toe, maar het is niet zo dat we tijdens elke pauze met zeven meisjes samen troepen. Dat zou ook niet goed zijn, want dan kunnen andere klasgenoten denken dat we aan het roddelen zijn. Iets wat we trouwens nooit doen!”

Ondanks het feit dat de zeven meisjes numeriek zwaar het onderspit moeten delven, zouden ze het iedereen aanraden om naar een VTI te trekken. “Je leert een goeie stiel en ook op persoonlijk vlak word je er beter van”, stelt Thijsa. “We zijn hier iets harder geworden en komen op voor onszelf. Een mentaliteit, die later nog van pas kan komen. Bovendien kunnen we later zelf ons eigen huis verbouwen”, grinnikt ze.

Om het VTI nog net iets meer meisjesproof te maken, hebben de dames nog enkele tips. “Onze toiletten zijn niet erg proper. Daar mag dringend iets aan gedaan worden. En misschien kan er vanaf nu maandelijks een damespraatgroepje ingericht worden? Het is de eerste keer dat we allemaal samen aan tafel zitten en dat smaakt wel naar meer!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier