“Weg naar nieuwe campus achter Ieperse VTI is nog lang”

Redactie KW

Pieter Roets heeft deze week zijn eerste schooldag achter de rug als nieuwe directeur van het VTI. Hij is de opvolger van Pedro Ligneel.

Pieter Roets (38) groeide op in Boortmeerbeek, studeerde voor industrieel ingenieur aan Groep T in Leuven. Daarna volgde hij een lerarenopleiding en een postgraduaat schoolbeleid. Hij woont in Krombeke en stapte in 2008 in het huwelijksbootje met Hans Vandelannoote (44). Dertien jaar geleden kwam Pieter Roets in de Westhoek terecht. De kersverse VTI-directeur gaf acht jaar lessen fysica, scheikunde en natuurwetenschappen in de derde graad van het College. Ruim vier jaar geleden koos hij voor een nieuwe uitdaging als adjunct-directeur van het Lyceum. Sinds deze week is hij de nieuwe directeur van het VTI , waar hij Pedro Ligneel opvolgde. We ontmoeten de nieuwe directeur op het einde van zijn eerste schooldag.

De eerste schooldag als directeur is achter de rug. Hoe hebt u die beleefd?

“Heel druk. Ik ben om acht uur aangekomen en ben eerst naar de leraarskamer gegaan. Dat was spannend, maar ik voelde me meteen op mijn gemak. Op mijn bureau stond een ontbijtmand van mijn oud-collega’s van het Lyceum en ik kreeg ook bloemen. De rest van de voormiddag had ik vergaderingen en daarna ruimde ik mijn bureau op, wat nog niet helemaal gelukt is.” (lacht, red.) “In de namiddag stonden er opnieuw vergaderingen op de planning. Ik werd er dus meteen ingegooid.”

Wanneer hebt u beslist om u kandidaat te stellen voor deze job?

“Pas in december. De vacature stond al even open. Ik ben ingenieur van opleiding en heb daardoor affiniteit met deze school. Daarnaast heb ik de smaak te pakken gekregen voor het leidinggeven, toen ik op mijn 33ste adjunct-directeur van het Lyceum werd. En ik werk heel graag met mensen, in mijn jeugd was ik groepsleider bij de Scouts. Ik ben niet over één nacht ijs gegaan, want het is een grote stap. Van een eerstegraadsschool naar een school met 700 leerlingen en qua oppervlakte de grootste in Ieper.”

“Als ik in een provincie zou terechtkomen, buiten Brabant, dan was het wel West-Vlaanderen”

Het is bijna vijf jaar dat u voor de klas stond. Mist u het lesgeven?

“Als ik vanaf morgen verplicht zou moeten lesgeven, zou ik dat niet erg vinden. Ik denk dat ik het lesgeven altijd zal missen. Als leerkracht je passie en kennis meegeven aan de leerlingen en hen klaarstomen voor hoger onderwijs en de maatschappij is een fantastische job. Maar ik heb vijf jaar geleden bewust de keuze gemaakt. Het is koffiedik kijken of ik ooit nog voor de klas sta. Dat is nu niet aan de orde, want ik ben pas begonnen aan dit nieuwe avontuur.”

Zijn er gelijkenissen tussen de job van directeur en die van leraar?

“De grootste gelijkenis is het werken met mensen. Als leerkracht moet je een connectie maken met je leerlingen. Als directeur is dat net hetzelfde, daar moet je samen met je team de school maken. Ik vind het belangrijk dat elke medewerker vanuit zijn gevoel en vak authentiek is.”

U sprak al over een drukke eerste schooldag met veel vergaderingen, wat behoort er nog tot uw takenpakket?

“Als directeur moet je het overzicht bewaren, ben je de eindverantwoordelijke van de school en een bruggenbouwer naar het personeel, de leerlingen en hun ouders. Het is belangrijk om de juiste processen aan te sturen, gesteund door een team van competente mensen.”

Wat wilt u dit schooljaar nog verwezenlijken?

“Mijn voornaamste betrachting is om de school te leren kennen. Iedere school heeft een eigen cultuur. Ik wil niet van dag één grote veranderingen doorvoeren. Luisteren naar de dromen en frustraties van leerlingen en leerkrachten zijn nu prioritair. Ze moeten kunnen uitblinken en hun talenten laten ontwikkelen in een ideale omgeving.”

Er zijn ook bouwwerken aan de gang.

“Nu zijn we bezig aan de bouw van een nieuwe garage voor de richting autotechnieken. Verder willen we het I-blok, waar het schoolrestaurant is, vernieuwen. De renovatie van de houtafdeling en het sanitair blok van de eerste graad staan ook op de agenda. Alles hangt samen met de subsidies die we al dan niet ontvangen van de Vlaamse regering. We moeten ook rekening houden met de toekomstige situatie. Welke gebouwen we in de eventuele nieuwe campus integreren, komt dan in de projectdefinitie.”

“Ik heb 25 jaar in Brabant gewoond, dus de West-Vlaamse tongval heb ik niet”

Hoe kijkt u naar de hervormingen in het onderwijs?

“Er komt zeer veel op ons af in Ieper. In september volgend jaar is er de modernisering van de eerste graad. Leerlingen kunnen van verschillende dingen proeven en hun studiekeuze uitstellen. Verder is er de goedkeuring van het DBFM-dossier (de subsidie-aanvraag bij de Vlaamse overheid, red.) voor het nieuwe scholencomplex van de Sint-Maartensscholen. Een nieuwe campus achter onze school. In de nabije toekomst willen we de projectdefinitie afronden en kijken of onze school geïntegreerd wordt in het nieuwe complex. De site van het VTI is in beeld, maar de weg is nog lang. Samen met het stadsbestuur, de provincie en de Vlaamse Bouwmeester gaan we op zoek naar de beste oplossing.”

Het VTI is al jaren een jongensschool, moeten er meer meisjes naar het VTI komen?

“Het is altijd een gegeven geweest dat voornamelijk jongens voor een technologische opleiding kiezen. Er zijn al stappen gezet om elke leerling de weg te laten vinden naar deze school. Maar het blijf zeker een aandachtspunt. Jongen of meisje, je moet je talent en passie kunnen volgen.”

Een directeur heeft geen nine-to-fivejob.

“Ik ben enorm gepassioneerd en dat geeft energie. Het is een drukke job en en de hervormingen vanaf 2019 vergen ook een intensieve voorbereiding. Het is belangrijk om gefocust te blijven op je job, maar ook te luisteren naar je lichaam. Af en toe wat me-time inlassen zodat je weg bent van de stress en drukte, anders is het moeilijk om vol te houden.”

Dertien jaar geleden verhuisde u naar de Westhoek. Was het als Brabander moeilijk om te aarden in West-Vlaanderen?

“De aanpassing verliep heel vlot want er stroomt West-Vlaams bloed door mijn aders. Mijn vader is afkomstig uit Oostkamp en mijn moeder uit Sint-Lodewijks, bij Deerlijk. Ik ben trouwens het jongste kleinkind, mijn vader was met zes en daar ben ik de 22ste in de rij. Mijn moeder was met twaalf en daar ben ik het 36ste kleinkind. Ik ben als kind veel in West-Vlaanderen geweest en heb veel West-Vlaams gehoord. Ik heb 25 jaar in Brabant gewoond, dus de tongval heb ik niet, behalve enkele woorden en klanken. Als ik in een provincie zou terechtkomen buiten Brabant, dan was het wel West-Vlaanderen.”

Veel Ieperlingen kennen u misschien nog van uw deelname aan Fata Morgana.

“Dat was een hele mooie ervaring. Het gebeurt dat mensen me daar nog over aanspreken, maar het is toch al tien jaar geleden, hé. Ik weet nog goed dat er plots een tv-ploeg voor mijn neus stond op school. Het was een drukke, intense week. De hele stad leefde mee en het was voor mij ook een manier om Ieper en de Ieperlingen te leren kennen. Ik kreeg een mooie opdracht om 100 mensen uit een vliegtuig te laten springen. Door het slechte weer is dat helaas niet gelukt. Ik heb er toch een positief gevoel aan overgehouden. Hoe je samen met een hele stad op korte tijd zoiets kan realiseren, is onwaarschijnlijk.”

Naast zijn drukke job maakt Pieter Roets tijd vrij voor zijn hobby’s. Muziek vormt een rode draad in zijn leven. “Ik startte al op jonge leeftijd met muziek. Ik zou me geen leven zonder muziek kunnen inbeelden”, vertelt hij. “Ik ben zanger bij de band Smashdance. De bandleden komen een beetje van overal, we hebben geen vast repetitiekot. We zingen covers van de jaren ’80 tot nu, vooral in het Engels. Onze optredens zijn in heel Vlaanderen, op 8 september speel ik een thuismatch op Frietrock in Ieper. Verder speel ik Idwarsfluit en saxofoon. Op onze school is er de harmonie De Kerels. Misschien speel ik daar ook nog wel occasioneel mee. Ook in het musicalwereldje kan je me soms vinden. Vroeger als acteur, nu eerder als zangcoach.”

Pieter Roets houdt ook van toneel en reizen. “In de langere vakantieperiodes doe ik graag een citytrip. Mijn favoriete stad? Ongetwijfeld Londen. De stad zelf spreekt me enorm aan, maar als musicalliefhebber is Londen thuiskomen. Daar voeren ze dagelijks 20 à 30 musicals op.” (AP)